Al tijden schermt het demissionaire kabinet met een uitgebreid onderzoek naar de hervorming van box 3. Daarvan verschenen deze week eindelijk de resultaten. En die zijn teleurstellend, schrijft Jeroen van Wensen. Ten opzichte van 2017 is het dossier geen meter opgeschoven.
De hervorming van box 3 – de verfoeide belasting op spaargeld en beleggingen – zit al jaren muurvast. In het Regeerakkoord van 2017, gesloten door het huidige demissionaire kabinet, stond het voornemen om in deze kabinetsperiode ‘een stelsel van vermogensrendementsheffing op basis van werkelijk rendement’ uit te werken, waarna een volgend kabinet werk zou kunnen maken van de invoering ervan.
Onderzoek naar praktische uitvoerbaarheid box 3-heffing op basis van werkelijk rendement https://t.co/LMP1AMyKXV
— Pressroom Financiën (@PressFinancien) June 21, 2021
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."
Einde aan fictieve rendementen in box 3
In het huidige box 3-stelsel maakt het niet of je vermogen bestaat uit vastgoed met forse rendementen, of uit een spaarrekening waarop de bank geen of zelfs negatieve rente vergoedt. Zodra het vermogen boven 50.000 euro uitkomt, betaal je ongeacht de samenstelling ervan, oplopend tot 1,8 procent belasting. Het stelsel gaat namelijk uit van fictieve (forfaitaire) rendementen, en niet van de werkelijk behaalde rendementen op het vermogen.
In 2019 presenteerde toenmalig staatssecretaris van Financiën Menno Snel (D66) een plan waarmee het kabinet tegemoet wilde komen aan de bezwaren van vooral spaarders. Die mopperden dat ze door die fictieve rendementen veel meer belasting betalen dan ze aan spaarrente ontvangen. Snel kwam met de oplossing om de fictieve rendementen te laten bestaan, maar dan met een onderscheid naar vermogensvorm.
Toch geen nieuw plan voor box 3
Laagrentend spaargeld zou niet of nauwelijks meer worden belast, beleggingen juist tegen een hoog tarief. Maar door dat onderscheid vielen laagrentende staatsobligaties ook onder de hoogbelaste beleggingen. Dit en andere mankementen leidden (gelukkig) tot de ondergang van Snels plan.
Snels opvolger en partijgenoot Hans Vijlbrief kwam deze maand met het enige resultaat dat het kabinet-Rutte III heeft weten te bereiken: een rapport van consultantskantoor PwC waarin staat dat een hervorming van de vermogenstaks niet eenvoudig is – maar wel mogelijk. Een degelijk werk, met herkenbare conclusies en pijnpunten. Herkenbaar, omdat ze al eens eerder zijn opgetekend in het rapport Keuzedocument box 3. Ook een degelijk werk, maar stammend uit 2017, van net voor het Regeerakkoord. Kortom, door het gedraal met box 3 zullen fictieve rendementen de spaarder nog lang blijven achtervolgen.