Psychologische problemen, zoals trauma’s, hebben een enorme impact. Ook op de lichamelijke gesteldheid. Ze lijken zelfs een rol te spelen bij allerlei ziekten. Daar moet meer onderzoek naar worden gedaan, stelt filmmaker Stijn Bouma in het laatste deel van zijn drieluik op EW Podium.
Deel 3. Een andere kijk op genezing
Stijn Bouma (1991) haalde zijn MA Filmstudies aan de UvA, voordat hij in Sarajevo een opleiding volgde tot filmregisseur bij Béla Tarr. Zijn laatste werk Alleen tegen de Staat, over het Toeslagenschandaal, maakte grote indruk. Als filmmaker en spreker heeft hij brede interesses en probeert hij een waardevolle bijdrage te leveren.
Dit is een artikel voor EW Podium. Daarop publiceert de redactie van EW elke week diverse artikelen van jonge schrijvers, die vanuit hun eigen onderzoek, expertise of werkervaring willen bijdragen aan het publieke debat.
De etymologie van het Engelse ‘heal’ is ook wel ‘to make whole’ (heel maken). Hoe kan deze betekenis een bijdrage leveren aan onze kijk op genezing?
Volgens Gabor Maté, over wie ik ook al schreef in het eerste en tweede deel van dit drieluik, kunnen we ‘trauma’ het beste begrijpen als een ‘disconnectie van het zelf’. Trauma is niet hetgeen je overkomt, maar hoe je intern reageert op hetgeen je overkomt. Bij een extreem geval als mishandeling is er sprake van pijn of een ondraaglijk gevoel van machteloosheid. Als reactie hierop sluit je jezelf af van die pijn of dat gevoel. Dit wordt een intern mechanisme (ook wel ‘dissociatie’ genaamd). Het is ondraaglijk of overweldigend, dus sluit het psycho-somatische systeem zich hiervoor af.
Het is dan ook niet voor niets dat de moeders die ik interviewde voor mijn documentaire over het toeslagenschandaal (Alleen tegen de Staat) zeiden: ‘Ik ben mezelf niet meer.’ Door jarenlange traumatische ervaringen hebben ze niet meer het gevoel dat ze in contact zijn met zichzelf en hun eigen gevoelens. Genezing betekent hierbij als contrast ‘het herverbinden met het zelf’ of ‘het weer compleet worden’. Psychiater Bessel van der Kolk spreekt van trauma als ‘dissociatie’, naar genezing als ‘associatie’. De gespletenheid door trauma wordt dan overbrugd. Dit is natuurlijk geen sinecure: het herverbinden met gevoelens en je lichaam waar je je door een (extreme) onbewuste reactie voor hebt afgesloten, is een moeilijk proces.
Luister ook de podcast met Stijn Bouma en Geerten Waling (tekst gaat hieronder verder):
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."
Baat het niet, dan schaadt het niet
Uit mijn vorige artikelen bleek al dat lichaam en geest zeer nauw met elkaar zijn verbonden. Zou het dan ook zo kunnen zijn dat door het geestelijk genezen van trauma, lichamelijke kwalen aangepakt of verlicht kunnen worden? Nogmaals: ik beweer niet dat alleen deze weg moet worden bewandeld. Luister naar je arts en kijk tegelijkertijd of dit kan worden meegenomen in een breder pakket van behandeling.
Er is steeds meer kennis over en daarbij: er zijn geen negatieve effecten aan verbonden. Bij chemotherapie en antibiotica wordt het hele lichaam aangetast (zowel de goede als kwade cellen). Aan de hier volgende suggestie is géén negatief effect verbonden, terwijl er een mogelijkheid is dat dit het immuunsysteem sterker maakt. Waarom zouden we dit níet serieus nemen en verder onderzoeken?
Misschien is er weinig spontaan aan ‘spontane remissies’
Lees ook het EW-onderzoek Beste Ziekenhuizen: Waarheen voor de beste zorg?
Bessel van der Kolk en Gabor Maté vinden dat iedereen het onlangs verschenen boek Cured van Jeffrey Rediger moet lezen. Geen kleine jongen: arts en psychiater, universitair docent op Harvard en werkzaam bij het McLean Mental Health Hospital. Hij onderzocht ongeveer vijftien jaar lang het fenomeen ‘spontane remissies.’ Dit zijn gevallen waarbij mensen door de medische wetenschap zijn opgegeven; diagnose terminaal, hoogstens kans op (korte) verlenging van leven. Ondanks deze zware diagnose zijn er gevallen van mensen die overleven. Deze worden vaak gezien als aparte gevallen of toevalligheden, niet de moeite waard om te onderzoeken.
Eerst wilde Rediger zelf ook niks van dit onderwerp weten; verhalen (en medische dossiers) die hem bereikten, bekeek hij met veel scepsis en wees ze af. Op een dag besloot hij tóch deze gevallen te onderzoeken: medische rapporten na te gaan, te verifiëren en met deze patiënten uitgebreide gesprekken te hebben. Wat bleek? Misschien is er weinig ‘spontaans’ aan ‘spontane remissies’.
Kan kanker ineens verdwijnen?
Rediger destilleerde patronen die nauw aansluiten bij de bevindingen van Maté en Van der Kolk. In veel gevallen bleek hier inderdaad sprake te zijn van een psychologische component. Ik licht hier één voorbeeld uit – een casus onder nauwe begeleiding van doctoren en psychologen, waardoor het medische en psychologische dossier goed te volgen waren.
Daniel was 26 jaar oud (in april 1959), toen hij de diagnose kreeg: uitgezaaide kanker, in lymfklieren en longen. Toen hij vroeg hoelang hij te leven had, kreeg hij te horen: ‘Weken’. Op 8 augustus 1959 bleek na medisch onderzoek dat de kanker geheel was verdwenen. Hoe was dit mogelijk?
Voordeel is dat Daniel in deze tijd ook bij een psycholoog liep, dus dat zowel lichamelijke als mentale aspecten tot in detail zijn beschreven: ‘De ups-and-downs van Daniels agressieve kanker weerspiegelden telkens weer zijn psychologische toestand.’ Toen de kanker agressief en gevaarlijk was, was Daniel depressief. Hij zag de ziekte als een straf van God en had daarbij veel stress van medische rekeningen. In de dagen van zijn ‘miraculeuze’ genezing, had hij hypnosesessies met zijn therapeut, waarin hij liefde ervoer van zijn overgrootmoeder.
‘Daniel heeft achteraf een belangrijk deel van zijn genezing toegeschreven aan een voortdurend, onmiskenbaar gevoel van liefde door een persoon die zo belangrijk voor hem was geweest. Zou dit krachtige gevoel geliefd te zijn, kunnen zijn overgedragen naar zijn immuunsysteem, en diep in hem iets hebben losgemaakt?’
Op zijn minst reden voor meer onderzoek
Een eenmalig geval, toeval, een wonder? Gabor Maté en Jeffrey Rediger beschrijven legio voorbeelden. Rediger verwijst ook netjes naar een verzameling van ‘spontane remissies’, waarin ook dit verhaal van Daniel is te vinden (blz. 541-542). Deze verzameling uit 1993 bevat 3.500 gevallen uit twintig landen. Het onderwerp behoeft nog veel meer onderzoek. De boeken van Maté (When the Body says No), Van der Kolk (The Body keeps the Score) en Rediger (Cured) kunnen onze gidsen zijn bij het bestuderen van het verband tussen lichaam en geest bij ziekte.
Bij de behandeling van een patiënt kan het mijns inziens geen kwaad om vragen te stellen over stress, omgang met emoties en relaties. In de zoektocht naar genezing lijkt me nieuwsgierigheid gepast. Her en der zijn er in Nederland verschillende mensen, zoals een oud-huisarts en de stichting Emovere bezig met deze visie.
Hopelijk kunnen we in de toekomst dan een volgens Bessel van der Kolk cruciale vraag beantwoorden: draagt een toename aan psychologische veiligheid en comfort bij aan een beter functionerend immuunsysteem? En kan het zodoende (deels) bijdragen aan de genezing van verschillende lichamelijke ziekten?
Een kritische houding hierbij is noodzakelijk, maar die mag een open blik niet in de weg staan.
Dit is het laatste deel van een drieluik van Stijn Bouma over de blinde vlekken van de medische wetenschap. Lees ook het eerste en tweede deel.