Op verscheidene Nederlandse universiteiten overheerst een anti-Israëlisch activisme. Dat dit activisme zich presenteert als ‘academisch’ is funest voor de vrijheid van meningsuiting en voor de diversiteit van opvattingen op de universiteit, schrijft historicus en CIDI-medewerker Luuk Smit op EW Podium.
Luuk Smit (1994, foto), studeerde geschiedenis aan de Universiteit van Amsterdam. Hij specialiseerde zich in moderne Joodse geschiedenis en werkt momenteel als stafmedewerker bij CIDI. Tevens is hij actief voor de VVD in De Ronde Venen.
Dit is een artikel van EW Podium. Daarop publiceert de redactie van EW elke week diverse artikelen van jonge schrijvers, die vanuit hun eigen onderzoek, expertise of werkervaring bijdragen aan het publieke debat. De redactie van EW neemt bij het selecteren van artikelen voor EW Podium geen standpunt in, maar biedt ruimte voor diverse opinies.
Er waart een spook door de Nederlandse universiteiten, het spook van het activisme. Steeds vaker worden schijnbaar academische bijeenkomsten gevuld met activistische terminologie en radicale oproepen. Waar ooit het open debat nog leidend was in de collegezaal, lijken bijeenkomsten op de universiteit steeds meer op partijcongressen, inclusief het klapvee. Dat activisten hun ideeën verspreiden onder de noemer ‘academisch’ laat zien dat het betonrot de universiteiten verder aantast dan ooit tevoren.
‘Academisch panel’ vol pro-Palestijnse activisten
Half november kwamen drommen studenten van de Universiteit van Amsterdam samen in het statige gebouw aan de Oudemanhuispoort voor de eerste editie uit de Fall Lecture Series van het studiegenootschap voor Midden-Oostenstudies ACMES. Deze lezingen hebben als overkoepelend onderwerp ‘Narrating the Nakbah: Perspectives on Palestine/Israel’. Hoe verrassend: de sprekerslijst bestond uitsluitend uit Palestijnse en pro-Palestijnse sprekers.
Het zal u dan ook niet verbazen dat er maar weinig overbleef van de noemer ‘academisch’. De sprekers waren activistisch, eenzijdig en dachten dat alleen zij de waarheid in pacht hadden. Bij de eerste lezing werden statements van onder anderen de activistische antropoloog Dina Zbeidy als ‘Joden zijn niet inheems in het land’, ‘Israel is a settler-colonial state’ (een koloniale bezettingsstaat) en dat ‘Israëli’s zijn gehersenspoeld om de Palestijnen eng te vinden’ door de aanwezigen voor waar aangenomen.
Lees ook deze column van Geerten Waling: Boycotwens van onderwijs helpt Palestijnen niet
Bij de tweede lezing stelde een van de panelleden, emeritus hoogleraar Annelies Moors, dat ‘there is compliance of Israeli academics to the occupation and apartheid and so on’. Oftewel: Israëlische academici voegen zich gedwee naar de ‘bezetting’ en ‘apartheid’ door Israël. Er kwam geen enkel kritisch geluid vanuit het publiek, het leek daarom ook meer op een preek dan op een academisch panel.
Dat ACMES, dat in 2019 nog mijn masterscriptie over de eerste Nederlandse consuls in het Heilige Land nomineerde voor hun eigen scriptieprijs, nu zonder enige kritiek ruimte biedt aan deze nieuwe orthodoxie, is wat mij betreft betreurenswaardig en de academie onwaardig. Ironisch genoeg kon ik mijn scriptie namelijk niet schrijven zonder eerst een research trip te maken naar de Hebreeuwse universiteit van Jeruzalem.
Academici verloochenen principes door eenzijdige haat jegens Israël
Dit probleem speelt helaas niet alleen in Amsterdam. Ook aan de Universiteit Leiden preekt men het activistische evangelie, maar pretendeert men tegelijkertijd academisch te zijn. Bij een bijeenkomst eind november van Students for Palestine en de MENA Student Association, verkocht als ‘academic panel’ over de academische boycot van Israël, zaten meer activisten dan academici aan tafel. Aanwezig was onder anderen Christian Henderson, de eerdere pleitbezorger van de academische boycot van Israël middels een, volgens hem, zeer populaire petitie.
De academische boycot is een poging om alle connecties tussen Nederlandse en Israëlische universiteiten op te heffen. Maar ook uitwisselingen voor studenten die bijvoorbeeld Midden-Oostenstudies of Hebreeuws studeren, zijn dan uit den boze. Ironisch is wel dat de pleitbezorgers van de boycot nog wel contact kunnen hebben met individuele Israëlische collega’s. Een boycot die klinkt als ‘alleen de lusten, niet de lasten’ in mijn oren. Dat een docent oproept tot het beknotten van de academische vrijheid van de studenten en daarop geen weerwoord krijgt, is ook zeker zorgwekkend te noemen.
Oproep academici tot boycot van Israël is selectief en schadelijk, schreef Bart Collard in mei voor EW Podium
Openlijke oproepen tot meer activisme door onder anderen de studentcoördinator van BDS (Boycott, Divestment and Sanctions, de beweging die Israël economisch wil isoleren) werden door de zaal vol Leidse studenten hartelijk omarmd, evenals kreten zoals ‘zionisme is kolonialisme en racisme’ en ‘we are fighting a world system of oppression and a network of imperialism’ (‘we strijden tegen een onderdrukkend wereldsysteem en een imperialistisch netwerk’). Ook in Amsterdam werden dit soort radicale kreten door de aanwezige studenten zonder enige kritiek ontvangen, ze konden zelfs rekenen op een luid applaus.
Appèl op emotie als leidend argument
Het opvallendst aan dit soort ‘academische’ bijeenkomsten is dat er eigenlijk weinig academisch aan is. Het constante appèl op emotie en moraliteit, het benadrukken door de sprekers dat zij, en alleen zij, aan de ‘juiste kant van de geschiedenis’ staan. Het benadrukken dat de studenten voor ‘de waarheid’ moeten kiezen, omdat alleen zij de goede strijd strijden en geen racisten zijn. En ook: het wegwuiven van elke kritiek als ‘onwetendheid’.
Dit soort ideologische dwaalgedachten brengen het open en vrije debat in de Nederlandse universiteiten meer en meer in gevaar. Wie durft straks nog te zeggen dat hij op een Israël-gezinde partij als de VVD stemt? Of dat hij, God verhoede, zelf Joods is? Laat staan dat iemand zich nog durft op te werpen als een overtuigd pleitbezorger van de staat Israël?
Dit virulente activisme degradeert het academische debat tot een eenheidsworst, waar men zich liever schikt in een primitief soort ostracisme dan een levendige en open discussie aan te gaan. Universiteiten willen zo graag divers en inclusief zijn, laat ze dat dan ook zijn voor alle meningen en inzichten.