In plaats van telkens te schaven aan de pensioenen, zou het beter zijn het hele pensioenstelsel te veranderen.
Veel pensioenfondsen gaan wellicht voor het tweede jaar op rij de pensioenen flink verlagen. Da’s eigenlijk best gek: pensioenfondsen zijn beleggingsfondsen, die de premies die werknemers en werkgevers inleggen, voor hen beleggen. En laat die beurs het sinds 2009 best oké doen.
Stijgende koersen
Aandelenindices in de Verenigde Staten bereikten deze week nog de hoogste niveaus ooit. In Nederland staat de AEX-hoofdindex rond het hoogste punt sinds 2009.
Grote vermogensbeheerders zien de miljarden binnenstromen. Pensioenfondsen ABP (voor ambtenaren) en Zorg & Welzijn echter maakten deze week bij de halfjaarcijfers bekend wellicht opnieuw te moeten korten op de pensioenen. Ook techniekfonds PMT en metaalfonds PME gaan waarschijnlijk de pensioenen verlagen.
Waarom dus, na die goede beleggingsjaren, bulken de pensioenfondsen niet van het geld?
Dekkingsgraad
Pensioenfondsen moeten om hun toekomstige verplichtingen (de pensioenuitkeringen van werknemers) te waarderen, werken met de zogeheten dekkingsgraad. Die dekkingsgraad valt nauwelijks uit te leggen, maar blijft u even bij. Samengevat geeft de dekkingsgraad de verhouding weer tussen het vermogen van een fonds en de toekomstige verplichtingen.
Om de dekkingsgraad te berekenen, wordt vooral rekening gehouden met de rentestand. Pensioenfondsen moeten een groot deel van hun vermogen investeren in staatsleningen, omdat die van oudsher als veilige, solide beleggingen worden gezien. En het rendement op staatsleningen is sterk afhankelijk van de rentestand. Hoe lager de rente, hoe minder rendement op staatsobligaties.
Rente
Daar gaat het mis. De rente is nu al jaren erg laag. Daardoor valt het rendement op staatsleningen dus tegen: vaak is het niet meer dan 1 procent op jaarbasis, soms is het rendement zelfs negatief. Bovendien valt ook het verwachte rendement laag uit, waardoor de dekkingsgraad verder daalt.
Pensioenexperts en toezichthouder De Nederlandsche Bank (DNB) zeggen: het is onvermijdelijk dat het zo gaat. Je moet tenslotte een sluitende manier hebben om, anders dan bij ‘gewone beleggers’, om het uiteindelijke pensioen dat mensen krijgen te berekenen.
Vijf opvallendheden
Maar sluitend is dat systeem niet meer:
1. Pensioenfondsen korten op de pensioenen, dus accuraat is werken met een verplichte dekkingsgraad niet.
2. De rente blijft misschien nog wel lang laag, waardoor het systeem blijft haperen.
3. De pensioensector, de overheid en DNB sleutelden nu al enkele keren aan de manier waarop de dekkingsgraad wordt berekend. Dat leidde alleen maar tot nieuwe problemen.
4. Het verplicht beleggen in staatsleningen is dus allesbehalve lucratief. Een professionele belegger die de keuze heeft, zoekt alternatieven.
5. Hoezo zijn staatsobligaties nog die veilige beleggingen? De eurocrisis heeft aangetoond dat landen in flinke problemen kunnen komen, met alle gevolgen van dien voor hun schuldpapier.
Enorm vermogen
Natuurlijk moet het pensioenfondssysteem niet van vandaag of morgen compleet op de schop: fondsen hebben samen een vermogen van zo’n 700 miljard euro. Met dat enorme bedrag, de aanvullende pensioenen van Nederland, moet uiterst voorzichtig worden omgegaan.
Maar dat neemt niet weg dat de fondsen, de overheid en DNB nu moeten ophouden met zich blind te staren op het bestaande systeem, waar ze, zelfs al is het mogelijk kapot, steeds een beetje aan schaven.
Dames, heren: zet u eens boven de materie: misschien is Nederland, net zoals een land toe kan zijn aan een veel logischer belastingstelsel, gebaat bij een nieuw pensioenstelsel. Het enorme vermogen – uw pensioen! – vereist dat de slimste beschikbare mensen alle mogelijke opties onderzoeken.