Toeslagensysteem moet snel worden afgeschaft

Mark Rutte bij een Europese top in Brussel op 17 oktober 2019. - AFP

Het toeslagencircus duwt jaarlijks tienduizenden armen in nog grotere armoede, en het doet de Belastingdienst wankelen. Daarom moet het in 2005 ingevoerde systeem van huur-, zorg- en kinderopvangtoeslag zo snel mogelijk worden afgeschaft, schrijft Jeroen van Wensen.

Jaarlijks keert de Belastingdienst 13 miljard euro uit, in de vorm van 7,5 miljoen toeslagen aan 5 miljoen huishoudens. Die toeslagen worden vooraf geschat, en achteraf definitief vastgesteld – om tijdig en fijnmazig inkomensondersteuning te bieden. De keerzijde is dat miljoenen toeslagen achteraf worden teruggevorderd, omdat het inkomen te laag bleek geschat (in 2016 in 2,3 miljoen gevallen).

De toeslagontvangers die een terugvordering krijgen, zijn vooral degenen die vanuit een uitkering zijn gaan werken. Hun inkomen neemt toe en de toeslagen gaan daardoor omlaag. Terugvordering van toeslagen voelt zo als een boete op werken. En het is een boete die vaak onverwacht komt en dan bij veel gezinnen tot betalingsproblemen leidt. Een half miljoen gezinnen heeft problematische schulden – in veel gevallen is de Belastingdienst schuldeiser.

Het toeslagensysteem: onuitvoerbaar en onbegrijpelijk

In september 2018 gaf het kabinet opdracht tot een ‘interdepartementaal beleidsonderzoek’ naar de toeslagen. Gisteren leverde de werkgroep enkele lijvige deelrapporten op, met vernietigende oordelen over het toeslagensysteem: onuitvoerbaar en onbegrijpelijk. Begin 2020 volgen de eindrapporten, inclusief een reactie van het kabinet op de toeslagenproblematiek.

Er is niets mis met onderzoek, maar het is te hopen dat het kabinet zich begin 2020 niet verschuilt achter weer nieuwe onderzoeksopdrachten. De uitslag is bij voorbaat glashelder: miljoenen huishoudens fijnmazige inkomensondersteuning bieden, blijkt een waanidee. Een soberder systeem, met alleen fijnmazige overheidshulp voor de armste gezinnen, zal een hoop ellende schelen.