De feiten: Rekenkamer: ‘Uitrol warmtenetten kan worden belemmerd’
De subsidies voor warmtepompen en warmtenetten zitten elkaar in de weg. Dat concludeert de Algemene Rekenkamer in een rapport, Een koud bad voor warmtenetten, dat op 4 februari werd gepubliceerd.
Nederland moet in 2050 aardgasvrij zijn. Daarom subsidieert de overheid zowel warmtepompen als warmtenetten, ondergrondse leidingennetwerken waar warm water doorheen stroomt. De aanleg van deze warmtenetten blijft achter.
In 2023 kwamen er slechts 11.000 warmtenet-aansluitingen bij, tegen 160.000 warmtepompen – waarvan 107.176 met subsidie.
Wie al een warmtepomp heeft, wil vaak geen aansluiting meer op een warmtenet. En omdat een warmtenet alleen rendabel is als voldoende huishoudens willen meedoen, kunnen plannen voor nieuwe netten sneuvelen, aldus de Algemene Rekenkamer.
De Rekenkamer formuleert het prudent: ‘Ons onderzoek laat zien dat het onderzochte beleid voor de warmtetransitie niet integraal is. Er is een overlap tussen de locatie van warmtepompen en de gebieden voor warmtenetten. Deze overlap is nu nog niet groot, maar kan zonder bijsturing de uitrol van warmtenetten belemmeren.’
Wees daarom minder scheutig met subsidies voor warmtepompen, schrijft de Rekenkamer. Huishoudens die door gemeenten zijn aangewezen voor een warmtenet, zouden hier niet meer voor in aanmerking mogen komen.
Nog een aanbeveling: voordat de overheid plannen maakt voor een warmtenet in een wijk, moet ze kijken of zich daar al veel warmtepompen bevinden.
Wie zegt wat: hoe reageert het kabinet?
- Ministers Sophie Hermans (Klimaat en Groene Groei, VVD) en Mona Keijzer (Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, BBB) stellen dat de overlap tussen warmtenetten en warmtepompen beperkt is. Warmtenetten zijn namelijk vooral te vinden in stedelijke gebieden met gestapelde bouw.
- Het kabinet wil huiseigenaren niet ontmoedigen om vóór de eventuele komst van een warmtenet al te kiezen voor duurzame warmte middels een warmtepomp.
- Voor het draagvlak van klimaatbeleid, de wijkaanpak en warmtenetten is het belangrijk dat er keuzevrijheid is, stellen de ministers.
EW’s visie: Warmtenet gedwarsboomd? Er lijkt vooralsnog geen probleem
Redacteur wonen Theo van VugtDe kritiek van de Rekenkamer op het gebrek aan regie rond subsidieverlening is terecht. Subsidieverlening gebeurt vaak te willekeurig en zonder samenhang.
Daardoor heeft het kabinet ook geen zicht op hoe het netcongestie moet voorkomen – al die warmtepompen hebben immers elektriciteit nodig.
En dat warmtepompen en warmtenetten niet samen kunnen gaan in één straat, zoals de Rekenkamer schrijft, klinkt logisch. Maar in de praktijk zijn beide sowieso al geschikt voor heel verschillende woningen en wijken.
Warmtepompen zijn vooral gewild bij huiseigenaren met een inkomen van 100.000 euro of meer. Warmtenetten zijn voornamelijk geschikt voor dichtbebouwde wijken – al dan niet met gestapelde bouw (flats), een ziekenhuis, scholen of kantoren – waar veel aansluitingen in een klein gebied mogelijk zijn.
Warmtebedrijven willen dat minimaal 70 procent van een wijk een aansluiting neemt op het warmtenet, zodat de aanleg en exploitatie rendabel zijn. Bijna nergens waar een warmtenet geschikt is, zal die 70 procent niet worden gehaald door de aanwezigheid van te veel warmtepompen.
Energietransitie meer gebaat bij warmtepomp
Warmtenetten zijn voor eenderde van de gebouwde omgeving de goedkoopste aardgasvrije warmte-oplossing voor de schatkist, berekende het Planbureau voor de Leefomgeving.
Kiest een gemeente voor warmtepompen als gasloze oplossing in een wijk, dan moet het elektriciteitsnet er vaak worden verzwaard. Dat brengt extra kosten met zich, die er niet zijn bij de aanleg van een warmtenet.
Aan de andere kant staat een warmtepomp al langer op de verlanglijst van veel huiseigenaren.
Belangrijker nog: de aanleg van een warmtenet vergt jaren en vertraagt daarmee de energietransitie. Willen we nu verduurzamen, of niet?