PostNL wil belastinggeld voor behoud ‘goede postbezorging’, maar die is al niet best

Het gaat slecht met de postbezorging. Beeld: Sebastiaan Barel/HH/ANP

PostNL verdient goed aan pakketten, maar maakt verlies op postbezorging. Het bedrijf wil staatssteun om te voldoen aan de verplichtingen van de Postwet. Die moet het niet zomaar krijgen, schrijft Maria Bouwman.

De kwartaalcijfers die PostNL deze week presenteerde, liegen er niet om. Het gaat slecht met de postbezorging, zowel financieel als kwalitatief. Terwijl de pakketbezorging bloeit – vooral van internationale pakketten – leverde de binnenlandse briefbezorging PostNL in het eerste half jaar van 2024 maar 1 miljoen euro op.

Snel bezorgen lukt ook steeds minder. PostNL ziet een ‘verdere verschuiving’ naar ‘niet-24-uurspost’. Het bedrijf, dat vroeger de belofte van bezorging op de volgende werkdag meestal nog wel waarmaakte, wil nu twee en op langere termijn zelfs drie dagen de tijd om de post te bezorgen. Ook wil PostNL geld van het Rijk, omdat het anders zelfs die ‘goede postbezorging’ niet kan ‘behouden’.

Niet-zo-universele postdienst

Met zo’n verslechtering van de dienstverlening mag het bedrijf niet wegkomen. Op grond van de Postwet wees het Rijk PostNL aan als ‘universele postdienst’. Het bedrijf moet vijf dagen per week gewone post bezorgen, en zes dagen per week rouwpost en medische post. Belangrijker nog: het moet minstens 95 procent van de brieven de volgende dag hebben bezorgd.

De eisen mogen dan hoog zijn, PostNL levert al jaren steeds slechtere service – en dat tegen steeds hogere tarieven. Volgens toezichthouder Autoriteit Consument & Markt (ACM) kunnen consumenten niet ervan uitgaan dat hun post altijd goed aankomt. Brieven worden niet ‘op de juiste wijze’ bezorgd, of zelfs helemaal niet. De ACM ziet het met lede ogen aan, maar zegt vanwege beperkte bevoegdheden niet te kunnen handhaven in ‘individuele zaken’.

Bezorgers scheuren stickers af

Vooral over de bezorging van aangetekende brieven stromen de laatste jaren klachten binnen bij de ACM. Burgers en bedrijven betalen tot wel 24 euro om hun post te kunnen volgen en een handtekening voor ontvangst te krijgen. Zeker voor juridische en zakelijke communicatie en communicatie met de overheid, die aan termijnen is gebonden, is het belangrijk om te kunnen aantonen dat de post goed is aangekomen.

Geregeld doen PostNL-bezorgers aangetekende brieven van bijvoorbeeld de overheid of de rechtbank gewoon door de brievenbus. Of leveren ze zulke post zelfs af bij een pakketpunt, zonder dat de geadresseerde daarvan op de hoogte wordt gesteld.

Consumentenprogramma Radar (AVROTROS) nam vorig jaar de proef op de som: slechts zes van de twintig aangetekende brieven die het verzond, werden op de juiste manier afgeleverd. In sommige gevallen scheurde de bezorger zelfs de sticker, die aangeeft dat het om aangetekende post gaat, van de envelop.

Een (aangetekende) brief missen, kan grote gevolgen hebben: een gedupeerde die Radar sprak, verloor een rechtszaak doordat hij de brief over het betalen van de griffierechten nooit had ontvangen.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Burger verdient goede service

Als het kabinet-Schoof besluit PostNL de staatssteun te geven die het vraagt, kan het niet heen om zijn falen in de afgelopen jaren. Het zou een aanfluiting zijn als PostNL met geld van belastingbetalers diezelfde belastingbetalers slechte en steeds duurdere service blijft leveren.

Een kapitaalinjectie vanuit het Rijk is een uitstekende gelegenheid voor het kabinet om te eisen dat PostNL zich vanaf nu gewoon aan de regels houdt. De ACM betoogde al dat het bezorgen van 95 procent van de post in één dag geen probleem moet zijn in een ‘vlak en dichtbevolkt land’ met een ‘sterke infrastructuur’. Ook zou het aanpakken van bezorgers die peperdure aangetekende brieven kwijtmaken een prioriteit van het bedrijf moeten worden.

Geen enkel bedrijf staat boven de wet. Zeker niet als het, zoals PostNL, een door de staat gesubsidieerde monopolist wil zijn.