De leeftijdsgroep ‘Gen Z’ – geboren tussen 1996 en 2012 – vertoont zowel in Nederland als daarbuiten meer angststoornissen, depressies en andere psychische problematiek dan de generaties ervoor. Is dat een gevolg van de wereld waarin zij opgroeien of zijn zij te fragiel? Allebei, schrijft Gen Z’er Daan H. Teer op EW Podium.
Daan H. Teer (1997) is liberaal humanist en schrijver. Hij is alumnus in de geesteswetenschappen aan University College Utrecht, waar hij onder meer taalkunde, geschiedenis, recht en journalistiek studeerde.
EW Podium publiceert opinies van (veelal beginnende) schrijvers, die vanuit eigen onderzoek, expertise of werkervaring bijdragen aan het debat. De opinies hoeven niet overeen te komen met die van de redactie.
‘Generatie Z’ of ‘Gen Z’ (Engels uitgesproken) is de demografische groep geboren tussen ruwweg 1996 en 2012. Vanwege hun affiniteit met het internet worden zij gekarakteriseerd als ‘digitale inheemsen’: de eerste generatie die opgroeit met de smartphone aan de hand vastgelijmd. Technologische vooruitgang voorziet hen van allerlei mogelijkheden waarvan vorige generatieszelfs niet durfden te dromen. Dit maakt Gen Z relatief ondernemend, onafhankelijk en competitief. Een gedreven generatie dus.
Explosieve toenames van psychische stoornissen
Toch lijkt er veel mis te gaan met de psychologische ontwikkeling van deze bevolkingsgroep. De American College Health Association (ACHA) vond explosieve toenames van psychische stoornissen onder Amerikaanse studenten vergeleken met het jaar 2012. Depressies zijn sindsdien toegenomen met 106 procent. Angststoornissen stegen met 134 procent. Ook schizofrenie, anorexia en bipolaire stoornissen nemen in extreme mate toe.
Een gelijksoortige problematiek doet zich voor in Nederland. Volgens het Trimbos-instituut had 26 procent van de Nederlandse bevolking in 2022 een psychische stoornis (in 2009 was dit nog 18 procent). Stemmings- en angststoornissen komen steeds vaker voor. Ook hier scoort de leeftijdsgroep 18-24 jaar (onderdeel van G en Z) het hoogst. 39,6 procent van hen had een stoornis tijdens de afgelopen twaalf maanden – en vergeleken bij werkende volwassen komen psychische aandoeningen bij studenten bijna twee keer zo vaak voor.
Overbescherming maakt jongeren fragiel
Wat ligt er ten grondslag aan deze kwetsbaarheid? Dit is de vraagstelling van journalist Greg Lukanioff en sociaal psycholoog Jonathan Haidt in het boek The Coddling of the American Mind (2018) (vertaling: De Verwenning van de Amerikaanse Geest). Hun hypothese is dat adolescenten mentaal worden verzwakt door een overbeschermende opvoedstijl die prevaleert in de moderne samenleving. Die prent hun drie zogenaamde ‘grote onwaarheden’ in.
Ten eerste: wat je niet doodt, maakt je zwakker. Dus, ongerief dient geen nut en kan het best worden vermeden. Ten tweede: vertrouw altijd je gevoelens. Dus, wat je voelt is waar, ongeacht de feiten. Ten derde: het leven is een strijd tussen goede en slechte mensen. Dus, moraliteit begint met groepjes en niet met jezelf. Dit alles wordt zelden expliciet tegenover jongeren zo verwoord. Maar het wordt continu geïmpliceerd door het milieu waarin zij opgroeien, zowel thuis als in het onderwijs.
Meer over dit onderwerp: Waarom jongeren steeds vaker therapietaal gebruiken
Aanleiding voor het boek was dan ook een geobserveerde trend op Amerikaanse universiteitscampussen waarbij steeds meer studenten zich in medisch jargon beklaagden over lessen. In plaats van de docent inhoudelijk te bekritiseren, eisten zij dat al het materiaal dat als ‘triggering’ (ontstellend), ‘onveilig’ of zelfs ‘traumatisch’ kon worden ervaren, uit het curriculum werd verwijderd.
Wereldse perikelen maken de jeugd onzeker
De overgevoeligheidshypothese verklaart een deel van het probleem, maar is niet het hele verhaal. Het is namelijk niet alleen de interne fragiliteit van Gen Z die ten grondslag ligt aan haar zielenpijn. Het is ook de externe onvoorspelbaarheid die de tijd kenmerkt waarin zij het volwassen leven binnenstappen.
Thema’s als klimaatverandering, polarisatie en woningnood maken dat de toekomst van Gen Z zich moeilijker laat duiden dan die van vorige generaties. Ook de maatschappelijke gevolgen van de corona-aanpak ontmaskerden de stevige instituties die Gen Z ooit dacht te erven als kwetsbare kaartenhuizen.
Wanneer de wereld in chaos verkeert, zoekt een mens bezorgd naar de juiste richting. Zo ook de jeugd. Het archetype van ‘de wijze’ – een voorganger die de weg weet en wijzen wil – speelt daarbij een belangrijke rol. De huidige richtingloosheid van jongeren wijst op een gebrek aan deze functie – traditioneel vervuld door ouderen – in onze samenleving. Gen Z wil wel, maar weet niet hoe. Het levenspad van jongeren voelt bij aanvang als een opwaartse strijd in het donker. Zo’n onzekerheid kan verlammend werken en escaleren in wanhoop, of zelfs pathologie.
Cynische ideologen spelen op die kwetsbaarheid in door Gen Z te strikken voor politieke doeleinden. De maatschappelijke blindheid van de jeugd – en het richtingverlangen dat daaruit voortkomt – maakt hen gevoelig voor de rechtlijnigheid van een extremistisch kader. Maar, de collectieve ‘missie’ komt dan boven de zingeving van het individu te liggen. Dit stagneert de persoonlijke groei en daardoor de weg naar volwassenheid. Wie in zo’n valstrik trapt, offert het complexe levensavontuur op voor een eenduidige wandelroute de afgrond in.
Geen curling-ouders, maar bokscoaches
Het advies van Lukianoff en Haidt om de fragiliteit van Gen Z tegen te gaan, is simpel: ‘Bereid het kind voor op de weg, niet de weg op het kind.’ Besef dat de wereld per definitie onveilig is, dat de jeugd zich daartoe moet verhouden, en speel hierop in. Moedig datgene in hen aan dat de potentie bezit weerbaar te worden, problemen op te lossen en zich te verhouden met de onzekerheden van hun tijd. Gen Z behoeft geen curling-ouders, maar bokscoaches: geen overbescherming, maar aanmoediging.
Lees meer over de zorgen van jongeren: Jong, bezorgd en bevlogen: waarom is de jeugd zo somber?
Niet alleen ouderen dragen daarvoor de verantwoordelijkheid. Het is evengoed aan jongeren om zich voor te bereiden op de onafhankelijkheid. Hoe onrechtvaardig de wereld ook moge zijn, het stokje wordt sowieso doorgegeven. De geestelijke problematiek van Gen Z wordt niet zelden gebagatelliseerd als aanstellerij. Maar, zelfs als zij elkaar hun stoornissen aanpraatten, dan is dat in zichzelf een risico. De slachtofferrol maakt een mens passief en hulpeloos. Het verhindert zo de ontwikkeling van zelfstandige volwassenheid.
De leden van Generatie Z zijn niet zomaar zieke, zwakke zielepieten. Het zijn kinderen aan wie hun leven lang naïeve zorgeloosheid is beloofd, maar die zich nu als jongvolwassenen plotseling geconfronteerd zien met een mateloos lijkende chaos. Ouderen die een houtsnijdende verklaring kunnen bieden voor de grote vraagstukken in de wereld – of nog beter: een oplossing – zijn zeldzaam. Gen Z heeft daarmee de grote wereldse vraagstukken in de maag gesplitst gekregen. Het is dus geen wonder dat zij bij bosjes vallen voor de holle oplossingen van ideologische dogmatici.
Gen Z moet het huis en de gedachten uit
Als het leven gevaarlijk oogt, is het verleidelijk om alsmaar thuis te blijven bibberen. Maar, wie elk risico vermijdt, vermijdt het leven zelve. Dat is de vloek van Gen Z: de verlammende angst voor het tot nog toe onbekende. Wat zij zich – in hun jeugdigheid – nog niet realiseren is dat geen kasteelmuur hun volledige veiligheid biedt, omdat zoiets simpelweg niet bestaat. Zij moeten dus naar buiten: zowel hun huis uit als hun gedachten. Het leven, met al zijn beproevingen, dient te worden geleefd , juist omdat het einde alsmaar loert. Memento mori, dus Carpe Diem.