Zorgpersoneel is gewend om hard te werken, met hart en ziel. Maar als daar geen waardering tegenover staat, wordt het wel erg zwaar, zeker in coronatijd. Dit ervaart internist-nefroloog Zaheeb Choudry in het ziekenhuis op Aruba. Hij schrijft erover voor EW Podium.
Door de jaren heen heb ik net als de rest van mijn collega’s veel overuren gedraaid in het ziekenhuis, allemaal in het belang van de patiënt. Als zorgpersoneel werken we met hart en ziel voor onze patiënten. Hiervoor is geen tegenprestatie qua geld of tijd. We accepteren het als een onderdeel van ons vak. Maar is dat wel terecht?
Zaheeb Choudhry (1985) is internist-nefroloog in het Dr. Horacio Oduber Hospitaal op Aruba. Hij wisselt lokale specialistische zorg af met academisch werk en is nu bezig met een tweede fellowship (differentiatie) tot klinisch immunoloog en allergoloog in het UMC Amsterdam.
Dit is een artikel voor EW Podium. Daarop publiceert de redactie van EW elke week meerdere artikelen van jonge schrijvers, die vanuit hun eigen onderzoek, expertise of werkervaring willen bijdragen aan het publieke debat.
Noodoproep om 2 uur ’s nachts
Het is hard werken en het brengt voldoening, al lijdt ons gezin onder onze opoffering. Om een voorbeeld te geven: om twee uur ’s nachts word ik gebeld door de poortarts. Ik moet met spoed komen: een man van middelbare leeftijd presenteerde zich op de spoedeisende eerste hulp met nieren die niet meer functioneerden. Hij ademde heel snel, in zijn borstkas sloeg zijn hart 140 keer per minuut (alsof hij een marathon liep). Hij had wijd opengesperde ogen, was onrustig en had hypoxische angst.
Bij hypoxie is er sprake van zuurstoftekort. Achteraf geven mensen vaak aan dat het voelt alsof je boven water probeert te komen, maar dat lukt niet. Zijn familie was bezorgd en vreesde dat hij het niet zou halen. In dergelijke acute gevallen geldt dat wie aarzelt, die verliest. Het doel was om de ademnood en de belasting van het hart direct te verminderen door snel te dialyseren. Wanneer je te lang wacht, zijn de longen rijp voor mechanische beademing via een pijpje in de keel of volgt de dood.
Ik bel het dialyseteam en tuig me op in een steriel blauw pakje. Ik plaats een plastic slangetje in de grote halsader. Ons team heeft in rap tempo een dialysemachine opgebouwd, de patiënt wordt aangesloten en het bloed wordt schoongespoeld. Na vier uur spoelen, zes verschillende medicijnen, ademt hij veel beter en is hij rustiger. De marathon is ten einde gekomen.
Zeven dagen 24-uursdienst
Inmiddels is het zeven uur ’s ochtends, mijn werkdag in het ziekenhuis begint om half acht, dus ik besluit te blijven. De dag vult zich met spreekuren, supervisie geven aan de zaalarts en tussendoor naar de intensive care om de zorg voor de nierpatiënt te continueren. Aan het einde van de dag is hij een flink stuk beter, ik bespreek het toekomstige behandelplan met de familie en de patiënt.
Lees ook dit stuk van Zaheeb Choudhry voor EW Podium: Een arts moet juist een mens durven zijn
Ik heb deze week zeven dagen 24-uursdienst. Andere patiënten passeren de revue, nachten worden onderbroken met spoedgevallen. En dan zit de dienst erop. De nierpatiënt en familie maken het goed, hun dankbaarheid doet me denken aan de initiële motivatie die ik had als jonge knul om arts te worden: hier doen we het voor.
Het is ook zwaar voor onze wederhelft
Collega’s die dit lezen, herkennen het als een gemiddelde dienstweek. In het algemeen schuwen medisch specialisten de vele uren die worden gedraaid niet. Dat hoort bij het vak, zo zijn we opgeleid. Ik was achttien jaar toen ik begon aan de opleiding geneeskunde. Ik had toen nog geen goed beeld van wat het vak als medisch specialist zou inhouden. Dat het hard werken zou worden, vond ik niet erg. Opgroeiend in een arbeidersbuurt denk je in dezelfde termen: hard werken en de rest komt vanzelf.
Het leven van een medisch specialist is ook zwaar voor de wederhelft. Wanneer wij klussen op de intensive care, dragen zij de last thuis. Het slaaptekort kost jaren van ons leven en heeft zijn weerslag op onze lichamelijke en geestelijke gezondheid, blijkt uit slaaponderzoek. We leiden geen gezonde levensstijl. Dat is ook de reden waarom veel huwelijken van medisch specialisten eindigen in een scheiding en dat we gemiddeld tien jaar van ons leven inleveren. Zoals ik al zei, met hart en ziel…
Weer een corona-uitbraak op Aruba
Zelfs werk ik een groot deel van het jaar op Aruba. Ons kleine team in het enige ziekenhuis op het eiland weet: Aruba is afhankelijk van ons en wij van Aruba. Dat er vanuit Nederland en de Arubaanse regering bezuinigingen op de zorg worden afgedwongen, is onbegrijpelijk – vooral nu, in het coronatijdperk. Als arts en onderdeel van het zorgpersoneel krijg ik niet het gevoel dat dezelfde toewijding en de opofferingen die wij doen, ook aan ons worden toebedeeld. Ik vraag me dan ook af hoe dat komt.
Lees ook het omslagverhaal van deze week: Zijn er echt meer IC-bedden nodig?
Terwijl ik dit schrijf, eind augustus, is er weer een corona-uitbraak op Aruba. De zorg is overbelast en er wordt klokje rond gewerkt. Dit zal de komende tijd niet verminderen. Wij geven veel van onszelf: de empathie, de overuren, de extra tijd bestemd voor het gezin dat naar een ander gaat – allemaal doen we het voor de patiënten.
Zorgpersoneel voelt zich in de steek gelaten
Tijdens deze uitbraak is duidelijk geworden dat wij als zorgpersoneel dezelfde empathie en hetzelfde begrip nodig hebben, maar die zijn er niet, althans nog niet. Het gevoel dat overheerst, is dat we in de steek zijn gelaten. Dat begrijp ik. Aan de andere kant klagen wij als artsen ook veel, soms zonder er zelf iets aan te veranderen. We moeten ook de hand in eigen boezem kunnen steken.
Eenmaal thuis na zo’n dienstweek ben ik moe, de kinderen willen spelen. Papa wil een pilsje en even zitten. Ik val vrij snel in slaap. Gelukkig heb ik een begripvolle vrouw, zij is goud waard.
Er is chaos in deze tijden, maar in de chaos zijn er ook mogelijkheden, denk ik dan. De kunst is om deze mogelijkheden boven water te halen, samen.
Een eerdere versie van deze column verscheen ook in de Arubaanse krant Amigoe.