De uitruil van Israëlische gijzelaars tegen Palestijnse gevangenen liet een scherp contrast zien tussen de moraliteit van Israël en die van Hamas, schrijft CIDI-onderzoeker Freek Vergeer op EW Podium.
Vrijdag 24 november was het zover: de start van de deal waartoe Israël heeft besloten om Israëlische gijzelaars vrij te krijgen, uit de handen van terreurorganisatie Hamas. Een belangrijke deal, want iedere gijzelaar die naar Israël kan terugkeren, is reden voor grote blijdschap.
De andere kant van de medaille is dat er voor iedere Israëlische gijzelaar drie Palestijnse gevangenen vrijkomen. Rondom de deal wordt soms een soort vergelijking gemaakt tussen Israël en Hamas, in sommige gevallen valt zelfs het woord ‘gevangenenruil’. Maar het is van belang om het contrast te blijven zien tussen ontvoerde Israëlische burgers en Palestijnse gevangenen.
Oorlogsmisdrijf versus gedetineerden
Laten we niet vergeten wat Hamas heeft gedaan op 7 oktober, namelijk het aanrichten van een barbaarse massaslachting en het ontvoeren van 240 mensen uit Israël. Dat is overduidelijk een oorlogsmisdrijf. Het ging namelijk om onschuldige burgers, waaronder tientallen kinderen. En met kinderen bedoelen we hier ook echt kinderen, in de leeftijd van 0 tot 12 jaar. Denk bijvoorbeeld aan baby Kfir en de tweeling Yuli en Emma die 3 jaar oud zijn.
Dit staat in scherp contrast met de lijst van 300 Palestijnse gevangenen. Uiteraard probeert Hamas het frame op te dringen dat Israël hetzelfde doet als zij. Maar het gaat hier toch echt om gevangenen die in voorarrest zitten of die al veroordeeld zijn in juridische procedures in Israël, het gaat niet om willekeurig ontvoerde burgers. Het gaat ook niet om baby’s of echt jonge kinderen, maar vooral om jongvolwassenen (de helft is op dit moment 18 jaar).
Aan wat voor delicten moet we dan denken? Het gaat bijvoorbeeld om Ragah Abu Kias, die op 16-jarige leeftijd het vuur opende op Israëlische burgers. Hij is veroordeeld tot een gevangenisstraf van 2 jaar en 5 maanden. Een ander voorbeeld is Marah Bakeer, die een politieagent neerstak. Zij is veroordeeld tot een gevangenisstraf van 8 jaar en 6 maanden. Maar ook de 17-jarige Jamal Yousef Jamal Abu Hamdan, die lid is van de terreurorganisatie Hamas en sinds mei van dit jaar in voorarrest zit vanwege het gooien van stenen.
De perfide chantage door Hamas
Hamas weet dat Israël grote waarde hecht aan de levens van de burgers. De druk in Israël om zich vooral te richten op de bevrijding van de gijzelaars nam alleen maar toe, en dat is ook terecht. Dit kwam ook omdat Hamas geen medewerkers van het Rode Kruis toeliet tot de ontvoerden. Het sneeuwt natuurlijk onder door de blijdschap over de ontvoerde Israëli’s die terugkomen, maar wat Hamas doet is een ongelooflijk perfide manier van chanteren. Het is een nog verdere verdieping van het oorlogsmisdrijf, door de ontvoerden te gebruiken als drukmiddel en ruilmiddel.
Palestijnse gevangenen gehuldigd voor hun misdaden
Er was ook een verschil zichtbaar in de ontvangst van enerzijds de ontvoerde Israëli’s en anderzijds de Palestijnse gevangenen. Alles was in gereedheid gebracht om de ontvoerde burgers op te vangen. Het leidde tot emotionele beelden van kinderen en vrouwen die in de armen vielen van familie, terwijl in een aantal gevallen hun vader of man achterbleef in Gaza. Veel mensen in Israël waren achter de tv gekluisterd en keken mee.
Aan Palestijnse zijde was er eveneens blijdschap. Ook daar vielen de mensen elkaar in de armen. Maar het was verder vooral een dankbetuiging aan Hamas, die ervoor heeft gezorgd dat de straf van de gevangenen opeens een stuk korter was. In Ramallah zwaaiden losgelaten gevangenen met vlaggen van Hamas, getooid met dito hoofdbanden. De Palestijnse samenleving ziet hen niet als gedetineerden die misdrijven hebben begaan, maar als vrijheidsstrijders die bevrijd zijn door Hamas. Dat is een trieste constatering en versterkt nog eens het contrast. In plaats van liefdevolle opvang worden ze gehuldigd voor hun misdaden.