Conservatieve christenen en radicaal rechts flirten openlijk met elkaar en raken steeds meer verweven. Is de cultuuroorlog die deze christenen strijden echt de ondermijning van de democratie waard, vraagt historicus Gert Jan Geling zich af op EW Podium.
Gert Jan Geling (1987) studeerde geschiedenis, theologie, Arabische taal en cultuur, internationale betrekkingen, American Studies en Midden-Oosten studies. Op dit moment doceert hij Integrale Veiligheidskunde aan de Haagse Hogeschool, promoveert hij in politieke filosofie en schrijft hij boeken over uiteenlopende onderwerpen.
EW Podium publiceert opinies van (veelal beginnende) schrijvers, die vanuit eigen onderzoek, expertise of werkervaring bijdragen aan het debat. De opinies hoeven niet overeen te komen met die van de redactie.
Een kongsi van conservatieve christenen, radicaal-rechtse media en politici en complotdenkers wist samen met een opgehitste menigte de schrijver Pim Lammers na een intimidatiecampagne – waarin hij werd neergezet als pro-pedofilie – zover te krijgen dat hij besloot om af te zien als schrijver van het kinderboekenweekgedicht. Een ouderwetse vorm van – in dit geval rechts-conservatieve – cancel culture.
Voorbeeld van rechtsconservatieve cancel culture
Nu kunnen we denken, onverkwikkelijke affaire, mogen we niet meer laten gebeuren. Maar wie in deze ontwikkeling een eenmalige radicale oprisping ziet heeft het bij het verkeerde eind. Al sinds langere tijd kruipen christelijke conservatieven en radicaal rechts tegen elkaar aan en trekken steeds beter georganiseerd en steeds vocaler op tegen hun gezamenlijke vijanden. En dat roept de vraag op: hoeveel is de steun voor radicaal rechts de conservatieve christenen waard? Want wanneer de democratie onder radicaal rechtse druk komt te staan is het tijd voor conservatieve christenen om fundamentele keuzes te maken.
We leven in een tijd waarin radicaal- en extreemrechts ontegenzeggelijk in opkomst zijn. Of het nou de projectie van extreemrechtse teksten op de Erasmusbrug of het Anne Frankhuis is, een extreemrechtse cancelhetze tegen een schrijver of het feit dat partijen op de uiterst rechtse flank inmiddels een derde van de zetels peilen: een groeiend radicaal rechts is een teken van deze tijd, eigenlijk in heel het Westen. Incidentele extreemrechtse aanslagen lijken een voorbode te zijn van een nieuwe golf van terrorisme en mainstream rechtse politieke partijen worden wereldwijd steeds meer overgenomen door radicalen, zoals bijvoorbeeld de Republikeinse Partij in de Verenigde Staten of de Partido Liberal in Brazilië. In de politiek kan radicaal rechts haar opkomst mede realiseren dankzij steun uit conservatief christelijke hoek.
Groeiende verwevenheid conservatieve christenen met radicaal rechts
De verwevenheid van conservatieve christenen met radicaal rechts kan dan ook niet ontkend worden. In de Republikeinse partij genoot en geniet Donald Trump grote steun van christenen omdat mede dankzij hem op het thema abortus een belangrijke slag in de culture wars gewonnen hebben. De recent uit Brazilië gevluchte ex-President Jair Bolsonaro genoot eveneens veel steun onder zowel met name evangelische christenen, waarbij er na zijn nederlaag door christenen in het hele land zelfs gebeden werd voor een staatsgreep. En ook in ons eigen land zien we de verwevenheid van sommige conservatieve christenen met radicaal rechts toenemen.
Lees ook het interview met Ad van der Helm en Joost Röselaers: ‘Het christelijke denken is een politieke schat’
Met name rondom Forum voor Democratie zien we deze ontwikkeling. Deze partij geniet niet alleen steun in sommige conservatief christelijke kringen, maar draagt ook een heel aantal standpunten uit die deze groepen voorstaan. Wereldwijd trekken christelijke conservatieven samen met radicaal rechts op voor de strijd tegen liberale verworvenheden als abortus en homorechten. In Nederland zien we dat nogal wat christenen zich slachtoffer voelen van een samenleving die overwegend ongelovig is en waarin een seculiere, linkse, liberale elite de waarden uit de tijd dat we nog een christelijke natie waren te gronde richt. Een partij als D66 is voor deze christenen dan ook het ultieme kwaad.
D66 als het absolute kwaad en gedeelde vijand
En diezelfde vijand heeft FVD ook. Bovendien hangt men daar eveneens het idee aan dat een elite het volk kapot wil maken. Ook op onderwerpen als het gezin, abortus of LHBTI en gender thema’s stelt FVD zich geregeld vergelijkbaar op met conservatieve christenen. Verkiezingsuitslagen lieten de afgelopen jaren dan ook zien dat de partij in overwegend christelijke gemeentes zeker steun geniet.
Maar het probleem van radicaal rechts vandaag de dag is niet zozeer haar conservatisme, maar het feit dat ze steeds verder radicaliseert en inmiddels zich in sommige opzichten steeds meer tegen de democratie keert. Denk aan bijvoorbeeld de capitoolbestormingen in zowel de Verenigde Staten als Brazilië, het bidden om een militaire coup in datzelfde Brazilië, of FVD dat onze parlementaire democratie steeds meer poogt te ondermijnen.
Waar ligt voor conservatieve christenen de grens?
En dit roept dan ten slotte de kritische vraag op die we aan conservatief christelijk Nederland mogen stellen: in hoeverre in men in die hoek bereid dit radicaal rechts steun te verlenen, met alle gevolgen voor de democratie van dien? Is het behoud van de democratie an sich minder waard dan succes op het terrein van abortus, het gezin of gender en LHBTI-thema’s? Waar ligt voor deze christenen de grens?
Het gaat hier namelijk niet langer over culture wars tussen conservatieve christenen en seculiere liberalen, maar om het wezen van de democratie. Het zinspelen door radicaal- en extreemrechts op geweld is menens. Bij zowel de capitoolbestorming in de Verenigde Staten als Brazilië zagen we dat deze radicalen bereid zijn om geweld te gebruiken tegen de democratie, en ook dat zij zich hierbij tooien met christelijke symbolen als tempeliersvlaggen en leuzen als ‘God wil het’. Christelijke partijen, groepen en kerken die deze praktijken niet steunen kunnen en mogen dan langer niet langer van dit radicalisme wegkijken.
Het is tijd dat conservatieve christenen kleur gaan bekennen. Gaat voor hen de strijd tegen de liberale elite vóór het beschermen van de democratie? Of erkent men dat de democratie toch belangrijker is, en dat de cultuuroorlog die zij voeren ook binnen het democratische spectrum uitgevochten kan – en moet – worden. Als het dat laatste is dan wordt het tijd dat conservatieve christenen zich steviger distantiëren van radicaal- en extreemrechts. Beter ten halve gekeerd dan ten hele gedwaald.