De afbrokkeling van Amerikaanse macht en de uiteenlopende belangen van Europa en de Verenigde Staten nopen tot een herziening van de rol die Europa voor zichzelf ziet. Dat betoogt geopolitiek analist Paul Verhagen op EW Podium in deel 3 van zijn serie over amerikanisering. De toekomst van Europa ligt voor het oprapen, maar meer van hetzelfde is geen succesformule.
Zoals we in de vorige delen van deze serie zagen, is Amerika meer dan een grootmacht: het is een hypermacht. De afgelopen 25 jaar domineerde Amerika militair, economisch, cultureel en diplomatiek de wereld. Het is de grootste economie in de wereld, bijna 40 procent van de mondiale defensiebesteding komt van de Verenigde Staten, geen taal wordt zoveel gesproken als het Engels, en de Amerikaanse dollar is de mondiale munteenheid. En toch, ondanks al deze troefkaarten bestaat de breed gedeelde perceptie dat de Amerikaanse hypermacht aan het afbrokkelen is. Leven wij aan het begin van het einde van de American Century?
Paul Verhagen (1991) is datawetenschapper en geopolitiek analist bij The Hague Centre for Strategic Studies, waar hij onderzoek doet naar nieuwe technologieën,
zoals kunstmatige intelligentie.
Samen met zijn vader Frans Verhagen schreef hij het boek Het Amerikaanse presidentschap (2020).
Dit is een artikel voor EW Podium, waarop elke week artikelen verschijnen van jonge schrijvers, die vanuit hun eigen onderzoek, expertise of werkervaring bijdragen aan het publieke debat.
Einde van de Amerikaanse Eeuw?
In 1960 vormden de Verenigde Staten ongeveer 40 procent van de mondiale economie, nu is dat rond de 24 procent. Vanaf 2015 liep de gemiddelde levensverwachting van Amerikanen achtereenvolgende jaren terug, nota bene in het rijkste en technologisch meest geavanceerde land ooit in wereldgeschiedenis. Op verschillende ontwikkelingsindicatoren begint Amerika te stagneren en soms zelfs te zakken, al blijft het vooralsnog een wereldleider.
Het is echter niet meer zo dat er geen reële uitdager is. Het is evident dat met de opkomst van China, maar ook andere niet-westerse landen, het Amerikaanse machtsmonopolie langzaam is teruggelopen. Maar het grootste gevaar schuilt voor de Verenigde Staten in de binnenlandse politieke patstelling. Hoe machtig de Amerikaanse strijdmachten ook zijn, ze staan in dienst van de civiele Amerikaanse autoriteiten. Binnenlands hebben de Verenigde Staten een interne rancune en vijandigheid bereikt die sinds de Amerikaanse Burgeroorlog niet meer is gezien.
Amerika keert zich in zichzelf
Binnenlandse politiek is een enorme motor voor de mondiale terugtrekking die wij onder meer in Afghanistan zien. De Amerikaanse wegen zitten vol gaten, internet is mondjesmaat beschikbaar, waterleidingen zijn nog gemaakt van lood. Menige Amerikaanse stemmer vraagt zich af waarom de Verenigde Staten troepen en geld sturen naar landen die zij zelf niet op een wereldkaart kunnen vinden. Dit terwijl hun eigen land langzaam afbrokkelt.
Een Chinese toerist die vanuit Shanghai naar Washington DC vliegt, staat versteld van de krakkemikkigheid van het Amerikaanse metrosysteem. Amerikanen zijn klaar met het buitenland en meer geïnteresseerd in het thuisfront. Dit gevoel, dat Amerikanen niet in staat zijn oorlogen te winnen en dat hun land richting afgrond gaat, is niet nieuw. Ook na het verlies in de Vietnamoorlog volgde een periode tot grofweg de eerste Golfoorlog waarin de Amerikanen eigenlijk niet bereid waren te interveniëren.
Pivot to China: alles staat nu in het teken van competitie met China
Hoewel Amerikanen in het algemeen niet geïnteresseerd zijn in buitenlandse politiek, is er niets zo Amerikaans als Number One willen zijn. Binnen die context is de rivaliteit met China wel degelijk iets wat leeft onder Amerikanen. We zien een ideologisch conflict, niet over wie werelddominantie verkrijgt, maar een wedloop over wat de betere bestuursvorm is: democratisch kapitalisme of autoritair staatskapitalisme?
Lees ook dit EW Podium-stuk van Paul Verhagen terug: Het tijdperk van big business is voorbij
Het nieuwe grote slagveld hier is economie. Waar in het recente verleden vrijhandel de sluitsteen was van het Amerikaanse buitenlandbeleid, versnelde president Donald Trump een protectionistische draai. Alles staat nu in het teken van economische competitie en technologische innovatie tegenover China. Geavanceerde technologie zoals halfgeleiders, kunstmatige intelligentie en quantumcomputers speelt hierbij een cruciale rol bij.
De Franse Faux Pas
Dit alles brengt ons bij wat dit betekent voor Europa. Sinds het einde van de Tweede Wereldoorlog was Europa de belangrijkste regio in de wereld. De wapenwedloop tussen de Sovjet-Unie en de Verenigde Staten draaide om het Europese continent, en van beide kanten waren miljoenen troepen gericht op het verdedigen van het continent. Het is misschien schokkend voor Europeanen, maar Europa is niet meer de belangrijkste regio.
Het mondiale economische zwaartepunt is verschoven naar Azië, en met die verschuiving gaan ook de Amerikaanse troepen en belangen die kant op. U hoeft niet ver te kijken om daarvan meteen de gevolgen voor Europa te zien. De Fransen hebben hun ambassadeur teruggetrokken in een hoogoplopende ruzie over Australische onderzeeërs.
De Amerikanen gaan Australië helpen met kernonderzeeërs bouwen om China in toom te houden. Hiermee ondermijnden ze al jaren lopende onderhandelingen met de Fransen om van hen onderzeeërs te kopen. Kortom, een van Amerika’s oudste en trouwste Europeaanse bondgenoten werd bruut aan de kant geschoven in het kader van strategisch competitie met China. Als Europa nog steeds de belangrijkste regio was, zou dit niet zijn gebeurd.
Voor Europa is het tijd om volwassen te worden
Europa is een economische grootmacht: afhankelijk van hoe je rekent, is het de een na grootste economie ter wereld. Bijna 450 miljoen mensen wonen, werken en leven in het meest succesvolle experiment in transnationale economische integratie in de wereldgeschiedenis. Maar een puur economische grootmacht bestaat niet.
Lees ook dit commentaar van René van Rijckevorsel
De EU is economisch volwassen en relevant, maar op geopolitiek niveau is het een kleuter. Buitenlands beleid is geen bevoegdheid van de EU, met als gevolg dat landen bilateraal tegen China moeten opboksen. Op individueel niveau is dat dweilen met de kraan open. Verdere Europese integratie op buitenlands gebied is onvermijdelijk in het nieuwe geopolitieke klimaat. Het presidentschap van Trump gaf al de eerste aanwijzingen van wat er gebeurt als Amerikaanse en Europese belangen niet meer in de pas lopen.
Hoewel Amerika niet meer oppermachtig is, zal het nog decennia met afstand het machtigste land ter wereld blijven. Maar het omslagpunt ligt in de nabije toekomst. Als Europa wil kunnen floreren als dat moment komt, zal het een proactief en coherent buitenlands beleid moeten hebben, en bereid zijn een speler te zijn in het mondiale geopolitieke machtsspel. Doen wij dit niet, dan kunnen we onze handen wringen tot we een ons wegen, maar blijven we een geopolitieke speelbal.