Dat het huidige pensioenstelsel aan modernisering toe is, staat buiten kijf. Maar doe dat niet met de gemankeerde Wet toekomst pensioenen, schrijft Jeroen van Wensen.
Aan het eind van deze maand besluit de senaat over de toekomst van het pensioenstelsel. Op 22 en 23 mei zijn volgens plan de laatste debatten over de Wet toekomst pensioenen, met op 30 mei de stemming over de wet die is voortgevloeid uit het pensioenakkoord van 2019, gesloten tussen vakbonden, werkgevers en het kabinet.
Nog net in de oude samenstelling
Deze stemming in de Eerste Kamer heeft op de valreep plaats in de samenstelling van vóór de Provinciale Statenverkiezingen van maart. De partijen die in de Tweede Kamer de wet steunden, de coalitiepartijen VVD, CDA, D66 en ChristenUnie, plus de oppositiepartijen GroenLinks, PvdA en SGP, hebben daardoor in de Eerste Kamer voldoende zetels om ook daar de wet aangenomen te krijgen. Vanaf 8 juni zit in de Eerste Kamer de nieuwe samenstelling en dan hebben deze partijen mogelijk net geen meerderheid meer.
Toch zouden de senatoren zich nog eens achter de oren moeten krabben. Hebben de collega’s in de Tweede Kamer er wel goed aan gedaan om in december ‘ja’ te zeggen tegen deze wet? Natuurlijk is het huidige, uit de jaren vijftig van de vorige eeuw daterende stelsel ingehaald door de tijd en is een verbouwing meer dan gewenst. Maar moet dat nou met de haast en de risico’s die deze wet meebrengt?
Laden…
Al vanaf €15 per maand leest u onbeperkt alle edities en artikelen van EW. Bekijk onze abonnementen.
Bent u al abonnee en hebt u al een account? log dan hier in
U bent momenteel niet ingelogd of u hebt geen geldig abonnement.
Wilt u onbeperkt alle artikelen en edities van EW blijven lezen?
Wilt u opnieuw inloggen