Religieus onderwijs is niet ondermijnend voor de democratie, in tegendeel, schrijft Frank van der Duijn Schouten, voorzitter van Protestant Nederland, in dit ingezonden opiniestuk.
Televisieprogramma Nieuwsuur (NTR/NOS) besteedde onlangs uitvoerig aandacht aan de vermeende ondermijning van de democratische basiswaarden vrijheid, gelijkwaardigheid en verdraagzaamheid door reformatorische en islamitische scholen.
Uitlatingen van docenten en passages uit lesmateriaal werden als bewijsmateriaal aangevoerd, gelardeerd met commentaar en meningen van enkele commentatoren.
Frank van der Duijn Schouten (1949) is voorzitter van Protestant Nederland. Eerder was hij onder meer rector magnificus van Tilburg University, de Vrije Universiteit en de Erasmus Universiteit.
Als voormalig voorzitter van de Raad van Toezicht van een grote reformatorische scholengemeenschap heb ik het reformatorisch onderwijs van binnenuit leren kennen.
Op grond daarvan ben ik van mening dat de uitzending van Nieuwsuur een tamelijk verwrongen beeld schetst van deze onderwijssector. Over het islamitisch onderwijs onthoud ik mij van commentaar, omdat ik dat slechts van afstand ken.
Onderscheid persoon en mening
Wat ik binnen het reformatorisch onderwijs in hoge mate waardeer, is dat men leerlingen traint in het aanbrengen van het onderscheid tussen respect voor een persoon enerzijds en voor zijn of haar uitlatingen, gedrag en levenswijze anderzijds.
Het gebod van naastenliefde wordt binnen het reformatorisch onderwijs dagelijks geproclameerd als de basis voor de omgang met en de kijk op de medemens.
Het parool is dat het afwijzen van iemands uitlatingen of gedrag geen aanleiding mag zijn om iemand voor rotte vis uit te maken. Anderzijds betekent het tonen van respect voor de persoon niet dat dat respect automatisch ook zijn gedrag en levenswijze betreft. Het aanbrengen van dit onderscheid is bepaald een vaardigheid die oefening vergt.
Uit Kamerdebatten blijkt vaak dat deze vaardigheid anno 2025 geen gemeengoed is. Hoewel de onderwijsvorm helaas niet beklijft bij alle leerlingen die een reformatorische school bezochten, weten veel leerlingen het in hun levensovertuiging te incorporeren.
De evolutietheorie naast het Bijbelse scheppingsverhaal
In de uitzendingen van Nieuwsuur komt ook aan de orde dat in het reformatorisch onderwijs soms onderwerpen ter discussie worden gesteld die voor een groot deel van de Nederlandse bevolking volkomen vast staan. Het is meestal de evolutietheorie die daar ten tonele verschijnt.
Binnen het reformatorisch onderwijs wordt de evolutietheorie gewoon onderwezen, maar daarnaast ook het Bijbelse scheppingsverhaal als gezaghebbend overgedragen.
Deskundigen wijzen erop dat jongeren daardoor in verwarring raken en dat dit tot onevenwichtigheid kan leiden in hun persoonsvorming.
Leren omgaan met tegenstrijdigheden vormt evenwichtige mensen
Al meer dan 50 jaar gaan reformatorische scholen om met deze spanning en mij is geen studie bekend die aantoont dat leerlingen die het reformatorisch onderwijs verlaten een meer dan gemiddelde onevenwichtigheid in hun persoonlijkheid aan de dag leggen.
Integendeel, leren omgaan met schijnbaar onoplosbare tegenstrijdigheden draagt juist bij aan de ontwikkeling naar evenwichtige volwassenheid.
Sommige commentatoren in de Nieuwsuur-uitzending wijzen er terecht op dat leraren en docenten als rolmodel voor leerlingen functioneren, zowel binnen de schoolcontext als in het publieke leven.
Daartoe is het dienstbaar dat de docent zijn leerlingen een inkijkje gunt in de manier waarop hij of zij zelf in het leven staat.
Geef docenten de ruimte
Als rector van enkele universiteiten hield ik aantredende hoogleraren graag voor dat de meest effectieve manier om snel vergeten te worden door je studenten is door je in de interactie te beperken tot de feitelijke leerstof.
Als een docent op de vraag van een leerling ‘Hoe denkt u daar zelf over?’ het antwoord schuldig blijft, doet hij zijn leerling tekort. De interactie tussen een docent en leerlingen buiten het lesmateriaal maakt het vak van docent aantrekkelijk en het onderscheid tussen een goede en een betere docent komt hier aan de oppervlakte.
Als we in Nederland de kwaliteit van het onderwijs hoog willen houden, dan moeten we docenten juist hier niet voor de voeten gaan lopen. De teneur van Nieuwsuur wijst helaas in een diametraal tegenovergestelde richting.
