De VVD bezuinigt ontwikkelingssamenwerking zo goed als volledig weg. Dat blijkt uit de recente doorberekening van de verkiezingsprogramma’s door het CPB. Met dit openingsbod maakt de partij zichzelf ongeloofwaardig voor de formatie, schrijft Maarten van Nieuw Amerongen op EW Podium.
Om preciezer te zijn: de VVD wil 5,3 miljard euro bezuinigen op ontwikkelingssamenwerking en deze beperken tot noodhulp, opvang in de regio en verplichte internationale afdrachten. Met dit voorstel wordt afgerekend met het handel- en ontwikkelingsbeleid waarvan de VVD zelf jarenlang pleitbezorger is geweest. Het staat bovendien haaks op de eigen visie waarbij Realpolitik en nationaal eigenbelang richtinggevend zijn in het brede buitenlandbeleid.
Gedurende dertien jaar Rutte zijn de verhoudingen in de wereld ingrijpend veranderd. Het beleid is daarop navenant afgestemd, gebaseerd op de premisse dat niemand succesvol is in een wereld die faalt. De VVD onder Dilan Yeşilgöz bewijst zichzelf een slechte dienst met het saneren van juist die inspanningen die zijn gericht op het bevorderen van de internationale rechtsorde en stabiliteit. De tijd waarin ontwikkelingssamenwerking hoofdzakelijk bestond uit begrotingssteun aan derde landen ligt al vele jaren achter ons, maar dat gegeven lijkt aan de VVD volledig voorbij te zijn gegaan.
De focus van ontwikkelingssamenwerking verschoof naar handel
Bezuinigingen na de financiële crisis van 2008 vormden de opmaat naar een hervorming van het ontwikkelingsbeleid onder Rutte I, waarbij traditionele hulp werd ingeruild voor interventies gericht op economische groei, handelsbevordering en investeringen. Het tweede kabinet-Rutte introduceerde zodoende een geïntegreerd ‘hulp-en-handel’-beleid. Om deze transformatie te onderstrepen, ging de verantwoordelijk bewindspersoon voortaan minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking heten.
De gedachte achter deze portefeuillesamenvoeging was dat handelsbevordering hefbomen creëert die hulpgelden beter laten renderen. Nederlandse bedrijven en kennisinstellingen werden nadrukkelijk betrokken als deel van de oplossing van het wereldwijde armoedevraagstuk.
En daarna ging ‘ontwikkelingssamenwerking’ over de problemen in Nederland zelf
Onder Rutte III en IV kreeg deze veranderingstheorie een nieuw accent: voor alles moesten de grondoorzaken van armoede, migratie, terreur en klimaatverandering worden aangepakt. De Sustainable Development Goals vormden daarin de ‘ultieme preventieagenda’: welvaart, stabiliteit en veiligheid elders ter wereld werden opgevat als noodzakelijke voorwaarde voor een welvarend, stabiel en veilig Nederland.
De laatste jaren ziet de eindverantwoordelijke VVD-minister Liesje Schreinemacher een leidende rol weggelegd voor Nederland om in ontwikkelingslanden het maatschappelijk middenveld te ondersteunen als waarborg tegen oprukkend autoritarisme en radicalisering.
Handel vraagt om assertiviteit op het internationale toneel
Het ontwikkelingsbudget uitkleden tot 3 miljard euro zodat alleen humanitaire hulp, opvang in de regio en verdragscontributies overblijven, getuigt van weinig realiteitszin. Een open handelseconomie als die in Nederland snijdt zich hiermee enorm in de vingers. Handel met lage- en middeninkomenslanden komt niet in een vacuüm tot stand, maar vraagt om assertiviteit op het internationale toneel en langdurige partnerschappen die randvoorwaarden scheppen. China springt maar wat graag in het gat dat wij achterlaten.
Het is niet voor niets dat het bedrijfsleven al jaren hamert op het belang van een Afrika-strategie, die onder minister Schreinemacher dan ook het licht zag. De top van het Nederlandse bedrijfsleven realiseert zich terdege welke kansen de Abidjan-Lagos-corridor biedt als één van de economische centra van de toekomst. Om over de geopolitieke consequenties van dit isolationisme nog maar te zwijgen.
Alleen al de 54 Afrikaanse landen samen bepalen meer dan een kwart van de stemverhouding in de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties. De leiders van deze landen zijn nog niet vergeten dat zij achteraan in de rij stonden bij het verdelen van de coronavaccins.
Yeşilgöz zet verdienvermogen en reputatie van Nederland op het spel
Met het uitfaseren van strategische partnerschappen, infrastructuurprogramma’s en investeringen in lokale voedselsystemen haalt de VVD een brug op waar Nederland zelf nog overheen moet. Als het voorstel menens is, zet Yeşilgöz niet alleen het toekomstig verdienvermogen en de reputatie van Nederland als betrouwbare donor op het spel, maar legt ze eveneens een bom onder het internationale klimaatbeleid.
De Nederlandse bijdrage aan klimaatfinanciering maakt namelijk geen onderdeel uit van het bezuinigingsscenario waarin naast verplichte afdrachten alleen noodhulp en opvang in de regio overeind blijven. Breken met het Akkoord van Parijs is geen serieus openingsbod voor de formatie, ook niet voor de VVD.