Houtprijzen zijn in enkele maanden tijd verdubbeld tot recordhoogtes. In de sector komen alle knelpunten van de coronacrisis samen, schrijft Marijn Jongsma, en dat tegen de achtergrond van een structureel stijgende vraag.
‘De’ houtprijs bestaat niet echt: het hangt af van soort en kwaliteit. Maar alle grafieken laten na het dieptepunt in de eerste helft van 2020 een sterk stijgende lijn zien. Bij houthandelaar PontMeyer spreken ze van het corona-effect.
Consumenten waren tijdens de lockdowns aan huis gekluisterd en hadden tijd en geld over. Met als resultaat een run op houten tuinmeubilair, schuttingen en pergola’s. Maar ook dakkapellen en uitbouwtjes zorgen voor extra vraag.
Marijn Jongsma (1969) is economisch redacteur bij EW. Hij blogt wekelijks over financieel- en macro-economische onderwerpen.
Concurrentie met hout als transportmiddel
Hout speelt daarnaast een grote rol in de (internationale) handel. Veel producten worden op houden pallets vervoerd, zodat ze eenvoudig met een vorkheftruck uit een vrachtwagen kunnen worden gehaald. De concurrentie met hout voor de bouw is hevig, zegt de EPV, de branchevereniging voor de Nederlandse emballage- en palletindustrie.
Daar constateren ze dat de bouwsector in de Verenigde Staten (waar relatief veel houten huizen worden gebouwd) inmiddels veel Europees hout opslokt, en daarmee ook een concurrent is geworden voor de palletindustrie.
Lange tijd was dat niet het geval: bouwers hebben een ander deel van de boomstam nodig dan de producenten van pallets. Maar de EPV wijst op een nieuwe techniek, waarmee kleinere houtdelen aan elkaar worden gelijmd tot platen waarmee prefab wanden en vloeren voor huizen kunnen worden gemaakt. Deze platen zijn ook voor Europese bosbouwers en houtzagerijen een lucratieve afzetmarkt. De vraag naar Europees hout kreeg al eerder een zetje door het handelsbeleid van de vorige Amerikaanse president, Donald Trump, die forse importtarieven op Canadees hout invoerde.
Meer vraag, en een aanbod dat achterblijft
Door innovatie (en, ironisch genoeg, een lokale handelsoorlog) wordt de houtmarkt dus nog internationaler, waardoor de schaarste overal voelbaar wordt. De toegenomen vraag valt samen met een beperkt aanbod. Nog steeds kampt de sector met de naweeën van de kredietcrisis, die begon met de crash van de Amerikaanse huizenmarkt. Vorig jaar verlaagden grote zagerijen juist hun capaciteit, omdat ze rekenden op een zware daling van de vraag door de coronacrisis – maar het omgekeerde gebeurde.
Nederland betrekt hout voor de bouw voor het grootste deel uit Scandinavië, de Baltische staten en Rusland. Volgens de Vereniging Van Nederlandse Houthandelaren (VVNH) is de krapte tijdelijk: er groeit in de Europese bossen meer bij dan er wordt geoogst. De bottleneck zit bij transport en verwerking. Het ‘opschalen’ daarvan is echter niet zo eenvoudig: de bouw van een nieuwe houtfabriek duurt al snel twee tot drie jaar.
Lees ook van Marijn Jongsma: Invest-NL, de winkel van Wouter Bos, trekt vooralsnog amper klanten
De ‘letterzetter’ zorgde eerder nog voor overaanbod
De omslag in de bedrijfstak is spectaculair. In 2019 daalden de houtprijzen juist sterk door een keverplaag. De ‘letterzetter’ boort gangen in de schors, waardoor aangetaste bomen uiteindelijk afsterven. Om deze plaag de kop in te drukken, moesten op grote schaal bomen worden gekapt, waardoor er tijdelijk een enorm overaanbod van hout was.
Bosbranden en orkanen hebben vaak hetzelfde prijsdrukkende effect, signaleren ze bij PontMeyer. Omgewaaide bomen gaan naar de zagerij, evenals bomen die worden gekapt om verdere verspreiding van bosbranden te voorkomen. Op langere termijn leiden deze ingrepen juist tot minder aanbod. Herbeplanting kost tijd, en bomen doen er tientallen jaren over om productierijp te zijn.
Hout als icoon van duurzaamheid: pas op voor misbruik
De oorzaak van bovenstaande natuurfenomenen wordt gezocht in de opwarming van de aarde. Grootschalige herbebossing geldt als een van de manieren om broeikasgassen op te slaan en zo de opwarming af te remmen. Hout als grondstof staat daardoor ‘in een positief daglicht’, signaleren ze bij PontMeyer, en op die mogelijk structurele vraagtoename was de productieketen niet voorbereid.
Dat roept weer andere vragen op. Hoe groter de schaarste en hoe hoger de prijzen, hoe groter de kans op (door corruptie mogelijk gemaakte) illegale houtkap aan de randen van Europa en daarbuiten. Hout is in principe een duurzaam product, maar een op hol geslagen vraag leidt onherroepelijk tot misstanden. Laten we daarom alternatieve materialen, ook kunststoffen, niet te snel in de ban doen.