Zo’n 60.000 ondernemers met een belastingschuld door de coronasteun, hebben zich nog altijd niet gemeld. Zij zijn het aan de samenleving verplicht om dat te doen voor de deadline van 1 juni. Maar ook de overheid moet over de brug komen met steun voor ondernemers die in de problemen zijn geraakt door hun coronaschulden, schrijft Nard Lodewijk.
Tijdens de coronacrisis bood de overheid een helpende hand aan ondernemers met diverse betalingsregelingen en tegemoetkomingen, zoals de Noodmaatregel Overbrugging Werkgelegenheid (NOW) en de Tegemoetkoming Vaste Lasten (TVL). Ook werden ondernemers in de gelegenheid gesteld een belastingschuld op te bouwen die pas later hoefde te worden terugbetaald. Ongeveer 240.000 ondernemers hebben nog een schuld openstaan.
Het geduld van de staatssecretaris is op
De tijd begint te dringen: vóór 1 juni moet iedereen die de overheid nog geld verschuldigd is op z’n minst zijn begonnen met betalen. Het geduld van Marnix van Rij, CDA-staatssecretaris van Fiscaliteit en Belastingdienst, is nu echt op. Ongeveer 180.000 ondernemers zijn al netjes begonnen met afbetalen, maar 60.000 ondernemers nog niet. Als zij zich niet voor 1 juni hebben gemeld, gaat de Belastingdienst de openstaande belastingschuld ter waarde van 2,3 miljard euro terugvorderen bij degenen die nog niet hebben betaald. Een regeling treffen is dan niet meer mogelijk. Het is terecht dat Van Rij hier een ferme streep trekt.
De 60.000 ondernemers die nog niets hebben betaald, zijn veelal kleine bedrijven, met een gemiddelde schuld van 5.000 euro. Dat is te overzien, ware het niet dat veel ondernemers niet alleen kampen met de belastingschuld, maar ook met andere betalingsproblemen, zoals huurachterstanden en bankschulden. Zodoende stapelen de problemen zich op en steken ondernemers hun kop in het zand. Buitengewoon naïef, niet in de laatste plaats omdat het gros van die ondernemers persoonlijk aansprakelijk is door de rechtsvorm van hun bedrijf. Des te meer reden om nu de telefoon te pakken en een betalingsregeling te treffen.
Er dreigt een kaalslag van formaat in het Nederlandse mkb
Als de overheid standvastig blijft bij het vorderen na 1 juni dreigt er een kaalslag van formaat in het Nederlandse mkb. Het is logisch dat de overheid de 2,3 miljard euro belastinggeld graag terugwil. Maar de vraag is: is dat bedrag het waard om duizenden ondernemers (persoonlijk) failliet te laten gaan? Een crisis kost geld, en zeker een grote crisis als corona. Het is wellicht beter als overheid wat water bij de wijn te doen.
Geheel kwijtschelden is niet eerlijk tegenover de ondernemers die netjes hun belastingen hebben betaald, maar 2,3 miljard euro terugvorderen met het risico een aanzienlijk deel van het Nederlandse mkb de nek om te draaien, is dat evenmin. Zoals bij de Toeslagenaffaire al bleek: de overheid is erg goed in het uitdelen van geld, maar bij het terugvorderen ervan vallen onnodig veel spaanders. Alle ondernemers die zich voor 1 juni melden, hebben recht op een meedenkende overheid die waar nodig met andere schuldeisers tot een sanering van de schuld overgaat.