De coronacrisis was zwaar voor Nederlanders die in de gastvrijheid werken. Nu de samenleving weer open gaat, is het belangrijk dat dit onderschatte beroep zijn maatschappelijke functie hervindt en dat wij de horeca hiervoor op waarde schatten, schrijft Daan H. Teer op EW Podium.
Daan H. Teer (1997) is liberaal humanist en schrijver. Hij is alumnus in de geesteswetenschappen aan University College Utrecht, waar hij onder meer taalkunde, geschiedenis, recht en journalistiek studeerde.
EW Podium publiceert opinies van (vooral jonge) schrijvers, die vanuit eigen onderzoek, expertise of werkervaring bijdragen aan het debat. Plaatsing hoeft geen redactionele instemming te betekenen.
Hotel, restaurant, en ook café hebben het tijdens de pandemie te verduren gekregen. Terwijl andere beroepsgroepen kans zagen de restricties te omzeilen, was dat voor de horeca vrijwel niet weggelegd. Volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek werd geen enkele andere bedrijfstak zo hard getroffen in 2020 en 2021. Cateraars en afhaalrestaurants ontsprongen relatief gezien de dans. Hotels bleven open, maar leden onder de afname van het aantal toeristen. Voor restaurants bleek de omschakeling naar afhaalservice vaak moeizaam. Cafés hadden in hun geheel weinig mogelijkheden tot alternatieven.
Ondanks de gebrekkige omzet bleven de faillissementen verrassend beperkt. Er was aanvankelijk een piek, maar daarna gingen er minder zaken failliet dan voorheen door de overheidssteun, het belastinguitstel en de mogelijkheid tot extra leningen. De werkgever bleef zo grotendeels in bedrijf, maar ondervond wel een toename van de financiële druk.
Ruim een kwart van werkgelegenheid in de horeca viel weg
Voor de werknemer lag dat anders. In 2019 was één op de twintig banen in Nederland in de horeca. Tussen het begin van de crisis en februari 2021 verdwenen daar 120.000 van. Ruim een kwart van de werkgelegenheid in de sector viel weg. Nu zijn er personeelstekorten, wat erop duidt dat velen die destijds vertrokken het beroep voorgoed afzworen.
We moeten ons realiseren dat de worsteling met de pandemie voor de horeca niet alleen financieel, maar ook existentieel is geweest. Gastvrijheid is niet alleen kostwinning, maar ook levenswijze. Ongeacht of de strenge restricties terecht werden geïmplementeerd, impliceerden ze dat de gastvrijheid overbodig is in tijden van crisis. De raison d’être van honderdduizenden toegewijde vaklui werd van de ene op de andere persconferentie genegeerd, als de volksgezondheid het vereiste.
Lees ook het interview met de voorzitter en algemeen directeur van KHN: Zo wil zwaar getroffen horeca twee rampjaren achter zich laten
Maar het restaurant is een luxe voor de klant en niet voor de bediening. Terwijl de meeste Nederlanders alleen gezelligheid misten, offerde de horeca zijn hele professie op. De beste optie – op af en toe een uitbreidingsproject na – was geld schrapen en duimendraaien tot het beleid weer de juiste kant op ging. Voor diegenen met gastvrijheid als tweede natuur moet dat hebben geleid tot frustratie en machteloosheid.
Sociale cohesie moet herstellen na langdurige isolatie
Het is na de langdurige isolatie van de crisis noodzakelijk dat onze sociale cohesie herstelt. Daarom vervult de gastvrijheid nu een vitale maatschappelijke rol: saamhorigheid. Het zijn kleine, alledaagse interacties zoals op het terras die stilletjes maar stapsgewijs de gespletenheid tegengaan. Zij herinneren ons eraan dat politieke eendracht niet noodzakelijk is voor wederzijds fatsoen. Dat vreedzaamheid, vriendelijkheid en verbondenheid grootsere goederen zijn dan meningsverschillen over beleidskwesties.
De gastvrijheid draagt dit genezingsproces. Een goede gastheer of -vrouw probeert de gast zich thuis te laten voelen, waardoor die zich openstelt voor gezelligheid. Hierbij dient de balans tussen beleefdheid en assertiviteit continu te worden genavigeerd, in overeenstemming met hoe prettig de gast zich gedraagt. Het is emotionele arbeid van een hoog kaliber: iets wat de gemiddelde horeca-werker voorziet van een krachtig hart.
Werken in de horeca onderschat, onderbetaald en ondergewaardeerd
Daarbovenop komt de verrassende logistieke complexiteit van elk etablissement, de onregelmatige, intensieve werkdiensten en een vereiste encyclopedische kennis over culinaire en praktische zaken. Het is een plezierig beroep, maar onderschat, onderbetaald en ondergewaardeerd. Zelden is personeel bereid zo veel te doen voor zo weinig. Sommigen zien de gastvrijheid slechts als bijbaantje, maar voor velen omvat het hun lust en leven.
De mens is een sociaal wezen. De gastvrijheid is het epicentrum van die samenkomst. En die hebben we lange tijd – geheel of gedeeltelijk – moeten missen. Ondanks dat de exacte impact daarvan moeilijk wetenschappelijk achterhaalbaar is, moet dit zijn stempel op de samenleving hebben gedrukt. Nu het erop lijkt dat de maatregelen verdwijnen – vingers gekruist – is het daarom belangrijk de horeca zijn herstel toe te staan.
ING voorspelt in 2022 een volumegroei van 30 tot 35 procent in de sector, zolang er geen nieuwe lockdown plaatsheeft. Toch is de ellende nog niet voorbij. Hetzelfde rapport voorspelt namelijk een hoger aantal faillissementen in 2022 dan het jaar ervoor. Naast personeelstekorten, een historisch laag consumentenvertrouwen en een beëindiging van overheidssteun, zullen eigenaars vanaf oktober moeten beginnen met de terugbetaling van hun opgebouwde belastingschulden.
Als klanten kunnen we horeca steun betuigen via waardering
Als klanten kunnen we, in ons besef van hoe hard de klappen vielen (en wellicht vallen) steun betuigen door middel van onze waardering. Glimlach eens naar een vaardige barman, maak eens een praatje met een charmante serveerster of complimenteer eens de kookkunsten van de chef. De sympathie van de gast bezit de potentie hun dag te maken of te breken. Met vrolijk enthousiasme – en zonder neerbuigende meewarigheid – komt men daarin een heel eind.
Op de lange termijn is het bloeien of snoeien van de gastvrijheid vooral afhankelijk van de vrijheid die hun door de autoriteiten zal worden toegestaan. Het aantal starters per maand is sinds de versoepelingen flink toegenomen in de horeca. In juni lag dit cijfer hoger dan voor de pandemie. Economen voorspellen dat de huidige inhaalslag de sector in 2023 weer naar zijn oorspronkelijke grootte zal brengen.
Een mooi vooruitzicht, maar het neemt niet weg dat de waardigheid van de horeca door zijn recentelijke verwaarlozing is bekrast. Het is daarom wijs om de betrokkenheid, inzet en creativiteit van de ploeteraars achter de bar, op de vloer en in de keuken extra te koesteren. Dit zijn extraverte types: mensen die zelden goed gedijen onder isolatie. Nu vliegen ze eindelijk vrijuit. Wenst u ze alstublieft een goede vlucht!