Democratie en persvrijheid gaan hand in hand. Door corona is het publieke vertrouwen in journalisten gedaald, terwijl overheden deze pottenkijkers het liefste weren. Dat gebeurt wereldwijd, maar zeker ook in het Nederlands Koninkrijk, schrijft de Arubaanse journalist Melissa Stamper op EW Podium.
Terwijl men internationaal op 3 mei de dag van de persvrijheid viert, was het op 1 september op Aruba de ‘Dag van de Pers’. Het blijft een vreemd concept: Arubaanse bedrijven en instanties sturen ‘relatiegeschenken’ om de pers te bedanken voor de samenwerking en hun inzet. Woorden van lof voor de rol van de pers als belangrijk fundament van democratie, maar wordt er echt stilgestaan bij het belang van onderzoeksjournalistiek en de mogelijkheid om onderzoek te verrichten?
Melissa Stamper (1982) is hoofdredacteur en journalist bij de Nederlandstalige Arubaanse krant Amigoe. Ze studeerde Engelse Taalkunde aan de Vrije Universiteit in Amsterdam en specialiseerde zich in media, redactie en taaladvies. Na ruim vijftien jaar in Nederland te hebben gestudeerd en gewerkt keerde ze vier jaar geleden terug naar Aruba.
Dit is een artikel voor EW Podium. Daarop publiceert de redactie van EW elke week meerdere artikelen van jonge schrijvers, die vanuit hun eigen onderzoek, expertise of werkervaring willen bijdragen aan het publieke debat.
Wantrouwen in de pers stijgt, zeker na corona
Waar de pers voorheen nog autoriteit had, met als belangrijkste rol de waakhondfunctie van de democratie, wordt zij tegenwoordig vaker afgedaan als brenger van ‘fake news’. Uit het digitale nieuwsrapport 2021 van Reuters blijkt dat de bezorgdheid over desinformatie dit jaar met 2 procent is gestegen in vergelijking met 2020. De grootste zorgen komen voor in Afrika (74 procent), gevolgd door Latijns-Amerika (65 procent), Noord-Amerika (63 procent), Azië (59 procent) en de laagste in Europa (54 procent).
Ook de komst van corona zorgde voor meer wantrouwen over de rol van de media en onafhankelijk onderzoek. Volgens hetzelfde jaarverslag geven mensen aan meer nepnieuws en misleidende informatie over het coronavirus (54 procent) te zien dan over politiek (43 procent). In veel landen hekelen journalisten de manier waarop de overheid met de pers omging tijdens de coronapandemie. Zo ook op Aruba. Sommige journalisten mochten niet aanwezig zijn bij persconferenties en werden gelimiteerd bij het stellen van vragen. Opvallend was dat de regering bepaalde vragen via Whatsapp, die wellicht kritisch waren over haar coronabeleid, niet selecteerde ter beantwoording.
Persvrijheid met voeten getreden in Koninkrijk der Nederlanden
Hierdoor kreeg de Arubaanse bevolking de indruk dat journalisten niet kritisch waren over het beleid of dat zij geen onafhankelijk onderzoek deden om juiste informatie te geven. Ook was aan het begin van de pandemie onduidelijkheid ontstaan over wie geaccrediteerd was als pers en zich tijdens de avondklok op straat mocht begeven om verslag te doen. De situatie escaleerde zodanig dat er een lid van de pers onterecht werd aangehouden. Dit leidde indirect zelfs tot het ontslag van de korpschef.
Op Curaçao kwam het tot de schorsing van een Curaçaose journalist door zijn opdrachtgever, toen hij tijdens een persconferentie kritiek uitte. Deze acties zorgden ervoor dat onder meer Reporters Without Borders (RSF) de beperkingen van journalisten binnen het Nederlands Koninkrijk bekritiseerde. Mede hierdoor zakte Nederland van de vierde naar de vijfde plaats op de jaarlijkse persvrijheidsindex van RSF. Het onderdrukken van journalisten die kritiek uiten op de corona-aanpak van hun regering kwam in meerdere landen voor, waardoor zelfs Amnesty International het belang van de persvrijheid en het verschaffen van volledige informatie ging benadrukken. En persvrijheid bestaat uiteraard niet zonder mogelijkheden om goed onderzoek te doen.
Kleine wasjes, grote wasjes
In democratische samenlevingen overal ter wereld vervult de pers een noodzakelijke rol bij het verstrekken van juiste en onafhankelijke informatie. Maar om deze rol goed te kunnen vervullen heeft zij te allen tijde vrije toegang tot informatie en documentatie nodig en moet zij ook de vrijheid hebben om haar werk te kunnen doen.
Lees ook deze column van Geerten Waling over de Caribische rijksdelen: Koninkrijk lijdt, maar Nederland leidt niet
De schandalen uit de Verenigde Staten die we kennen uit de Watergate, Panama en Paradise Papers laten zien dat onafhankelijke onderzoeksjournalistiek een grote impact heeft op zowel lokaal als internationaal vlak. Zo bleek uit de Panama Papers dat een Arubaan over een periode van tien jaar 1,3 miljoen dollar had witgewassen die hij als ex-manager ontving voor het verzorgen van lucratieve contracten bij zijn oude werkgever, het staatstelecombedrijf. Dit zou niet aan het licht zijn gekomen als er geen onderzoek was gedaan naar belastingparadijzen van offshorebedrijven.
Om nog een lokaal voorbeeld te geven: zonder een recent ingediend WOB-verzoek van een Arubaanse journalist om de beschikking uit 2012 van het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) vrij te geven, zou er afgelopen maandag geen eerste aanhouding zijn geweest in de heropening van de moordzaak van Arubaanse verslaggever en tv-presentator ‘Poentje’ Castro – ruim tien jaar nadat hij werd doodgeschoten in zijn tuin in Oranjestad. In Nederland staat Castro beter bekend om zijn betrokkenheid bij Patrick van der Eem, de man die met een verborgen camera Joran van der Sloot erin luisde.
Media hebben een grote verantwoordelijkheid
Op een klein Caribisch eiland als Aruba is het lastig om aan onafhankelijke journalistiek te doen zonder op de tenen van de regering te trappen. Daarom is het essentieel dat de pers de vrijheid krijgt zijn werk volledig uit te kunnen voeren en hierin niet wordt belemmerd, ook op een klein eiland. Het dorpsgevoel heeft ook zijn voordelen. Zo hebben journalisten korte lijnen met bewindspersonen en zijn er onderwerpen genoeg waarin je je als journalist kan verdiepen. Zoals een collega ooit zei: ‘Je hoeft slechts naar een feestje te gaan en mensen stappen zelf op je af met hun verhaal’.
Lees ook dit profiel over de staatssecretaris van Koninkrijksrelaties: Raymond Knops: onze man in de West
Aan de andere kant kan een verhaal – op de juiste of onjuiste manier gebracht – een groot impact hebben op niet alleen de persoon over wie geschreven wordt, maar ook op de journalist vanwege de sociale druk op zo’n klein eiland.
De crisis heeft ons laten inzien dat persvrijheid en toegang tot informatie noodzakelijk zijn om fake news te bestrijden. Democratie en de pers zijn sterk met elkaar verweven. Zonder goede en onafhankelijke berichtgeving loopt de democratie vast. Hoog tijd om journalisten meer ruimte te geven om dieper te graven om de grote, de kleine maar vooral de vuile wasjes buiten te hangen.