Meer inzet op ondernemerschap is nodig om uit de crisis te komen

Minister van Financiën Sigrid Kaag begint in te zien dat bedrijven de uitweg zijn uit Nederlands probleem. Foto: Robin Utrecht/HH/ANP

In Nederland wordt bij elke tegenslag al snel gekeken naar het bedrijfsleven als dader. Belastingen voor de middenklasse te hoog? Verhoog gewoon de belastingen voor bedrijven. Die nietsontziende houding heeft Nederland al de hoofdkantoren van Shell en Unilever gekost, schrijft Joris Heijn.

Net als veel andere landen gaat Nederland een vierde jaar van crisis in. Na twee jaren van corona-ellende moest 2022 een jaar van uitbundig herstel worden. Maar toen kwam de oorlog. Voor 2023 zijn de vooruitzichten dan ook een stuk minder euforisch. De gasrekening is hoog, de (hypotheek)rente stijgt rap, de boodschappen zijn duur. Omkering van deze trends is nog niet in zicht. En wie meer gaat werken om al die tegenslag zelf op te vangen, ontdekt dat de belasting op die extra verdiende euro’s torenhoog is. Een recept voor onvrede dus. Juist daarin schuilt een gevaar.

Want in Nederland wordt bij elk vermeend schandaal en bij tegenslag al snel gekeken naar het bedrijfsleven als dader en naar de overheid als oplosser. Energierekening hoog? Kom maar met een prijsplafond en room de ‘oorlogswinsten’ van energiebedrijven af. Belastingen voor de middenklasse te hoog? Verhoog gewoon de belastingen voor bedrijven en goed verdienende ondernemers. En al die bedrijven en boeren die maar stikstof en CO2 uitstoten, waarom maakt de overheid daarvoor geen strengere regels, zodat ze dat lekker in het buitenland gaan doen, buiten ons gezichtsveld?

Lees ook dit opiniestuk van Arendo Joustra: Boskalis-baas Berdowski klaagt terecht over politiek Den Haag

Die nietsontziende houding tegenover het bedrijfsleven heeft Nederland al de hoofdkantoren van Shell, Unilever en (bijna) DSM gekost. En brengt veel mkb’ers tot wanhoop, doordat ze verstikt dreigen te raken in de maalstroom van belastingverhogingen en regelzucht. Terwijl hun bedrijvigheid Nederland zoveel heeft gebracht en bovendien de enige weg is uit de crises waarmee Nederland te kampen heeft.

‘Het bedrijfsleven heb je heel hard nodig’

Want in tegenstelling tot die ene overheid, zijn bedrijven onderhevig aan een continue concurrentiestrijd. Wie het snelst een nieuw, beter idee uitvoert, heeft een voorsprong. Wie fors investeert in een mogelijke oplossing, kan daar financieel flink voor worden beloond. Hoe meer dat soort prikkels de komende tijd de vrije loop krijgen, hoe groter de kans dat Nederland de crises te boven komt.

Als Nederland zich succesvol gaat aanpassen aan een wereld van minder en duurder aardgas, komt dat niet doordat de overheid de finan­ciële pijn heeft gestild met een prijsplafond, maar doordat bedrijven hebben geïnvesteerd in stillere en efficiëntere warmtepompen en de fabrieken om ze te maken. En doordat energiebedrijven steeds meer en grotere windmolens op de Noordzee bouwen om gascentrales te ontzien en waterstof te produceren als vervanger voor gas in de industrie.

Als Nederlanders de periode van hoge inflatie doorkomen zonder al te veel financiële schade, komt dat niet doordat de overheid hen royaal heeft gecompenseerd – met geld dat onder meer bij kleine ondernemers is opgehaald – maar doordat ondernemers het verdienvermogen van hun bedrijven wisten te verhogen.

Lees ook het interview met CDA- staatssecretaris Marnix van Rij: ‘Ik vind het echt een kantelpunt waarop we nu staan’

Staatssecretaris van Financiën Marnix van Rij (CDA) gaf in het zomernummer van EW als eerste in het kabinet het signaal af dat het tij moet keren. ‘Het bedrijfsleven heb je heel hard nodig, want de euro moet eerst worden verdiend, voordat-ie kan worden uitgegeven.’ Later volgden ministers Sigrid Kaag (D66), Micky Adriaansens (VVD) en Rob Jetten (D66). Maar hun coalitiepartijen hebben die wijze woorden helaas nog niet in de praktijk gebracht. Zij zien ondernemers nog altijd meer als pinautomaat van hun politieke plannen, dan voor wat zij het meest kunnen zijn: de uitweg voor Nederlands problemen. Hopelijk keert dat tij.