Israël voert een militaire operatie uit tegen terreurorganisatie Hamas, maar strijdt eigenlijk een ongelijke strijd, schrijft CIDI-onderzoeker Freek Vergeer op EW Podium.
Zaterdag 7 oktober begon Hamas een oorlog met Israël. In een ongekend barbaarse aanval werden ruim 1.300 Israëlische burgers vermoord. Meer dan 200 mensen werden ontvoerd naar de Gazastrook, onder wie baby’s en bejaarden. Nu, ruim twee weken later, wordt al van diverse kanten beweerd dat Israël het humanitair oorlogsrecht schendt. Maar is dat wel zo? En hoe zit dat dan met Hamas?
Het recht dat van toepassing is op een gewapend conflict noemen we humanitair oorlogsrecht. Het bepaalt op welke manier een oorlog wel en niet mag worden gevoerd. Om te kijken naar de verschillen in hoe Hamas en Israël hiermee omgaan, nemen we een aantal belangrijke principes van het humanitair oorlogsrecht in beschouwing.
Beginselen van het humanitair oorlogsrecht
Een cruciaal uitgangspunt in het humanitair oorlogsrecht is dat van humaniteit. Dit houdt in dat menselijk lijden tijdens een oorlog zoveel mogelijk moet worden voorkomen. Een tweede beginsel is militaire noodzaak: iets mag alleen worden aangevallen als dat noodzakelijk is om een militair doel te behalen. Daarbij mag niet meer geweld worden gebruikt dan strikt nodig is.
Proportionaliteit is een derde belangrijk uitgangspunt: het gebruikte geweld moet in proportie zijn. De partij die geweld gebruikt moet continu een afweging maken tussen het doel van de aanval en de schade die dat oplevert. Bij een zeer belangrijk militair doel is er meer ruimte, en die ruimte neemt af naarmate het doel minder belangrijk wordt. En altijd bestaat de verplichting om de minst schadelijke wapens te gebruiken: liever een precisiewapen dan een grote bom.
Militair doel en nevenschade zijn bij Hamas totaal niet in proportie
Het is belangrijk om een misverstand weg te nemen over proportionaliteit: vaak horen we in kritiek op Israël dat het gebruikte geweld disproportioneel is. Het verschil in vuurkracht en aantallen doden tussen Israël en Hamas wordt daarin gebruikt als argument. Maar dat is niet waar het proportionaliteitsbeginsel zich op richt. Het gaat niet om een vergelijking van beide strijdende partijen. Waar het om draait zijn het militaire doel en de schade die kan ontstaan: die moeten in proportie zijn.
Een laatste belangrijk beginsel is dat van onderscheid: bij een aanval moet zoveel mogelijk onderscheid worden gemaakt tussen strijders en burgers. Strijders hebben daarbij ook de verplichting zich te onderscheiden van de burgers. Het moet duidelijk zichtbaar zijn dat het om strijders gaat.
Hamas schendt humanitair oorlogsrecht op flagrante wijze
Als we kijken naar de oorlogvoering van Hamas, dan zien we dat de daden van dit regime, dat in het Westen als terreurorganisatie is bestempeld, eigenlijk in flagrante strijd zijn met alle regels. Hamas richtte de aanval van 7 oktober vooral op kleine Israëlische dorpjes en kibboetsen met uitsluitend burgers. Het hoofddoel was om zoveel mogelijk slachtoffers te maken. Daarnaast heeft Hamas burgers gekidnapt, om zich vervolgens terug te trekken in de Gazastrook en zich te mengen tussen de burgers daar. Terwijl commandoposten en gevechtsinfrastructuur al opzettelijk tussen de burgers geplaatst zijn.
Hierdoor is het voor het Israëlische leger, dat zich in de huidige operatie erop richt om de terroristen en infrastructuur van Hamas uit te schakelen, zo goed als onmogelijk haar doelen te bereiken zonder burgerslachtoffers. Om dit toch zoveel mogelijk te voorkomen, heeft Israël nu opgeroepen de burgers in Gaza te evacueren. Een beslissing waarop zeker kritiek mogelijk is, maar die wel verreweg de minste is van alle kwaden.
Een bokswedstrijd tegen Hamas met één hand op de rug
Het is voor Israël geen eenvoudige taak een oorlog te voeren waarbij de tegenpartij zich op geen enkele manier houdt aan het humanitair oorlogsrecht. Zie het als een bokswedstrijd met één hand op de rug gebonden. In hun oorlogvoering verschillen Hamas en Israël als dag en nacht, en het is belangrijk dit voortdurend in gedachten te houden. Enerzijds zien we een meedogenloze terroristische organisatie met als primair doel het doden en kidnappen van burgers. Aan de andere kant staat het Israëlische leger, dat zich richt op militaire doelen om haar eigen burgers ook in de toekomst te kunnen blijven beschermen. Aan beide kanten vallen heel veel doden, maar de moraal van de partijen is totaal verschillend.