Is paus Franciscus wel zo progressief én vriendelijk als hij zich graag voordoet?

18 juni 2024Leestijd: 3 minuten
Beeld: Beeld: Filippo Monteforte/AFP

Ondanks een uniek autobiografisch boek houdt paus Franciscus iets ongrijpbaars.

Bij bekende persoonlijkheden bestaat af en toe een discrepantie tussen het gedrag voor en achter de schermen. In Nederland zijn Matthijs van Nieuwkerk en Khadija Arib duidelijke voorbeelden. De televisiepresentator en de voorzitter van de Tweede Kamer maakten op het grote publiek een sympathieke, wellevende, charmante indruk. Buiten het zicht van de camera schijnen ze zich heel anders te hebben gedragen.

Iets soortgelijks zien we bij de paus. Franciscus komt bij zijn publieke optredens over als een lieve opa, met een vriendelijke lach en een neiging tot knuffelen. Maar in besloten kring vertoont hij een neiging tot autoritair gedrag. Een heel kritisch boek over zijn manier van besturen heet The Dictator Pope. De gedemonstreerde nederigheid in het openbaar zou een groot contrast vormen met tiranniek optreden in het Vaticaan.

In besloten kring blijkt Franciscus ook uitlatingen te doen die haaks staan op zijn progressieve imago. Zo kwam vorige maand naar buiten dat hij in het bijzijn van bisschoppen het woord frociaggine in de mond had genomen, plat Italiaans voor ‘flikkergedoe’. Daarmee uitte hij zijn ongenoegen over de bovenmatige vertegenwoordiging van homoseksuelen op seminaries, waar priesters worden opgeleid. Het Vaticaan haastte zich te excuseren voor dit politiek incorrecte woord.

Openhartigheid gedoseerd en doordacht

De term komt in elk geval niet voor in Life. My Story Through History. Dit is een uniek autobiografisch boek voor een paus. Franciscus is, anders dan zijn intellectueel veel sterkere voorganger Benedictus XVI, niet zo’n schrijver, dus liet hij zijn herinneringen optekenen door Vaticaan-watcher Fabio Marchese Ragona. De oorspronkelijke Italiaanse versie is nog niet in Nederlandse vertaling verschenen, maar mensen die de Engelse taal machtig zijn, kunnen warme woorden lezen over de ‘LGBTQ+ community’. De kerk moet ook homo’s zich welkom laten voelen en dient krachtig stelling te nemen tegen seksuele discriminatie.

Franciscus doet vanzelfsprekend erg zijn best gunstig voor de dag te komen. Het verwijt dat hij als bisschop in zijn geboorteland Argentinië te dicht tegen de junta aanschurkte, probeert hij te ontkrachten door zijn steun aan de verdrukten te benadrukken. Hij betoont zich ook een echte populist door te stellen dat hij de gewone gelovige belangrijker vindt dan kerkelijke instituties. Graag wil hij daarbij duidelijk maken dat hij een volkse figuur is en een man van vlees en bloed. Zo wijdt hij uit over zijn liefde voor voetbal en onthult hij vroeger zo verliefd te zijn geweest op een jonge vrouw dat hij even begon te twijfelen aan zijn roeping als priester.

Deze openhartigheid is gedoseerd en doordacht. Franciscus blijft iets ongrijpbaars houden. Hij is toch enigszins een showman naar wiens ware drijfveren en opvattingen het gissen blijft. Zo’n opmerking over ‘flikkergedoe’ doet vermoeden dat hij minder verlicht is dan zijn linkse bewonderaars denken.

Een beetje rare snijboon is Franciscus ook. Zo zag hij in 1990 iets onzedigs op televisie, waarna hij zwoer nooit meer tv te kijken. Misschien dat hij door deze bewuste blikvernauwing met zijn idealistische praatjes vaak een wereldvreemde indruk maakt.