Om statushouders en starters te bedienen, zet de regering vol in op flexwoningen. Maar de plannen van minister van Volkshuisvesting Hugo de Jonge zijn niet haalbaar, constateert Theo van Vugt.
Het is een mooi idee. Bouw snel flexwoningen. Dat zijn huizen die niet eeuwig blijven staan, maar een jaar of tien tot vijftien. Ze worden vaak in de fabriek gemaakt. Complete gevels met ramen en deuren.
Inmiddels zijn het geen containerwoningen meer, maar redelijk volwaardige – maar wel kleine – huizen. Vervolgens worden ze op een plek in elkaar geschroefd waar behoefte is aan huisvesting. En dat is eigenlijk overal. In de bouwwereld ziet men het ook een beetje als de heilige graal: het is goedkoper. De huizen zijn hetzelfde en het gaat veel sneller.
Aantal flexwoningen neemt niet snel genoeg toe
Meer over dit onderwerp: De tijdelijke woning of ‘flexwoning’ is in opmars
Maar dan is daar toch weer die bekende kink in de kabel. Het aantal flexwoningen neemt links en rechts wel toe, maar lang niet zo snel als de regering wil om starters en statushouders te bedienen. In principe zouden er eind 2024 al 37.500 van die huizen moeten staan. Maar grootste probleem is de weigerachtigheid van bewoners om die flexwoningen in hun achtertuin te krijgen.
Laden…
Al vanaf €15 per maand leest u onbeperkt alle edities en artikelen van EW. Bekijk onze abonnementen.
Bent u al abonnee en hebt u al een account? log dan hier in
U bent momenteel niet ingelogd of u hebt geen geldig abonnement.
Wilt u onbeperkt alle artikelen en edities van EW blijven lezen?
Wilt u opnieuw inloggen