Meer dan de helft van de huizen staat inmiddels langer dan een jaar te koop, 12 procent zelfs meer dan drie jaar. Het is een moeilijke categorie op de huizenmarkt, die de laatste vijf jaar fors is gegroeid. In mei 2008 stond 17 procent van de huizen langer dan een jaar te koop en 1 procent meer dan drie jaar.
Opvallend genoeg is het aantal aanpassingen van de vraagprijs de laatste maanden fors gedaald, blijkt uit gegevens van makelaarsvereniging NVM. Het is terug op het niveau van de jaren 2008-2010, toen huiseigenaren prijzen ook minder vaak verlaagden.
‘Optimistisch gezien zou een verklaring kunnen zijn dat verkopers vertrouwen hebben in het herstel van de woningmarkt en niet verder willen zakken in hun vraagprijs’, schrijft de NVM in een analyse van de huizenmarktcijfers over het tweede kwartaal.
Hoge prijs
Een andere mogelijkheid is dat verkopers niet verder willen zakken omdat ze dan verlies lijden op hun huis. Dat fenomeen heet verliesaversie. Volgens het Centraal Planbureau (CPB) speelt het een significante rol bij dalende huizenprijzen.
‘Huizenverkopers die op potentieel verlies staan, hanteren een hogere vraagprijs en realiseren een hogere transactieprijs, maar doen wel langer over de verkoop van hun woning dan huiseigenaren die op potentiële winst staan’, schrijft het Planbureau.
Hypotheek
Een deel van de huiseigenaren is bereid een verlies te nemen, maar legt de grens bij de hoogte van de hypotheek, om te voorkomen dat ze een restschuld overhouden aan de verkoop van hun huis.
Actuele cijfers over de ontwikkelingen op de huizenmarkt zijn onder meer te vinden bij het Kadaster, op de website Huizenzoeker.nl en bij de NVM.