Nu de ministers en staatssecretarissen van het kabinet-Rutte IV bekend zijn, is het ook duidelijk waar de pijnpunten gaan liggen in de nieuwe ‘bestuurscultuur’. De poppetjes zijn verdeeld en sommigen hebben een eigenaardige plek toegewezen gekregen waar nog een staartje aan kan zitten, schrijft JOVD-voorzitter Daphne Lodder voor EW Podium.
Daphne Lodder (1997) is de voorzitter van de JOVD, de politiek onafhankelijke jongerenorganisatie gelieerd aan de VVD.
Dit is een artikel voor EW Podium. Daarop publiceert de redactie van EW elke week meerdere artikelen van jonge schrijvers, die vanuit hun eigen onderzoek, expertise of werkervaring willen bijdragen aan het publieke debat.
Zondag 2 januari werd de toekomstige ministerploeg na een week van zogenaamd ‘lekken’ eindelijk bekend. Van de ministers bestaan hoge verwachtingen om een nieuwe bestuurscultuur in te luiden, maar met uitzondering van een paar veelbelovende namen bestaat de ministersploeg niet uit hoogvliegers. De nieuwe bestuurscultuur lijkt zich te vertalen in een hoop oude bekenden, soms op merkwaardige posten.
The elephant in the room is natuurlijk Mark Rutte die voor de vierde keer in zijn bewogen politieke carrière leiding gaat geven aan een kabinet. Met het Regeerakkoord en deze groep ministers belooft hij een nieuw elan, maar het is onzeker of dit kabinet de eindstreep gaat halen in deze vorm. Een aantal van de beoogde ministers lijkt misplaatst of roepen grote vaagtekens op. Dat is kwalijk, want zeker nu het vertrouwen in de overheid zo laag is, kan het kabinet zich geen ministers veroorloven die de rit niet uitzitten.
VVD
Allereerst is het belangrijk om de hand in eigen boezem te steken en de moederpartij van de politiek onafhankelijke JOVD onder de loep te nemen. De VVD levert dit jaar acht ministers, van wie de meerderheid vrouw. Het is een positieve ontwikkeling dat ook zonder een quota een meerderheid vrouwen is gevonden door de VVD. Wat betreft de namen van de VVD springt er eentje direct in het oog, die van Christianne van der Wal.
De keuze voor Van der Wal is vooral merkwaardig vanwege haar voormalige functie als partijvoorzitter van de VVD, die ze op 30 december neerlegde. De taken die horen bij het partijvoorzitterschap kunnen conflicteren met een ministerschap, vanwege de beoogde onafhankelijkheid. Dit is op zijn minst een opvallende keuze te noemen in het licht van een nieuwe bestuurscultuur. Hoewel in het verleden vaker is gekozen voor een (oud-)voorzitter, zat daar een langere tijd tussen dan slechts twee weken.
Meer over de nieuwe bewindspersonen:
Dit zijn de ministers en staatssecretarissen in kabinet-Rutte IV
Een andere VVD-vrouw die opvalt is Dilan Yesilgöz. Het is goed om te zien dat Yesilgöz als een van de vier vrouwen die naast Rutte streden in de Tweede Kamerverkiezingen, een plek krijgt in het nieuwe kabinet.
Vanwege het gebrek aan een juridische achtergrond is het zonde dat zij juist deze positie toebedeeld krijgt. Yesilgöz zal immers de eerste minister van Justitie en Veiligheid wordt zonder een juridische vooropleiding. Gerichte ervaring op zichzelf is ook niet heilig en Yesilgöz is dan wel doorgewinterd in de Haagse politiek, maar op dit uitdagende ministerie met ingewikkelde portefeuilles lijkt een juridische achtergrond een must.
Een oude bekende van de VVD, Aukje de Vries, mag zich vastbijten in de portefeuille Toeslagen & Douane. Het is terecht dat de VVD de dans niet ontsnapt en één van de belangrijkste posten op zich neemt in de nasleep van de Toeslagenaffaire. Dit is een kans om het vertrouwen van veel burgers terug te verdienen en het laat zien dat de VVD verantwoordelijkheid wil nemen voor haar begane fouten in de Toeslagenaffaire.
D66
Onder het ‘nieuwe leiderschap’ van Sigrid Kaag schuiven de sociaal-liberalen vooral veel vakmensen naar voren toe. Dat staat echter haaks op het opvallende feit dat Kajsa Ollongren als enige D66-minister van Rutte III de overstap maakt naar het ministerie van Defensie, zonder enige ervaring. Dat D66 de defensieminister wil leveren, is op zichzelf al onverwacht, maar de keuze voor Ollongren is nog onverwachter. Defensievakbonden geven nu al aan dat Ollongren zich moet gaan bewijzen. Er is dus niet genoeg onderzocht of Ollongren op voldoende steun kan rekenen binnen Defensie.
Aangezien defensie nog altijd moet bijkomen van forse bezuinigingen, was een ervaringsdeskundige passender geweest om meer voor elkaar te boksen in Den Haag. Die ervaringsdeskundigen levert D66 wel op het gebied van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap met Robbert Dijkgraaf en op Volksgezondheid met Ernst Kuipers.
D66 levert ook een staatssecretaris van Digitalisering, een toevoeging die te lang op zich liet wachten. Eindelijk wordt er omgekeken naar digitalisering, zodat Nederland ook op dat vlak koploper kan zijn. Voor zowel de VVD als D66 zal klimaat belangrijk worden. Met Micky Adriaansens’ (VVD) ervaring als senator en directeur bij een organisatieadviesbureau voor overheid en bedrijfsleven met duurzaamheid als rode draad en Rob Jetten (D66) als zelf-omarmend klimaatdrammer, heeft het ministerie van Economische Zaken en Klimaat twee inhoudelijk sterke politieke spelers aan het roer staan.
Lees ook deze column van Philip van Tijn over Rutte IV: wankele evenwichten en (on)voorspelbare risico’s
CDA
In het CDA doet Hugo de Jonge afstand van het ministerschap Volksgezondheid, Welzijn & Sport, waarvoor waardering op zijn plaats is. Ondanks het vallen en opstaan van De Jonge doen we hem tekort als we meegaan in het gênante jargon van Tunahan Kuzu (DENK) die De Jonge ‘bedankte voor niets’. Opvallend is dat De Jonge een nieuwe crisisportefeuille is toegewezen als minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening. Het was wellicht handiger om De Jonge een minder zwaar ministerie te geven.
De keuze voor Wopke Hoekstra als minister van Buitenlandse Zaken zal vooral in het buitenland controversieel zijn. Hoekstra heeft zich als secondant van Rutte en boegbeeld van het ‘vrekkige’ Nederland niet bepaald populair gemaakt. Zijn houding tegenover deze landen kan veel voor elkaar boksen, maar ook deuren dichtslaan, bijvoorbeeld in Frankrijk, waar president Emmanuel Macron regeert op de belofte van meer Europa. De stijl van Hoekstra in de Europese Unie staat haaks op die van Kaag en beiden zullen van elkaar moeten leren na het ruilen van functie.
ChristenUnie
De keuze voor Henk Staghouwer als minister van Landbouw en opvolger van Carola Schouten is stiekem erg controversieel onder Nederlandse boeren. Staghouwer was betrokken bij de stukgelopen gesprekken tussen boeren en de Gedeputeerde Staten van Groningen die in 2019 escaleerden tot de belegering van het provinciehuis met tractoren. Kortom, de man die niet met de boeren in gesprek wilde, is straks minister van Landbouw.
Abonnee worden?Dagelijks op de hoogte blijven van de laatste actualiteiten, achtergronden en commentaren van onze redactie? Bekijk ons aanbod en krijg onbeperkt toegang tot alle digitale artikelen en edities van EW.
Ondanks al het ‘lekken’ van andere partijen is de transparantie van de ChristenUnie bewonderingswaardig. Door al het breaking news heen maakte ChristenUnie een keurig lijstje met hun ministers openbaar: een eerste echte stap in de richting van de nieuwe bestuurscultuur die met veel tromgeroffel werd aangekondigd.
Die nieuwe bestuurscultuur zal een essentieel onderdeel worden van Rutte IV. Het land heeft sterke en verantwoordelijke ministers nodig. De grote omzwaai in de bestuurscultuur moet zichzelf echter nog gaan bewijzen.
Het is essentieel dat Rutte dit kabinet bij elkaar houdt en zich meer dan ooit als doel stelt met al zijn ministers de eindstreep te halen. Gedurende Rutte III traden immers maar liefst tien ministers af, wat wederom afbreuk heeft gedaan aan het vertrouwen in de overheid. Nu het duidelijk is waar de pijnpunten zitten, is het tijd voor actie. Nederland heeft uiteindelijk niks aan een kabinet dat van crisis naar crisis springt en met zijn hakken over de sloot net het einde haalt.