De mogelijkheden van kunstmatige intelligentie (AI) zijn in korte tijd enorm verbreed door geavanceerde ‘chatbots’, die overal een antwoord op hebben. Indrukwekkend, maar we moeten nu nadenken over het begrenzen van zulke applicaties, schrijft filosoof Gerben Bakker op EW Podium.
Met ChatGPT, maar straks ook met BARD (van Google) en Ernie (van het Chinese Baidu) kan je in een mum van tijd betogen laten schrijven, sollicitatiebrieven opstellen en een hapklaar antwoord op een ingewikkeld probleem opgediend krijgen. Handig? Vast, maar hoe gaan we het inzetten? Dit soort kunstmatige intelligentie lijkt zich te voeden met de behoeften van de gemakzucht. Verwacht meer fake¸ meer TikTok-achtige stompzinnigheid. Laten we het alsjeblieft hebben over de begrenzing van deze applicaties.
Gerben Bakker (1982) studeerde wijsbegeerte en werkt als docent Integrale veiligheidskunde aan de Haagse Hogeschool. Hij is auteur van onder meer Dansen met de hydra (2022) en, samen met Gert Jan Geling, Over politieke correctheid (2018).
EW Podium publiceert opinies van (vooral jonge) schrijvers, die vanuit eigen onderzoek, expertise of werkervaring bijdragen aan het debat. Plaatsing hoeft geen redactionele instemming te betekenen.
Techpositivo’s
Waarom is dit soort programma’s zo’n big issue? Chatbotprogramma’s doen alsof ze menselijke gesprekspartners zijn. In die gesprekken leren ze om antwoorden accurater te maken door feedback van gebruikers. Ze worden beter op basis van input, feitelijk juister en realistischer in het nabootsen van menselijke communicatie. De reden dat we er ineens zoveel over horen is omdat de antwoorden van de bots het stadium van onvolwassenheid voorbij zijn. Maar ook omdat de kunsten ‘gratis’ toegankelijk zijn gemaakt door OpenAI, het bedrijf achter ChatGPT, dat inmiddels aardig wat marktwaarde heeft kunnen bijschrijven.
Het is wachten op het moment dat het niet meer te beoordelen is of bijvoorbeeld dit artikel van mij door een mens of door een machine is gecreëerd. En we hebben het niet alleen over schrijfwerk. Er zijn en komen nog tal van generatieve programma’s, die we, naast schrijven, ook allerlei andere opdrachten kunnen geven, zoals het maken van een kunstwerk, het laten schrijven van een gedicht, het geven van een stem aan een overleden beroemdheid, het maken van een podcast op basis van je gekloonde eigen stem.
Een oplossing voor wat?
Als we de CEO’s en techbazen in San Francisco moeten geloven, zijn de mogelijkheden oneindig. We kunnen ons eigen robotfiguurtje een podcast over de geschiedenis van de Inca’s laten vertellen met de stem van Mark Rutte! We kunnen een portret laten maken van een ideale partner die als mens nooit zal bestaan. Tijd, fun, gemak: alles kan. De ultieme techdroom van Elon Musk is dat we de interactie tussen deze bots en onze gedachten realtime in ons hoofd kunnen laten plaatsvinden.
Lees ook: ChatGPT, welkom in het onderwijs
Enorme mogelijkheden dus. Alleen is de vraag: met welke meerwaarde? Laten we eerlijk zijn: de mobiele telefoon is handig, maar heeft inmiddels een groot deel van andere, nuttiger tijdsbestedingen opgeslokt. Tieners met een schermtijd van acht à tien uur per dag zijn geen uitzondering. Het internet is ongetwijfeld een bron van zinnige informatie, maar staat voor het overgrote deel vol met kattenfilmpjes en unboxing video’s.
Gegijzeld door het beloningscentrum van ons brein
Het resultaat is dat we worden gegijzeld door het goedkope beloningscentrum van ons brein waarop slimme technologie vernuftig is afgestemd. Applicaties zijn zo gebouwd dat ze onze aandacht ideaal vasthouden. Techkapitalisten weten dat. Bedenk dat Steve Jobs, wijlen CEO van Apple, zijn eigen kinderen verbood op de iPad te spelen. Hij kende de risico’s maar al te goed.
Voor wie ze wil zien, zijn de gevolgen duidelijk: de ontlezing van een generatie, een verschraling van de publieke discussie, gebrek aan focus. Tegenover de overvloed staat het groeiend onvermogen om te reflecteren op wat informatie te betekenen heeft. Bedenk dat schrijfbots zullen bijdragen aan de uitdijing van teksten over van alles en nog wat, automatisch gegenereerd. De productiviteit gaat omhoog, inderdaad. Maar er zal eerder meer dan minder ruis ontstaan.
Een tragisch universum waarin we verweesd raken
Nooit eerder was er de suggestie dat machines, binnen een fractie van de tijd, hetzelfde resultaat als dat van een anders moeizaam creatief proces konden bereiken. Kan er dan ook een Hemingway uit de computer rollen? Niet in authentieke zin, wel als namaak. Schrijfbots zijn ‘stochastische papegaaien’. Het probleem is dat we de gegenereerde namaak steeds slechter zullen kunnen identificeren áls namaak. Zo ontstaat een tragisch universum waarin we meer en meer verweesd raken van de scheppingen van échte creativiteit.
Er is geen twijfel over mogelijk dat we schrijfbots gaan gebruiken ter afsnijding van de moeizame, tijdrovende route van de zelfbekwaming. Meer luie schrijvers dus, die minder competent zullen zijn in het verwoorden van menselijke betekenis.
We zijn aanbeland op een cruciaal moment in de geschiedenis waarop vele taken in de toekomst beter zullen worden uitgevoerd door machines dan door mensen. Je kunt dat iets goeds of iets slechts vinden, afhankelijk van hoe optimistisch je bent. Maar zeker is dat wij allen worden gedwongen steviger na te denken over ‘wat voor mensheid’ wij willen zijn.
De relatieve eenvoud van wat ons roert, zal nooit vervat liggen in de robotisch gegenereerde overvloed, maar eerder in het tegendeel daarvan. Ter overweging: in Japan bestaat een boekwinkel waar de eigenaar elke maand maar één titel verkoopt, uitgezocht met de grootst mogelijke aandacht voor kwaliteit. Misschien is dat minimalisme een veel beter idee dan het najagen van wat allemaal mogelijk is.