De Nobelprijs voor de economie is uitgereikt aan Richard Thaler. Dat maakte de Zweedse centrale bank op 9 oktober bekend. Wie is de Amerikaanse gedragseconoom?
De Amerikaanse econoom Richard Thaler is één van de pioniers van de gedragseconomie. Hij toonde met zijn onderzoeken op verschillende manieren aan dat mensen niet rationeel handelen, met grote gevolgen voor hun persoonlijke financiën en de economie als geheel.
Standaard economische theorie gaat ervan uit dat mensen volgens ingewikkelde wiskundige formules besluiten nemen over hun uitgaven. Maar in de supermarkt of op de aandelenbeurs staat niemand op een kladblok zijn geplande uitgaven te maximaliseren op zijn nutsfunctie, zoals economen dat noemen.
Thalers grote verdienste is dat hij niet alleen aantoonde wat voor gedragstendensen mensen vertonen als het om financiële en andere beslissingen gaat, maar ook hoe je deze tendensen kunt benutten om goede beslissingen te nemen.
Eén van Thalers vondsten is bijvoorbeeld het concept mentaal boekhouden. Mensen nemen andere beslissingen als het probleem hen op een andere manier wordt voorgelegd. Mensen denken bijvoorbeeld anders over een euro in hun broekzak dan over een euro op hun bankrekening.
Nog zo’n vondst is het endowment effect (vrij vertaald het bezitseffect): mensen vragen meer geld om, zeg, een mok te verkopen dan ze bereid zijn uit te geven om dezelfde mok te kopen. Met andere woorden: ze vinden iets meer waard als het in hun bezit is. Thaler deed dit onderzoek – met mokken die proefpersonen moesten ruilen met pennen – samen met andere gedragseconomiepioniers Jack Knetsch en Daniel Kahneman. De laatste won in 2002 de Nobelprijs.
Thaler adviseert veelvuldig overheden hoe ze hun burgers zo goed mogelijke financiële beslissingen te laten nemen. Zo heeft de overheid van het Verenigd Koninkrijk het zogeheten Behavioural Insight Team, dat probeert Thalers onderzoek te vertalen naar beleid.
Verder maant Thaler de Amerikaanse overheid om burgers automatisch een deel van hun salaris in hun pensioenpot te storten in plaats van dat ze zelf een deel moeten overhevelen – dat moeten mensen in de Verenigde Staten zelf regelen.
Met andere woorden: laat mensen zelf hun zaken regelen, maar zorg er wel voor dat ze een duwtje (Nudge in het Engels) in de juiste richting krijgen. ‘Paternalistisch libertarisme’, noemt Thaler dit in het boek Nudge, dat hij samen met rechtsgeleerde Cass Sunstein schreef.
Richard Thaler speelde een klein rolletje in de film de Big Short, waarin hij samen met actrice Selena Gomez uitlegt hoe de kredietcrisis in 2008 zo verwoestend kon worden. Vanaf 1 minuut 30.
De Nobelprijs vormt voor Thaler de kroon op een decennialange carrière in gedragsonderzoek. Hij paste zijn inzichten al vroeg toe. In zijn boek Misbehaved beschreef hij hoe hij als jonge professor eens te maken kreeg met ontevreden studenten.
Na een moeilijk tentamen kreeg hij kritiek omdat de gemiddelde score slechts 72 van de 100 punten was. Dit maakt in de Verenigde Staten niet uit omdat de best presterende student daar automatisch een A krijgt, het equivalent van een 10. Maar toch waren de studenten boos: het tentamen was te moeilijk.
Thalers oplossing: de keer erop dat hij het tentamen afnam, verhoogde hij het maximum aantal punten van 100 naar 137 punten, zonder het makkelijker te maken. Het gevolg: de gemiddelde uitslag was 96 uit 137 punten. Alle studenten waren tevreden.
Om niet het verwijt te krijgen studenten met het tentamen te misleiden, schreef Thaler erboven: ‘Op dit tentamen zijn maximaal 137 punten te halen in plaats van de normale 100. Dit heeft geen invloed op het eindcijfer, maar lijkt jullie gelukkiger te maken.’