Net als in de rest van de wereld zijn de Verenigde Staten flink opgeschud door de Russische invasie van Oekraïne. Hoewel de Democraten als één man achter president Joe Biden staan, heeft de oorlog in Oost-Europa binnen rechts Amerika een splitsing blootgelegd tussen haviken en duiven, schrijft historicus en Amerikadeskundige Matthijs Tieleman op EW Podium.
Matthijs Tieleman (1990) is historicus en amerikanist. Onlangs promoveerde hij aan de University of California, Los Angeles (UCLA) en momenteel is hij postdoctoraal onderzoeker aan de Arizona State University.
Dit is een artikel van EW Podium. Daarop publiceert de redactie van EW elke week meerdere artikelen van jonge schrijvers, die vanuit hun eigen onderzoek, expertise of werkervaring willen bijdragen aan het publieke debat.
De interne onenigheid onder de Republikeinen over het Amerikaanse buitenlandbeleid heeft door hun plek in de oppositie voorlopig weinig consequenties. Maar met een impopulaire president in het Witte Huis en tussentijdse verkiezingen in aantocht zal de uitkomst van het debat tussen de Republikeinen binnenkort grote gevolgen hebben voor Amerika, Europa en de rest van de wereld.
Rusland als zondebok voor Amerikaanse frustraties
Amerikanen projecteren al tientallen jaren interne politieke angsten en onenigheden op het buitenland, en op Rusland in het bijzonder. In de negentiende eeuw waren de betrekkingen tussen de twee landen in eerste instantie goed. Maar na de Oktoberrevolutie in 1917, die de bolsjewieken van Vladimir Lenin aan de macht hielp, was er geregeld sprake van Red scare: angst voor de communisten. Vermeende en daadwerkelijke sympathisanten van de Sovjet-Unie werden afgeluisterd, ontslagen en veroordeeld in publieke processen, zoals Sovjet-spion Alger Hiss in 1950.
De angst voor het rode gevaar had grote invloed op het buitenlandbeleid van de Verenigde Staten. Tijdens de Russische Burgeroorlog (1917-1922) stuurden de Verenigde Staten bijvoorbeeld tevergeefs troepen naar Rusland ter ondersteuning van het tsaristische leger. En tijdens de Koude Oorlog stonden de Amerikanen, en de conservatieve beweging in het bijzonder, in de voorhoede tegen Russische dreiging in binnen- en buitenland.
Het Amerikaanse dedain jegens Rusland
Na het uiteenvallen van de Sovjet-Unie in 1991 kwam de Amerikaanse angst voor Rusland tijdelijk tot bedaren. De Amerikanen verklaarden triomfantelijk de Koude Oorlog te hebben gewonnen. In plaats van een machtige Sovjet-Unie werd Rusland in de Amerikaanse media afgebeeld als een land van chaos en corruptie.
Lees ook van Matthijs Tieleman op EW Podium: Wat het Westen nu nodig heeft, is onbaatzuchtig leiderschap
Ondanks vele provocaties van de Russische president Vladimir Poetin begin deze eeuw, zag ook de Amerikaanse president Barack Obama Rusland als een fundamenteel zwak land. Tijdens de presidentsverkiezingen in 2012 schilderde Obama waarschuwingen van zijn Republikeinse tegenkandidaat Mitt Romney over Russische expansiedrift af als een reliek uit de Koude Oorlog.
Was Rusland in 2012 de boeman voor de Republikeinen, na de presidentsverkiezingen van 2016 namen de Democraten dat beeld over. Net als tijdens het overheersende anticommunisme in de twintigste eeuw raakte Washington D.C. jaren geobsedeerd door vermeende en daadwerkelijke infiltratie en desinformatiecampagnes vanuit Rusland.
Herwaardering van Rusland door rechts Amerika
Mede dankzij de polarisatie rond Russiagate staat Rusland in rechts Amerika sinds 2016 in een steeds positiever daglicht. Al was zijn regering beleidsmatig strenger voor Rusland dan directe voorgangers, Donald Trump bewonderde tijdens zijn presidentschap openlijk de autoritaire tactieken van Poetin. De betrokkenheid van Hunter Biden, zoon van Joe Biden, bij het Oekraïense gasbedrijf Burisma Holdings, creëerde bovendien onder Amerikaanse conservatieven een groot wantrouwen ten opzichte van Oekraïne. In 2019 blokkeerde Trump zelfs militaire steun aan Oekraïne om president Volodymyr Zelensky te dwingen een onderzoek naar Bidens zoon te beginnen, wat leidde tot de eerste afzettingsprocedure tegen de Amerikaanse president.
Onder oplopende druk wegens de Oekraïnecrisis zijn in de afgelopen weken pro-Russische sentimenten van prominente conservatieven verder komen bovendrijven. Zij zien deze oorlog vooral als afleiding voor problemen op het thuisfront, oftewel America First, zoals Trump het in zijn presidentscampagne verwoordde. De razend populaire Fox News-presentator Tucker Carlson bijvoorbeeld ziet Poetin niet als een bedreiging, zeker niet vergeleken met het vermeende gevaar van links in Amerika en de onder Amerikanen omvangrijke verslaving aan pijnstillers. Steve Bannon, voormalig strateeg van Trump, noemde Poetin een anti-woke boegbeeld en bondgenoot in het verdedigen van traditionele waarden.
De aanval op de Pax Americana
Toch zijn er ook Republikeinen die zich na de invasie van Oekraïne fel tegen Rusland hebben gekeerd, ook populisten met ambitie voor het presidentschap. Trumps bondgenoten, zoals Tom Cotton en Marco Rubio, stellen zich inmiddels op als haviken tegen de Russische agressie. Deze Senatoren zeggen dat Bidens vermeende zwakte Poetin heeft uitgelokt zijn imperium uit te breiden. Hoeveel steun zij momenteel genieten in het conservatieve electoraat moet blijken.
Naast een grove schending van de soevereiniteit van Oekraïne is de Russische invasie ook een aanval op de Pax Americana, de wereldorde na de val van de Sovjet-Unie. Maar net als in de periode van angst voor de rode communisten is het buitenlandbeleid van de Verenigde Staten sterk onderhevig aan binnenlandse politiek.
Fundamenteel conflict onder Amerikaanse Republikeinen
De conservatieve pijlen zijn vooralsnog gericht op Biden, maar dit is slechts uitstel van een open confrontatie tussen de haviken en duiven in de Amerikaanse conservatieve beweging. De uitkomst van dit broedende conflict in de Republikeinse Partij zal mede bepalen of vrije landen bij een volgende invasie op Amerika kunnen rekenen, of dat zij er alleen voor zullen staan.