Migratie domineert al jaren de politieke agenda en voedt het populisme. Beweging op dit dossier is eindelijk mogelijk, mits het demissionaire kabinet vaart maakt. Dat schrijven Diederik Boomsma en Marcelo Mooren in een ingezonden opinie.
‘Its the economy, stupid!’ Deze uitspraak van Bill Clintons campagneleider tijdens de Amerikaanse verkiezingen van 1992 blijft ons herinneren aan de noodzaak om te identificeren welke kwestie het meest speelt bij kiezers.
Het vorige kabinet viel op migratie, dit kabinet viel op migratie, de grootste ruzies in het parlement gaan over migratie, en er is voortdurend grote maatschappelijke onrust over dit thema.
Dat is begrijpelijk: migratie verandert samenlevingen ingrijpend. Een groot deel van de bevolking wil al jaren dat de immigratie fors wordt afgeremd, zo ook de staatscommissie-Van Zwol inzake demografische ontwikkelingen tot 2050.
Waar onrust heerst, wint het populisme
Het populisme gedijt goed bij deze onrust. Zijn opkomst is het gevolg van de afname van drie basale zekerheden waar burgers op rekenen.
Ten eerste het verlies aan zekerheid van het bestaan. Dat gaat niet enkel om koopkracht, maar vooral om basiszaken als de beschikbaarheid van een woning. Ten tweede het verlies van culturele zekerheden, primair door migratie. Ten derde het verlies van een betrouwbare overheid. Is de overheid er nog als je haar nodig hebt? Denk aan het falen in het Toeslagenschandaal.
Migratie als sleutel tot politieke stabiliteit
Van de drie genoemde hoofdgrieven speelt migratie de grootste rol in de opkomst van het populisme. Er is geen denkbaar scenario waarin het populisme zal afnemen en de politiek weer zal stabiliseren, zolang er geen forse migratiereductie komt.
De klassieke volkspartijen zijn daar niet in geslaagd. De politiek zit op dit onderwerp al jaren vast. Dat komt deels door de verdeeldheid in de overwegend gemengde rechts-links-coalities die de afgelopen 25 jaar regeerden. Maar ook doordat de nationale politieke ruimte zeer beperkt is door Europese en internationale regelgeving, en het lang onmogelijk leek om die te wijzigen.
In beide lijkt nu beweging te zitten. Dat zit zo. Ten eerste zijn daar de activiteiten die het gevallen kabinet tot nu toe ondernam. Dat zijn vooral de twee asielwetten. Maar er zit meer in de pijpleiding, zoals de wet ter reductie van het aantal internationale studenten en strengere regels voor arbeidsmigratie.
Wat dit kabinet nog kan doen
Het demissionaire kabinet is bovendien nog niet klaar: in het Regeerprogramma staan andere maatregelen die nog moeten worden uitgewerkt, en er zijn nog diverse moties aangenomen. Over het uitlezen van telefoons, bijvoorbeeld, om verhalen in de asielaanvraag te kunnen controleren, en het verbeteren van het mobiel toezicht. Tevens kan het kabinet vaart maken met het opzetten van terugkeerhubs voor uitgeprocedeerde asielzoekers.
Het Regeerprogramma kondigde ook uitbreiding van denaturalisatie-mogelijkheden aan voor mensen met een meervoudige nationaliteit. Dat kan nu nog enkel bij genocide, maar dat kan worden uitgebreid bij terrorisme en zware gewelds-, drugs-, en zedendelicten.
Verder is er een maatregel beoogd dat de verblijfsvergunning (voor werk, studie of asiel) eindigt bij een misdrijf (bij asiel zitten daar wel internationaalrechtelijke grenzen aan). Ook is het kabinet nog bezig met de fiscale voordelen voor expats.
Drukke maanden voor migratie-ministers: kiezers willen resultaten
In plaats van die generiek te verlagen, kan in het komende Belastingplan worden overwogen om die voordelen enkel nog te laten gelden voor tekortfuncties, zoals techneuten en zorgmedewerkers.
Als het demissionaire kabinet al die voorstellen snel indient, kan er nog veel worden bereikt. Immers, zolang er geen nieuwe coalitie is gevormd (ook na de verkiezingen) is het een vrije kwestie en kunnen partijen aldus stemmen.
Voor de drie migratie-ministers is het lijstje dus helder: het worden drukke weken en maanden voor hen en hun medewerkers. Indiening van deze wetten moet kort na de zomer, en uiterlijk vóór de verkiezingen. Dan weten kiezers waar ze voor stemmen. Mensen willen geen persberichten of campagneverhalen meer, maar resultaten.
Europese regels als volgende frontlijn
Als die wetten lukken, dan is binnenlands ongeveer gedaan wat kan inzake aanscherping van de regels voor migratie. Verdere reductie kan dan enkel nog door aanpassing van Europese regels.
En daarover is veel meer eensgezindheid bij partijen. In elk geval is er steeds meer nadruk op het belang van opvang in derde landen buiten Europa, terugkeerhubs voor uitgeprocedeerde asielzoekers, betere grensbewaking en procedures aan de grens.
Dat gaat allemaal grotendeels over Europees recht. Enkele belangrijke stappen worden gezet in het komende Europese Asiel- en Migratiepact, evenals bij de herziening van de terugkeerverordening. Maar meer is nodig en valt ook te verwachten.
Zoals de daadwerkelijke aanpassingen van asielcriteria, dus wanneer iemand überhaupt recht heeft op asiel. Dit internationale proces is gaande, en Nederland zal daarbij actief moeten aansluiten. Dit vraagstuk komt bij het volgende kabinet terecht.
Rechts blok en CDA sluiten aan bij Europese koers
Voor dat nieuwe kabinet zijn de posities van VVD, JA21, SGP en BBB nationaal én internationaal al helder. Ook het CDA lijkt deze kant op te bewegen. Henri Bontenbal wilde een behoorlijk deel van de twee (nationale) asielwetten al steunen. Inzake de internationale dossiers is te verwachten dat het CDA aansluiting zoekt bij de Europese zusterpartijen.
Niet alleen de Oostenrijkse ÖVP en Spaanse PP hameren al langer op een steviger beleid: die zijn daarin gepasseerd door de sterk aan het CDA verwante CDU/CSU. En daarmee beweegt de EVP, de grootste Europese fractie, als geheel.
Dan D66. Die partij is ook een nieuwe koers ingeslagen en wil werken aan opvang buiten Europa, zij het dat ze eerst meer legale migratieroutes wil.
GroenLinks-PvdA is nog het meest terughoudend. Maar ook als die partij gaat meeregeren, kan ze eenmaal aangenomen wetten niet meer terugdraaien in een volgende coalitie. Daar zal geen enkele rechtse partij mee akkoord gaan in een formatie.
Nog los van het feit dat het in Den Haag als zeer onwenselijk wordt bevonden om bij elk nieuw kabinet het werk van het vorige kabinet ongedaan te maken. Dat zou een vervelend precedent zijn voor zigzag-beleid.
Wat GroenLinks-PvdA nog Europees wil doen, is spannend. Frans Timmermans heeft eerder laten weten op dit punt een meer realistische koers te gaan varen. Aansluiting bij andere sociaal-democratische partijen in Europa ligt dan voor de hand.
De Deense sociaal-democraten liepen voorop in aanscherping van de regels voor vooral asielmigratie. Het betaalbaar houden van de Deense verzorgingsstaat waar ze zo trots op zijn, was voor hen de doorslaggevende overweging.
Denemarken wist de asielcijfers radicaal te laten dalen naar minder dan duizend ingewilligde verzoeken afgelopen jaar. Het kan dus wel – al heeft Denemarken op onderdelen van het Europese beleid een opt-out. De Europese regels zullen zo moeten worden aangepast dat elk land het Deense beleid kan voeren.
De populisten zijn in Denemarken sindsdien gemarginaliseerd in omvang. Anderen volgden: de SPD in Duitsland steunt nu in belangrijke mate het stevige asielbeleid van de CDU/CSU. En net buiten de Europese Unie gaat de Britse premier Keir Starmer (Labour) nog verder.
GroenLinks-PvdA op kruispunt over migratie
Gaat GroenLinks-PvdA deze Denen, Duitsers en Britten achterna? Het blad van de Wiardi-Beckmanstichting, het wetenschappelijk bureau van de PvdA, plaatste onlangs een artikel dat bepleitte dat ‘een doorbraak nodig is in het vluchtelingenstandpunt van links: het systeem pakt allang niet meer eerlijk uit. Niet voor vluchtelingen en niet voor Nederland en Europa. Er is, anders gezegd, weinig links aan. Het zou door links dan ook niet meer verdedigd moeten worden.’
Of wordt het toch meer een koers ingegeven door het GroenLinks-deel van de partij? In de formatie van 2017, toen VVD en CDA heel ver wilden gaan met groene maatregelen ter uitruil, liep Jesse Klaver toch weg van de onderhandelingen vanwege grote interne druk van de asiellobby.
Zal Timmermans hetzelfde doen? Of zal hij taxeren welke kant het onherroepelijk op gaat, en dat het veel waard is om dit brede dossier tot een einde te brengen?
Vooralsnog zal een Kamer, en vooral een coalitie, met een zo sterk mogelijk rechts blok een en ander het meest voortvarend doen. De verkiezingen zullen dan ook vooral daarover gaan.
Snelheid en regie is nodig
Welnu, de route is bekend. Wat rest, is snelheid en regie door dit demissionaire kabinet. Zodat er weer controle komt over wie zich hier vestigen. Als het migratiedossier op die manier tot rust komt, zal de voedingsbodem voor populisme afkalven, net als in Denemarken.
Dat biedt ruimte voor een stabilisering van het politieke landschap. En dat gaan we de komende jaren keihard nodig hebben, gezien de vele andere uitdagingen die ons nog wachten. Dus aan de slag.

