Banken bepleiten een nieuw klimaatlabel. Moet wonen nog veel duurder en ingewikkelder worden? Iedere koper kan nu al checken of het huis wel stevig op zijn fundering staat, schrijft Theo van Vugt.
Afgelopen week bepleitten de hoofdeconomen van ING, Rabobank en ABN AMRO in een rapport een nieuw label voor huizen: het klimaatlabel. Volgens de economen leidt klimaatverandering ertoe dat steeds meer huizen letterlijk onder water komen te staan en met verrotte funderingen zitten door droogte. Een klimaatlabel moet de koper informeren over de risico’s die hij loopt.
Een klimaatrisico levert een lagere prijs op en meer ruimte om te investeren in verduurzaming en verbetering van de woning, zo luidt de theorie. Anderzijds zorgt een beter klimaatlabel voor een hogere prijs. Een huis op 20 meter boven NAP kent minder risico’s dan een huis in het stroomgebied van Maas of Waal.
Overbodig voor wie zelf kan nadenken
Interessant idee, dat klimaatlabel. Maar iedere koper kan nu al checken of het huis dat hij wil kopen wel stevig op zijn fundering staat: bij een bouwkeuring komen zulke zaken ook naar voren.
Bovendien leidt een nieuw label tot veel bureaucratie en onduidelijkheid over de waarde van zo’n label. Kijk naar het bestaande energielabel, dat een indicatie geeft hoe geïsoleerd een huis is. Dat label is duur geworden, en het is niet altijd duidelijk hoe het label tot stand komt. Ook blijken er altijd partijen te zijn die ermee sjoemelen.
Iemand die een huis in Gouda koopt, waar de bodem flink inklinkt, weet wat hij koopt. Het klimaatlabel is onnodig voor mensen die zelf kunnen nadenken.
En voor de mensen die dat niet kunnen of willen, zou de hypotheekverstrekker een seintje kunnen geven: u koopt een huis dat risico’s loopt bij regen en/of droogte. Dat is vooralsnog eenvoudiger.