Echte dwarsdenkers halen de media niet

04 maart 2021Leestijd: 6 minuten
Een zoutmijn in de Amerikaanse staat New York. Foto: Wikimedia Commons.

In het debat over het coronavirus geven media graag een podium aan zogenaamde dwarsdenkers, wetenschappers die zeggen tegen de stroom in te roeien. Maar als ze echte dwarsdenkers willen vinden, moeten de redacties toch wat beter zoeken, schrijft student aardwetenschappen en filosofie Willem Jan Blom in een artikel voor EW Podium.

Critici van het klimaatbeleid en het coronabeleid zijn niet weg te denken van de talkshowtafels. Vaak blijft hun kritiek niet beperkt tot de politieke maatregelen, maar worden ook de wetenschappelijke inzichten achter dat beleid betwijfeld. En als anderen hen erop wijzen dat de meerderheid van de deskundigen er anders over denkt, trekken ze graag parallellen met wetenschappelijke martelaars uit de geschiedenis. De meerderheid had niet altijd gelijk. ‘Ik zie mijzelf als de nieuwe Galileo,’ zei klimaatscepticus Guus Berkhout bijvoorbeeld. Is dat een terechte vergelijking?

Revolutionaire wetenschapper doorgaans geen mediapersoonlijkheid

Willem Jan Blom (21) studeert aardwetenschappen en filosofie aan de Universiteit Utrecht. Hij is betrokken bij discussies over klimaatverandering en de ouderdom van de aarde.

Dit is een artikel van EW Podium. Daarop publiceert de redactie van EW elke week diverse artikelen van jonge schrijvers, die vanuit hun eigen onderzoek, expertise of werkervaring willen bijdragen aan het publieke debat.

Revolutionaire wetenschappers zijn doorgaans geen mediapersoonlijkheden. Ze worden niet geïnterviewd in dagbladen om midden in een crisis een tegengeluid te geven op terreinen waarvoor ze niet hebben doorgeleerd. Integendeel, meestal kost het hen jaren aan wetenschappelijke arbeid voordat ze worden opgemerkt door de media.

Einsteins eerste baanbrekende publicaties verschenen veertien jaar voordat zijn ideeën media-aandacht kregen. Toen Darwin in 1859 zijn Origin of Species publiceerde, had hij er al jaren aan geologisch en biologisch onderzoek op zitten. Vergelijk dit nu eens met Guus Berkhout, emeritus hoogleraar geofysica, die nog nooit een wetenschappelijk artikel over klimaatverandering heeft geschreven.

Een échte dwarsdenker: de Noorse geoloog Martin Hovland

Een voorbeeld van een échte dwarsdenker van onze tijd is Martin Hovland. Deze Noorse geoloog werkte jarenlang bij Statoil, de grootste olie- en gasproducent van Noorwegen, en aan de universiteit van Bergen en is inmiddels met pensioen. Al ruim vijftien jaar werkt hij aan een nieuwe verklaring voor het ontstaan van zoutlagen, samen met enkele Noorse en Italiaanse geologen. Dit alternatieve model werkte hij uit in een tiental wetenschappelijke publicaties. Voor zover ik heb kunnen achterhalen heeft dit nog geen media-aandacht opgeleverd. Hovland heeft niet eens een eigen Wikipedia-pagina.

Het ontstaan van zoutlagen raakt de samenleving veel minder dan corona of klimaatbeleid. Maar toch is kennis over deze gesteenten van groot belang. De gasbel onder Groningen wordt afgedekt door een zoutlaag die zich over honderdduizenden kilometers uitstrekt van Engeland tot Polen. Strooizout, keukenzout en magnesiumzout worden uit deze laag gewonnen. En ook voor de opslag van kernafval en CO2 hebben ondergrondse zoutcavernes de aandacht. Om onverwachte problemen te voorkomen moeten we weten hoe die zoutlagen ontstaan.

De meeste geologen accepteren de theorie dat zoutlagen ontstaan door indamping. Wanneer een binnenzee geïsoleerd raakt van de oceanen, kan verdamping ervoor zorgen dat het water steeds zouter wordt. Op een gegeven moment slaat dit zout neer en als de situatie maar lang genoeg stabiel blijft, kunnen er dikke lagen ontstaan. De Dode Zee is daarvan een voorbeeld op kleine schaal. Omdat zoutlagen volgens deze theorie alleen kunnen ontstaan in droge gebieden, worden ze gebruikt om het klimaat in het verleden te reconstrueren.

Hovlands ideeën over zoutlagen zijn heel anders. Volgens hem ontstaan zoutlagen niet door verdamping, maar wanneer zout water diep in de ondergrond langs een magmakamer stroomt. Dan begint het water te koken en verliest het zijn vermogen om zout op te lossen. Tussen het sediment groeit een steeds groter zoutlichaam, terwijl het zeewater zogeheten slurries van zoutkorrels meevoert naar boven om af te zetten op de zeebodem. Een andere bron van zout zijn afgezonken oceaanbodems, waar door verhitting hete stromen zout water uit kunnen ontsnappen. Als deze onderweg door de aardkorst afkoelen, slaat het erin opgeloste zout neer.

Bij gelijk Hovland moet geologische geschiedenis worden herschreven

Dit alternatieve model klinkt nogal exotisch. Maar Hovland en zijn team lieten met experimenten en computermodellen zien dat het in principe mogelijk is om op deze manieren zoutlagen te vormen. Daarnaast wijzen ze op allerlei eigenschappen van zoutformaties die zij naar eigen zeggen beter kunnen verklaren. Als ze gelijk hebben, zou de geologische geschiedenis van een groot aantal gebieden op aarde moeten worden herschreven. Dat heeft gevolgen voor onze verwachtingen over wat we in de ondergrond rond zoutlagen kunnen aantreffen. Niet voor niets kreeg Hovland de ruimte bij een oliemaatschappij om aan deze ideeën te werken.

Meer over dit onderwerp: Hoe aardkrachten ons denken bepalen

De meeste geologen accepteren Hovlands hypothese niet. Er zijn goede redenen om vast te houden aan de standaard indampingstheorie. Bovendien zitten er de nodige haken en ogen aan zijn alternatieve theorie. Maar Hovland laat wel zien wat écht dwarsdenken is. Hij durft een algemeen geaccepteerde theorie aan te vallen en iets heel nieuws voor te stellen. Zo ver komen de coronasceptici in de media ook nog wel. Maar daarnaast had Hovland het geduld om zijn ideeën tot in detail uit te werken en in vele publicaties te presenteren aan de wetenschappelijke wereld.

Hovland lijkt geen behoefte te voelen om de media op te zoeken en zijn ideeën te propageren. Een wetenschappelijke dwarsdenker moet geduld hebben. Soms beseffen zijn collega’s pas jaren na zijn dood dat hij gelijk had. De zelfverklaarde deskundigen die in talkshows de consensus rondom het coronavirus aanvallen hebben juist wel de behoefte aan directe aandacht. Zij nemen niet de tijd om hun ideeën uit te werken en te staven met wetenschappelijk onderzoek. Daarin verschillen ze dus van revolutionaire wetenschappers uit de geschiedenis.

Als de media zo graag de nieuwe Einstein willen ontdekken, zullen ze wat beter moeten zoeken.

Wil jij een reactie geven op dit artikel? Discussieer mee! Stuur een reactie van minimaal 200 woorden naar ewpodium@ewmagazine.nl. Inhoudelijke reacties die voldoen aan de algemene fatsoensnormen worden geplaatst onder dit bericht. Zie voorwaarden.

Reacties

 

Philip Reeser, 4 maart:

Een zeer interessant artikel van Willem Jan Blom.

Hij maakt op sublieme wijze duidelijk, hoe wetenschappelijk onderzoek gedaan wordt, en welke langdurige inspanningen daar bij noodzakelijk zijn.

Maar wat betreft de aangeduide critici van van bijvoorbeeld het klimaatalarmisme of de corona-epidemie, maakt hij een fundamentele denkfout.

Het is juist aan de opstellers van die genoemde stellingen, aan te tonen dat die niet gefalsificeerd kunnen worden.

En dat kunnen ze niet. Ze hebben dus hun wetenschappelijk werk niet goed verricht.

Als critici de voor geldend gehouden stellingen – hypothesen -, gedeeltelijk of geheel, kunnen weerleggen  – falsificeren – moeten die hypothesen verworpen worden.

Dit is de basis van elke wetenschap.

 

Voor wetenschaps-filosofie verwijs ik graag naar :

Herman Koningsveld – ‘Het verschijnsel wetenschap

en vooral naar : Karl Popper – ‘The growth of scientific knowledge’ en ‘The logic of scientific discovery’.

 

Bert Bruin, 11 maart:

Goed artikel van Willem Jan Blom. De strekking van zijn verhaal is duidelijk, maar ik vind het jammer dat hij (te) veel ingaat op de Noorse wetenschapper m.b.t. zoutlagen in de aardkorst. Ik had gehoopt dat hij meer in brede zin inging op wetenschappelijke dwarsdenkers. Dat is al interessant genoeg.

 

Eén kritiekpuntje:

Willem Jan Blom zegt dat echte wetenschappelijke dwarsdenkers de media niet halen. Maar wat als die wetenschappelijke dwarsdenkers er helemaal niet zijn! Wat dacht je van de financiële crisis in 2009. Ik heb voor deze crisis geen enkele econoom gehoord dat deze crisis eraan zat te komen. Er was zegge en schrijven één persoon bij de VN die dit mogelijk voorspeld had. En na de crisis mochten alle economen, die de crisis niet aan zagen komen, wel hun zegje doen in de media hoe deze crisis moest worden opgelost.

 

Dat schiet natuurlijk niet op. In feite kun je zeggen dat de hele Erasmusuniversiteit van Rotterdam (specialisten op het gebied van economie) gefaald had. Maar gevolgen had dit niet, en er werd ook niet om gevraagd: iedereen bleef zitten waar hij of zij zat.