Amerikaanse politici zijn er niet in geslaagd een akkoord te bereiken over de financiering van de overheid. Hierdoor sluit een deel van de Amerikaanse overheidsdiensten.
Wat betekent deze ‘shutdown’ precies? Vier vragen over het uitblijven van een akkoord.
1. Hoe heeft het tot een shutdown kunnen komen?
Op 1 oktober is in de Verenigde Staten ‘Obamacare’ ingevoerd. Deze wet van president Barack Obama dwingt alle Amerikanen tot het afsluiten van een zorgverzekering. De Republikeinen zijn het niet eens met invoering van de wet en koppelden daarom de overheidsfinanciering aan de wet.
Als Obamacare niet zou worden uitgesteld en gewijzigd, zou er geen akkoord komen over de overheidsfinanciering. De Democraten willen zich niet laten chanteren en willen Obamacare koste wat kost doorvoeren. Om 06.00 uur (Nederlandse tijd) verstreek de deadline en ging de overheid op slot.
2. Wat betekent dit voor de Amerikaanse bevolking?
Honderdduizenden ambtenaren worden met verlof gestuurd en zullen waarschijnlijk ook niet betaald krijgen. Alleen overheidsdiensten met de stempel ‘onmisbaar’ kunnen blijven draaien. Zo gaan militairen, voedselinspecteurs en de luchtverkeersleiding gewoon door.
Verder worden 400.000 civiele medewerkers van defensie naar huis gestuurd en zijn nationale parken, musea en bezienswaardigheden als het Vrijheidsbeeld gesloten.
3. Wat kost de shutdown?
Volgens Moody’s-Econoom Brian Kessler kunnen de kosten van drie tot vier weken gesloten overheidsdiensten oplopen tot 55 miljard dollar, bericht nieuwszender CNN. Ook zou het invloed hebben op de economische groei van Amerika.
4. Hoe moet het nu verder?
De Republikeinse meerderheid in het Huis van Afgevaardigden en de Democratische meerderheid in de Senaat moeten proberen of zij alsnog tot een compromis kunnen komen.
Dat kan nog wel even duren. De laatste keer dat overheidsdiensten ‘op slot’ gingen, was eind 1995, begin 1996 onder toenmalig president Bill Clinton. Pas na 28 dagen lukten het de partijen om de onenigheid alsnog op te lossen.