Microsoft, YouTube, Twitter en Facebook gaan nauwer samenwerken om de plaatsing van online extremistische video’s te bestrijden. Het gaat om filmpjes van organisaties als Islamitische Staat (IS), waarin executies worden getoond of waarin wordt opgeroepen tot terroristische daden.
De bedrijven laten via een blog op Twitter weten dat ze een gemeenschappelijke databank starten, waarin zij zogenaamde ‘hashes’ verzamelen: digitale vingerafdrukken van extreem gewelddadige terroristenvideo’s of filmpjes waarin wordt opgeroepen tot deelname aan terroristische activiteiten.
Met de unieke digitale vingerafdruk kan de inhoud van een video herkend worden. Wanneer iemand zo’n video op Facebook deelt, stuurt het sociale medium de code door naar de anderen. Zo zou de video makkelijk vind- en verwijderbaar zijn.
Veel kritiek op rol van sociale media
Het huidige initiatief lijkt een reactie op toenemende kritiek op sociale media, omdat ze een platform zouden bieden aan terroristen. In juni werden Facebook, Twitter en Google voor de rechter gesleept door een Amerikaanse vader van een dochter die omkwam bij de aanslagen in Parijs. Hij beschuldigde de sociale media ervan groepen als IS ‘bewust’ de mogelijkheid te geven om ‘sociale netwerken als propagandamiddel’ te gebruiken.
Het is niet de eerste keer dat techbedrijven komen met een gezamenlijk initiatief. In mei sloten Facebook, Twitter, YouTube, Microsoft en Google een akkoord ter voorkoming van online haat en racisme. Het akkoord betrof een gedragscode, die voorschreef dat racistische en haatdragende content binnen 24 uur wordt verwijderd. De code stuitte op protest van verschillende digitale burgerrechtenorganisaties die een inperking van de vrijheid van meningsuiting vreesden.
Voor de nieuwe databank benadrukken de bedrijven dat het alleen gaat om ‘de meest extreme en flagrante terroristische foto’s en video’s’. De filmpjes worden overigens niet automatisch verwijderd. Bedrijven kunnen zelf bepalen of zij tot verwijdering overgaan.