In linksig universiteitsland werd knorrig gereageerd op de verkiezingswinst van de PVV. Toch is het niet gezegd dat een rechtse coalitie de hele academie in armoede stort, schrijft onderzoeker Allan van Hulst op EW Podium.
Al kort na 22 november regende het analyses vanuit de wetenschappelijke ivoren toren. Wilders werd naar de top gestemd door mensen die bang zijn voor de toekomst, stond in de Nijmeegse studentenmagazine Vox. Het Utrechtse universiteitsblad DUB vond gelukkig een student die niemand kende die op de PVV had gestemd. En UvA-lijfblad Folia ging op pad met stemmende studenten die wilden ‘voorkomen dat we wakker worden in een kneiterrechts land’.
Maar wat kunnen universiteiten nu echt verwachten van een rechts kabinet?
Meer kansen voor Nederlandssprekenden
Winnaars PVV en NSC willen fors minder Engelstalige bacheloropleidingen. Daardoor worden universiteiten minder aantrekkelijk voor Engelssprekende docenten. Weinigen zullen het Nederlands in korte tijd zodanig machtig zijn dat ze in die taal kunnen lesgeven.
Het is apekool om het debat hierover discriminatoir of zelfs een bedreiging voor de wetenschap te noemen. Internationale studenten en medewerkers oriënteren zich doorgaans op een groot aantal universiteiten in diverse landen. Van uitsluiting is dus slechts in heel beperkte mate sprake, in elk geval wat betreft de nieuwe aanwas.
Intussen is er een flinke reservebank aan Nederlands wetenschappelijk talent, dat nu vaak misgrijpt in de uiterst competitieve sollicitatieprocedures. Als het Nederlandse als harde eis in academische vacatures komt, biedt dit kansen voor deze groep.
D66- en VVD-beleid was niet veel soeps
Academici die nu grossieren in doembeelden van een instortend wetenschappelijk systeem, zouden zich moeten afvragen of de eerdere D66-VVD-lijn werkelijk zo geslaagd was, vooral vanuit arbeidsrechtelijk perspectief.
De arbeidsinspectie probeert nu met uitgebreide vragenlijsten inzicht te krijgen in de psychische arbeidsbelasting op de werkvloer. Eerder bezochten inspecteurs de universiteiten om zich te laten voorlichten over maatregelen tegen de werkdruk. Gemiddeld krijgen wetenschappelijk medewerkers een vast contract als ze rond de 38 jaar zijn. Dat betekent na afstuderen eerst 10 à 15 jaar van talloze tijdelijke contracten, juist in een periode met vaak allerlei ontwikkelingen op persoonlijk vlak. Dit wreekt zich vaak in meer psychische arbeidsdruk.
De Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) en andere academische spelers lanceerden enkele jaren geleden het initiatief Erkennen en Waarderen. Goede bedoeld, maar vooral een geste richting de bovenlaag. Een universitair docent die fantastisch onderwijs aflevert maar weinig grants binnensleept, kan door dit initiatief toch universitair hoofddocent worden. Maar het brengt geen promovendus of postdoc ook maar een millimeter dichter bij een vast contract.
Met name demissionair minister Robbert Dijkgraaf (D66) is fervent voorstander van deze aanpak, die vooral een gereedschap lijkt om seniorpersoneel te ondersteunen. En de VVD wilde de zogeheten sectorplannen en het Fonds voor Onderzoek en Wetenschap schrappen. NWO-directeur Marcel Levi is zeker geen voorstander: hij wijst op het aantal vaste contracten dat met de sectorplannen samenhangt.
VOLGT U EW MAGAZINE AL OP WHATSAPP?
Volg EW en schep orde in de informatiechaos. Vertrouw op heldere analyses, diepgravende achtergronden en scherpzinnige columns.
Rechts kabinet hoeft niet slecht uit te pakken
De vraag is hoe de formatie zal verlopen. De breed uitgemeten huiver bij veel wetenschappers lijkt overdreven. NSC van Pieter Omtzigt wil een substantieel bedrag investeren in fundamenteel wetenschappelijk onderzoek. Strikt genomen hebben PVV en BBB nog geen universitaire bezuinigingen voorgesteld, de VVD wel. Een formatiecompromis hierover kan weleens neutraal of zelfs positief uitpakken.
De PVV-woordvoerder onderwijs in de afgelopen dertien jaar was Harm Beertema. Die toonde in Kamervragen behoorlijk wat nuance over internationale studenten en medewerkers. Zo stelde hij zelfs: ‘Internationalisering is van grote waarde voor de Nederlandse kenniseconomie, het onderwijs en de wetenschap.’ Als de PVV in een nieuw kabinet de lijn-Beertema volgt, hoeft ook dit niet slecht uit te pakken.
Tegelijk maakt herinvoering van het Nederlands als universitaire onderwijstaal de weg vrij voor aanstormend Nederlands talent. Internationale studenten zullen op termijn hun heil elders zoeken, wat in studentensteden voor minder druk op de overspannen kamermarkt zal zorgen. Zeker met de gefaseerde invoering die NSC bepleit, zullen dergelijke maatregelen nauwelijks leiden tot oneerlijke uitsluiting.
Nieuw kabinet moet arbeidsdruk te lijf
De psychische arbeidsdruk in de universitaire sector moet in een nieuw kabinet onderwerp van zorg worden. De problematiek is hardnekkig en complex. Vooral de versterking van de arbeidspositie van jonge wetenschappers zou welkom zijn, ook met het oog op het verminderen van de psychische arbeidsdruk.
Omdat vorige verkiezingswinnaars zich hierover passief hebben opgesteld, zijn gerichte maatregelen niet meteen te verwachten. Mogelijk zet het onderzoek van de arbeidsinspectie druk op de ketel. Het is me een lief ding waard als de inspectie flink doorwerkt en een stevig rapport op de formatietafels mikt.