In veel stadswijken gaan onschuldige burgers gebukt onder groepjes jongeren die met messengeweld, brandstichting en intimidatie de straat onveilig maken. In Amsterdam Nieuw-West ondervindt Niels Ottenheim dit aan den lijve. Van de overheid valt weinig te verwachten, schrijft hij in een persoonlijk relaas op EW Podium.
Jezelf door een stad verplaatsen als – in mijn geval – Amsterdam, is doorgaans niet de meest ontspannende activiteit. Een fietstochtje waarbij je drukke plekken als de Kinkerstraat, het Leidseplein of de Dam kruist, doen je vaak al je vertrouwen in de mensheid verliezen door het lompe, onoplettende gedrag waarmee je stelselmatig wordt geconfronteerd.
Maar zulke grootstedelijke ongemakken mogen niet afleiden van het feit dat zich voor veel bewoners heel wat vervelender situaties in de Amsterdamse straten voordoen. Zelf heb ik dat als inwoner van de wijk Overtoomse Veld in stadsdeel Nieuw-West helaas ook mogen ervaren.
De ‘geneugten’ van de multiculturele samenleving
Niels Ottenheim (1992) studeerde geschiedenis aan de Universiteit Utrecht en werkt als onderzoeker bij een ministerie.
Dit is een artikel voor EW Podium. Daarop publiceert de redactie van EW elke week meerdere artikelen van jonge schrijvers, die vanuit hun eigen onderzoek, expertise of werkervaring willen bijdragen aan het publieke debat.
Vorig jaar ben ik van Utrecht naar Amsterdam verhuisd. Utrecht werd me te benauwd en ik kreeg via via de kans om een relatief betaalbare plek in Overtoomse Veld te huren. Weliswaar een kamer in een gedeeld appartement, maar de behoefte aan een nieuwe leefomgeving enerzijds en de krapte op de woningmarkt anderzijds, lieten me als pas afgestudeerde besluiten om mijn tienjarig jubileum op kamers wonen te verlengen. De mogelijkheid om in de buurt te komen wonen van een groter deel van mijn vrienden en van culturele podia waarvoor ik graag naar Amsterdam ging, zoals Paradiso, het Muziekgebouw en De Balie, maakten me ongeduldig. Ik kon niet wachten om te verhuizen.
Had ik met het vinden van een woning maar wat meer geduld gehad, zo verzucht ik steeds vaker. Mijn nieuwe woonplek – met uitzicht op het ‘pittoreske’ Piet Mondriaanplein – bleek uitstekend gelegen om regelmatig te worden geconfronteerd met de geneugten van de multiculturele samenleving.
Messentrekkerij in Amsterdam Nieuw-West
Een van die geneugten, het welbekende messenprobleem waardoor alle grote steden de laatste jaren worden geteisterd, blijkt ook hier zo nu en dan zijn kop op te steken. Ik was nog geen dag verhuisd of recht onder mijn balkon werd tussen twee ‘heren’ een ruzie uitgevochten met een loden pijp en een mes waarop een gemiddelde slager jaloers zou zijn.
Lees meer over de oren en ogen van de politie: De wijkagent bezwijkt door onderbezetting
Onlangs deed zich een soortgelijke situatie voor. Onder luid geschreeuw van kreten als ‘Je moeder gaat huilen vanavond’ werd met getrokken mes iemand op klaarlichte dag op de hielen gezeten. Toen de gemoederen enigszins bedaard leken, ontstond er opnieuw een conflict. Ditmaal kwam degene die kort daarvoor zelf nog werd achtervolgd met een katana (een samoeraizwaard) op de proppen. Gelukkig leek de situatie beperkt te blijven tot wat driftige gebaren naar elkaar toe en was een flinke politiemacht gauw ter plaatse. Maar het is onthutsend dat zoiets überhaupt kan plaatsvinden op een plein waaraan twee scholen grenzen en waar de hele dag veel kinderen spelen.
En dan is er ook nog het jaarlijkse vuurwerkgeweld
Vorig jaar werd in aanloop naar de jaarwisseling de fascinatie voor messen aangevuld door de obsessie met vuurwerk. Dit jaar zal dat waarschijnlijk niet anders zijn, gelet op de eerste knallen die ook nu alweer in de buurt te horen zijn. Los van de relatief onschuldige geluidsoverlast die dat veroorzaakt (veel verschil maakt dat niet meer tussen al het lawaai van scooters die dag en nacht door de buurt scheuren), werden een jaar geleden ook omliggende woningen en publieke eigendommen het mikpunt. Midden op het plein werden flessen licht ontvlambare vloeistoffen tot ontploffing gebracht met vuurwerk (al dan niet in afvalbakken), terwijl sommige omwonenden vuurwerk door hun brievenbus geduwd kregen.
Dat laatste mocht – pijnlijk genoeg – ook het gebouw van het Wijk Praktijk Team ervaren: een team dat met het organiseren van activiteiten de leefbaarheid en veiligheid van de buurt probeert te verbeteren. Uitgerekend bij het pand van dit team werd vuurwerk naar binnen gegooid, waarna brand ontstond.
Lees ook van Wybren van Haga: Maak werk van stadsmariniers en haal wijkagent terug
Ook ruiten blijken een geliefd object van vandalisme: tot tweemaal toe werden de ramen van een jongerenwerkorganisatie vernield door vuurwerk dat aan het glas was bevestigd. Ook na de jaarwisseling bleven de plaatselijke pyromanen actief. Tijdens de avondklokrellen in januari dit jaar mocht afgedankt meubilair dat langs de straat stond het ontgelden. Onlangs werd pal langs een van de twee scholen aan het eerder genoemde Piet Mondriaanplein (die allebei te maken hebben gehad met vernielingen en ingeslagen ruiten) een scooter in brand gestoken.
Machteloos gevoel na intimidaties en bedreigingen
De buurt staat machteloos tegenover zulk gedrag, vooral gelet op de intimidaties en bedreigingen waarmee bezorgde burgers onherroepelijk te maken krijgen. Dat heb ik zelf ook mogen ervaren toen ik onlangs uit het niets met fruit werd bekogeld door een paar hangjongeren. Toen ik tegen beter weten in besloot ze op hun gedrag aan te spreken, kreeg ik een brutale mond met opmerkingen over mijn vermeende homoseksuele geaardheid, terwijl een van de jongens dreigend zijn hand bij zijn jaszak hield (alsof hij er een wapen uit wilde halen).
Een paar weken later gebeurde hetzelfde. Toen ik rustig een wandeling wilde maken, bekogelde een groter groepje mij met fruit, terwijl ze dreigend achter me aan liepen en opnieuw allerlei opmerkingen maakten over mijn veronderstelde seksuele geaardheid.
De tijdelijke inzet van camera’s heeft niet geholpen
Het spreekt voor zich dat zulke incidenten het gevoel van veiligheid en het woongenot van onschuldige burgers een flinke knauw geven. Incidenten zoals hierboven beschreven, waren afgelopen jaar aanleiding voor het gemeentebestuur om aan het Piet Mondriaanplein camera’s te plaatsen.
Die camera’s zouden van meet af aan tijdelijk zijn en werden eerder dit jaar weer verwijderd. Of het effect heeft gesorteerd, waag ik te betwijfelen: in september werd iets verderop in de buurt iemand het slachtoffer van een straatroof en werd een woning geraakt door een kogel. Ook ervaar ik zelf dat de buurt er niet veiliger en rustiger op is geworden.
Woongenot structureel aangetast door terreur van de scooterbrigades
Laat ik vooropstellen dat ik ook veel prettige contacten heb met sommige bewoners in mijn buurt. Ongetwijfeld heeft die buurt ook veel verbetering doorgemaakt sinds de rellen in 1998.
Maar dat laat onverlet dat de veiligheidsbeleving en het woongenot van de inwoners van Overtoomse Veld vandaag de dag structureel worden aangetast door hondsbrutale scooterbrigades die de buurt terroriseren.
Mijn ervaringen staan natuurlijk niet op zichzelf. Het bovenstaande is slechts illustratief voor een breder probleem dat bestaat in grote delen van Amsterdam en veel andere (middel)grote steden in Nederland. Maar zolang sommige gemeenteraadsleden een hoop drama blijven creëren over preventief fouilleren, blijven wijzen op het gedrag van ‘etnisch Hollandse jongeren’ op Urk, of hun tijd, geld en aandacht liever besteden aan het ontwikkelen van krankzinnige ideeën als een kabelbaan over het IJ – heb ik als bewoner weinig hoop dat de situatie in mijn buurt ooit zal verbeteren.