De Nederlandse vleessector wil het gesprek over vlees ‘depolariseren’. Is dit gesprek dan gepolariseerd? En zo ja, is dat ernstig? Bart Collard betoogt op EW Podium dat polarisatie om vleesconsumptie prima is.
Bart Collard (1988) heeft een master Opsporingscriminologie (NL) en een master Contraterrorisme (Israël) afgerond. Momenteel schrijft hij een boek over desinformatie. Tevens werkt hij aan een proefschrift over islamitisch terrorisme aan de Universiteit Leiden.
EW Podium publiceert opinies van (vooral jonge) schrijvers, die vanuit eigen onderzoek of werkervaring bijdragen aan het debat. De artikelen reflecteren niet noodzakelijkerwijs de opvatting van de redactie.
De vleessector is begonnen met de campagne Nederland Vleesland. Dat is opmerkelijk aangezien Nederland geen significant verminderde vleesconsumptie kent. Daarnaast geldt dat zo’n 86,54 procent van het geld in die sector wordt verdiend aan de export van vlees. De Nederlandse vleesboer zorgt er niet primair voor dat Nederlanders eten krijgen, maar dat het buitenland wordt gevoed. Dus waarom deze campagne?
Erkend wordt dat Nederlanders ongeveer anderhalf keer de maximale hoeveelheid vlees eten die de Gezondheidsraad adviseert, maar het gaat de sector met zijn campagne primair om de beeldvorming, om de groei van de weerstand tegen vlees. De sector wil de grote twijfelende middengroep ‘laten zien dat vlees bij Nederland hoort’.
Tegen polarisatie van vleesgesprekken?
In NRC legt Dé van de Riet van de Centrale Organisatie voor de Vleessector uit wat het doel van de campagne is:
We willen het gesprek over vlees depolariseren en consumenten de bevestiging geven dat ze niet aan de verkeerde kant staan als ze vlees eten.
Aanvullend stelt hij:
‘In de Haagse bubbel wordt te vaak en te ongenuanceerd gezegd dat vleesproductie (…) slecht voor dieren is.’
Laten we even stilstaan bij die woorden. De Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV) definieert polarisatie als: ‘Het benadrukken van tegenstellingen in de samenleving, met als gevolg dat groepen verder van elkaar verwijderd raken en spanningen toenemen.’ Kennelijk bedoelt Van de Riet dat er mensen uitgesproken tegen vleesconsumptie zijn en dat hij hun uitingen wil beperken. Als er geen kritiek op vleesconsumptie zou zijn, menen vleeseters ook niet dat zij ‘aan de verkeerde kant staan’. Depolariseren is dan het doen stoppen van kritiek op de vleesconsumptie.
Is vlees eten slecht voor dieren?
Staan mensen aan de ‘verkeerde kant’ als ze vlees eten? Van de Riet vreest dat mensen dat gaan denken. Hoe bepaal je wat slecht voor iemand is? Een veelgehoord antwoord is: als het iemands belangen schaadt. Maar hoe bepaal je dan iemands belangen? Uw en mijn belangen zijn waarschijnlijk niet identiek, maar we hebben wel bepaalde gedeelde belangen. We willen beiden niet lijden. Precies om die reden plaatste de achttiende-eeuwse filosoof Jeremy Bentham het criterium voor wie we moeten beschermen bij de vraag: ‘Can they suffer?’ – kunnen ze lijden? Luidt het antwoord ja, dan moeten de belangen van die wezens worden beschermd.
Ogenschijnlijk in lijn hiermee stelt Nederland Vleesland: ‘Respect voor het dier is de eerste prioriteit, van veehouder tot in de slachterij.’ Gerwin van Beek, die dieren naar het slachthuis transporteert, stelt: ‘De dieren moeten zich er goed bij voelen.’ Maar in hoeverre is er ‘respect’ als een dier dat kan lijden na de geboorte wordt weggehaald bij de moeder, wordt geslacht als het een mannetje is en daardoor geen eieren kan leggen of melk kan produceren, in hokken wordt gehouden en vroegtijdig wordt gedood voor menselijke consumptie? In hoeverre voelt een dier zich er goed bij als het wordt getransporteerd naar de locatie waar het geslacht gaat worden? Het is alsof je over slavenhouders in Suriname van tweehonderd jaar geleden zou zeggen dat respect voor hun slaven de eerste prioriteit was. En dat zij vonden dat de slaven zich wel goed moesten voelen bij het slavenleven. Het is volstrekte onzin.
Lees ook dit stuk: Waarom de overheid wil dat u minder vlees eet
Polarisatie om
vleesconsumptie is prima
De AIVD stelde in 2006 al dat polarisatie niet per se negatief is. Het kan leiden tot het aanpakken van morele blinde vlekken in onze samenleving. Rechtsgeleerde Afshin Ellian stelde over de term: ‘Politiek (…) impliceert de polarisatie en verdeeldheid.’ En: ‘De depolitisering barbariseert de publieke ruimte en de burgers ervan.’ De vleescampagne vertegenwoordigt de tegengestelde pool van de campagnes tegen vlees, dus feitelijk draagt de campagne juist bij aan polarisatie. Maar dat is niet erg. Polarisatie hoort bij de democratie; er dient ruimte te zijn voor een debat met sterk botsende opinies.
Er zijn daarnaast de nodige morele kanttekeningen te plaatsen bij het eten van dieren. Dat veeboeren zich in hun bestaan bedreigd voelen door mensen die het gesprek over de moraliteit van vlees eten aanwakkeren, is te begrijpen. Maar dat is geen legitieme reden om het gesprek uit de weg te gaan of te ‘depolariseren’. Sterker nog, het is een gesprek dat dient te worden gevoerd. Het zou immers zomaar zo kunnen zijn dat het morele gelijk niet aan de kant van Nederland Vleesland ligt. Polarisatie omtrent de vleesconsumptie in Nederland is prima. Zonder polarisatie ook geen maatschappelijke vooruitgang.