Het is niet best gesteld met de Nederlandse democratie. De politieke macht is vastgeroest, het dualisme is stuk en van vernieuwing komt bar weinig terecht. Het is nu echt tijd voor een correctief referendum, schrijven historicus Dennis de Witte en jurist Fabian van Hal in een artikel voor EW Podium.
Ooit was Nederland een toonbeeld van politiek-bestuurlijke vernieuwing: republikeinse wetgevers zorgden voor één van de meest moderne staatsvormen ter wereld. Het was het trotse land waar filosofen als Spinoza en Descartes hun heil vonden, waar Hugo de Groot een spectaculaire basis legde voor het internationale rechtssysteem en waar het denken over staatsvorming zich razendsnel ontwikkelde.
Dennis de Witte (1993) studeerde geschiedenis en heeft een brede interesse in de parlementaire geschiedenis en de politieke actualiteit. Hij werkt op opdrachtbasis als politiek consultant.
Fabian van Hal (1996) is masterstudent Strafrecht en schrijft onder meer voor Vrij Links. Ook werkte hij in de Tweede Kamer voor de fractie Van Kooten-Arissen en was hij lid van de studentenraad van de Universiteit van Amsterdam.
Dit is een artikel van EW Podium. Daarop publiceert de redactie van EW elke week meerdere artikelen van jonge schrijvers, die vanuit hun eigen onderzoek, expertise of werkervaring willen bijdragen aan het publieke debat.
Maar dat Nederland als baken van verlichtingsdenken en vernieuwing is allang verleden tijd. De overheid moet bureaucratische schande na schande verwerken, het dualisme, waarin het parlement de regering controleert, bestaat amper nog en de traditionele machtspartijen zien niets in het betrekken van de bevolking bij de politiek.
De oplossing hoeven we niet van de heersende partijen te verwachten. De enige manier om uit deze impasse te komen, is door bewustzijn te kweken bij de burgers, bij leden van politieke partijen en kritische parlementsleden. Voor deze bestuurlijke stijfhoofdigheid en vastgeroeste partijpolitiek en -discipline bestaat een redmiddel: het correctief referendum.
De parlementaire democratie is geen eindproduct
In het huidige parlement wordt gedanst zoals men al decennia danst. Er is weinig politiek-bestuurlijke vernieuwing en politici doen alsof de huidige bestuursvorm, de parlementaire democratie, het eindpunt is van eeuwen ontwikkeling. Dit eindpunt-denken uit zich in de heersende doctrine dat onze parlementaire democratie en staatsbestel boven alle kritiek verheven moeten zijn. We kiezen één keer in de vier jaar onze volksvertegenwoordigers, en dan is het wel weer mooi geweest.
Deze doctrine lijkt alleen te worden uitgedaagd door partijen aan de randen van het politieke spectrum, zoals de SP en nu ook BIJ1. Enkele jaren geleden leek FVD de partij te worden die de zittende macht kon uitdagen met vernieuwend denken, maar zij verzandde in een intern mijnenveld en een grote scheuring waardoor zij slagkracht verloor. Ooit kwam politieke vernieuwing van de hemelbestormers van D66, die met hun succes in de afgelopen verkiezingen hierin weer een sleutelrol zouden kunnen spelen als deze erfgenamen van Hans van Mierlo wat minder belang zouden hechten aan het pluche en wat meer aan het repareren van onze gehavende democratie.
Lees ook dit stuk van Dennis de Witte terug
Tijd voor nieuw politiek bewustzijn: keer terug naar het dualisme
Zelfs de grootste oppositiepartij des lands, de PVV, verketterd en beschimpt door de heersende macht, draait braaf mee in de machine van machtspolitiek als tandeloze oppositietijger: met regelmaat hevig grommen, maar nooit in staat zijn de macht echt te doen zweten. De PVV wil onderdeel zijn van de geldende normen in de politiek, in plaats van haar nieuwe normen te willen opleggen. De oppositieleider Geert Wilders is intussen één van de langstzittende parlementariërs en onderdeel van de politieke elite, of hij wil of niet.
Vernieuwend denken
Wat de partijpolitiek nodig heeft, is vernieuwend denken over het staatsbestel en de parlementaire democratie. In plaats van te preken voor eigen parochie en hun beleid in beton te genieten met strakke akkoorden, moeten politieke partijen de dialoog met elkaar aangaan in het parlement. Het politieke systeem loopt op deze manier vast, zo bewijst een crisis als de toeslagenaffaire. Bestuurders en partijen worden niet of nauwelijks verantwoordelijk gehouden voor grove misstanden; als zij al moeten aftreden, wacht hun vaak een lucratief baantje elders in het openbaar bestuur of in de private sector.
Daarnaast hoort de Tweede Kamer de regering te controleren. Dit dualisme zorgt ervoor dat de scheiding der machten in stand blijft en de zittende macht effectief kan worden gecontroleerd en bekritiseerd. In de praktijk gebeurt helaas iets anders: doordat coalitiepartijen in de regel meestemmen met regeringsvoorstellen, fractiediscipline beknellend strak is en een hiërarchische structuur hebben, sorteert het dualisme haast geen effect. Een kritisch coalitielid als Pieter Omtzigt is met afstand de uitzondering.
Een middel om de partijpolitiek te dwingen tot verandering, is het correctief referendum. Anders dan een initiërend referendum kan hierbij niet een volledig nieuwe wet op poten worden gezet, maar middels een stembusgang een aangenomen wet worden geannuleerd door het electoraat. Daarnaast zou het kunnen leiden tot het herroepen van wetten die simpelweg de status quo versterken en die dus leiden tot een onwenselijke opeenhoping van macht bij de gevestigde orde.
Een nieuwe manier van politiek bedrijven kan alleen vanuit de samenleving komen, vanuit de partijpolitiek hoeft zij gezien de verhoudingen en ondanks goede bedoelingen van kleine partijen weinig te verwachten. Het correctief referendum is de oplossing, omdat de bevolking hiermee een instrument in handen krijgt om de politiek te dwingen verandering te omarmen. De huidige problemen rondom de formatie en recente schandalen moeten gebruikt worden door vernieuwingsgezinde partijen om als breekijzer te fungeren in het doordrukken van het correctief referendum.
Sociaal contract
Dat instrument zou eigenlijk een vanzelfsprekendheid moeten zijn. Het door Pieter Omtzigt recent herontdekte fenomeen van het sociaal contract bestaat bij gratie van het volk. Wij, burgers van het land, geven onze macht weg in handen van enkelen van ons, de gekozen parlementariërs, die op hun beurt in ons belang een beleid kunnen uitstippelen en een regering benoemen en controleren. Dat is geen vanzelfsprekende overeenkomst. Zij impliceert namelijk dat wanneer de aan de regering geschonken macht niet wordt gebruikt zoals wij willen, we die terug moeten kunnen roepen.
Daarom een correctief referendum
Natuurlijk is er discussie over de precieze vorm van het correctief referendum. Een forse opkomstdrempel is denkbaar – om het middel serieus te kunnen nemen moet het niet mogelijk zijn om bij elk wissewasje een referendum te houden. Om het gewicht van een correctief referendum recht te doen, kan ook worden gedacht aan een aanzienlijk gezelschap steunverklaringen als voorwaarde.
Lees ook dit commentaar van Arendo Joustra: Het R-woord dwarrelt weer rond in Den Haag
Onlangs stemde de Eerste Kamer in met het correctief referendum, het voorstel van SP’er Ronald van Raak. Dit is nog geen definitieve uitslag. Omdat het een wijziging van de Grondwet betreft, moet de huidige Tweede Kamer zich in deze tweede lezing buigen over dit initiatief. Gezien de politieke chaos zitten partijen als de VVD en het CDA niet te wachten op politieke verandering.
De uitdaging van de macht moet vanuit een andere hoek komen. Wij willen kiezers, leden en kritische parlementariërs van politieke partijen vragen om dit prangende, belangrijke en democratische onderwerp te agenderen – binnen de partij en daarbuiten. De macht is vastgeroest, het dualisme is kapot. Het is tijd voor herstel. Grijp deze unieke kans om de macht te laten terugkeren naar waar zij hoort.
Wil jij een reactie geven op dit artikel? Discussieer mee! Stuur een reactie van minimaal 200 woorden naar ewpodium@ewmagazine.nl. Inhoudelijke reacties die voldoen aan de algemene fatsoensnormen worden geplaatst onder dit bericht. Zie voorwaarden.