Hoe staat het met de zoektocht naar een middel tegen corona?

Voor coronapatiënten zijn veel extra bedden beschikbaar gemaakt. Foto: Marcel van Hoorn/ANP

De zoektocht naar een medicijn en een vaccin tegen het coronavirus is over de hele wereld in volle gang. Wetenschappers en farmaceuten zijn druk op zoek naar een middel dat het virus kan beteugelen. Vijf vragen en antwoorden over de zoektocht en de middelen die het meeste perspectief bieden.

1. Wat voor medicijnen worden onderzocht om corona te stoppen?

De Deense medicijnautoriteit houdt een overzicht bij van alle medicijnen die op dit moment bij patiënten worden getest of waarvoor plannen zijn om ze binnenkort te testen. Op deze lijst staan onder meer virusremmers en corticosteroïden – medicijnen die de werking van het immuun­systeem beïnvloeden.

Maar bijvoorbeeld ook thalidomide, een medicijn dat bekend is onder de merknaam Softenon en begin jaren zestig de oorzaak bleek van mismaakt geboren kinderen. Thalidomide kan de afweerreactie van het lichaam beïnvloeden en daardoor mogelijk een rol spelen in de behandeling van COVID-19, de ziekte die door het corona­virus wordt veroorzaakt. Ook de stof sildenafil staat in het overzicht, beter bekend onder de merknaam Viagra. Het medicijn zorgt voor een verwijding van bepaalde bloedvaten en zou er op die manier voor kunnen zorgen dat meer afweerstoffen de infectie in de longen bereiken.

 Veel onderzoek wordt gedaan naar toepassing van bestaande medicijnen

Veel onderzoek wordt gedaan naar toepassing van al bestaande medicijnen. Daarvan is namelijk vaak al onderzocht of ze veilig zijn en daardoor kunnen onderzoeken eerder op grote schaal plaatshebben.

Voordat de medicijnen aan patiënten worden gegeven, worden ze vaak eerst ‘in vitro’ onderzocht. In vitro betekent letterlijk: in glas. Onderzoek in een reageerbuisje dus, of in een petrischaaltje in het laboratorium. Geen onderzoek in proefdieren dus, en al helemaal niet in mensen.

Dat iets in een laboratorium werkt tegen virusdeeltjes, wil nog niet zeggen dat het in pa­tiënten hetzelfde effect heeft. Zo publiceerden onderzoekers op 3 april een artikel in Antiviral Research, waaruit blijkt dat het medicijn ivermectine het nieuwe corona­virus kan remmen in cellen waarbij het virus in het laboratorium was ingespoten. Of het medicijn ook in patiënten werkt, moet nog worden aangetoond.

2. Welke medicijnen lijken het meestbelovend?

Vooropgesteld: het is nog te vroeg om uitspraken te doen over de resultaten van de medicijnen die worden getest. Vaak gaat het om onderzoeken met kleine groepen patiënten, dus het uitsluiten van toevalstreffers is daardoor lastig. Bovendien heeft niet elk onderzoek een controlegroep – een groep patiënten die een placebomedicijn krijgen toegediend. Dat lijkt misschien logisch – je gaat ernstig zieke patiënten toch geen nepmedicijn geven? – maar maakt het lastig om uit te sluiten dat patiënten zonder medicijn ook waren hersteld, of misschien zelfs sneller beter zouden zijn geworden.

Autoriteiten hebben wel al een onderscheid gemaakt tussen de medicijnen die wel en juist niet veelbelovend lijken. Het onderzoek naar sildenafil (Viagra) heeft de Deense medicijnautoriteit bijvoorbeeld aangemerkt als onderzoek met ‘lage importantie’. Op dit moment wordt daarnaar dan ook maar één onderzoek gedaan, met tien proefpersonen in China.

Belangrijker zijn onder meer de virusremmer remdesivir en de medicijnen chloroquine en hydroxychloroquine, die vroeger bij malaria werden gebruikt en nu bij onder meer reumatische aandoeningen kunnen worden voorgeschreven. Hoewel de wetenschappelijke onderbouwing voor deze medicijnen als therapie bij corona nog matig is, komen ze volgens de Stichting Werkgroep Antibioticabeleid (SWAB) ‘het meest in aanmerking’. Ze zijn opgenomen in de lijst van behandelopties van SWAB, die Nederlandse ziekenhuizen als leidraad gebruiken voor ernstig zieke patiënten. SWAB benadrukt daarbij dat toestemming van de patiënt of familie nodig is om deze experimentele middelen te gebruiken.

Ook worden combinaties van deze en andere medicijnen onderzocht. Bij de behandeling van hiv bleek dat ooit de grote doorbraak, een combinatie van een aantal hiv-remmers. Of het bij het coronavirus ook zo werkt, moet nog blijken. Ondanks het gebrek aan wetenschappelijk bewijs noemde de Amerikaanse president Donald Trump de malariamedicijnen al ‘het licht aan het einde van de tunnel’ – iets wat bij experts tot grote verontwaardiging leidde.

3. Kan het helpen om bij patiënten antistoffen toe te dienen?

Half maart werd bekend dat het onderzoekers van onder meer het Erasmus MC was gelukt in het laboratorium een antistof te produceren die lijkt te werken tegen het nieuwe coronavirus. Of eigenlijk lag deze al in de ijskast. Het ging om een antistof die al was ontwikkeld bij de eerdere uitbraak met een SARS-virus in 2002 en 2003. Deze blijkt in het laboratorium ook te werken tegen het huidige corona­virus, ook bekend als SARS-CoV-2. Maar het stofje moet nog uitgebreid worden onderzocht om te zien of het inderdaad ook effectief en veilig is als medicijn, en dan moet nog worden gekeken of het ook op grote schaal kan worden geproduceerd.

Lees ook het verhaal van de week: Het virus lijkt in Nederland getemd. Wat nu?

Het Erasmus MC is eveneens begonnen met een onderzoek naar antistoffen van patiënten die ziek zijn geweest. Eind maart riepen Rotterdamse onderzoekers herstelde patiënten op om zich te melden. Bij hen wordt bloedplasma afgenomen en dat wordt aan coronapatiënten in het ziekenhuis gegeven om te zien of zij door de antistoffen in het plasma beter herstellen.

Aan de hoeveelheid aanmeldingen zal het in elk geval niet liggen: in een mum van tijd meldden zich genoeg herstelde patiënten om het onderzoek te kunnen beginnen.

Eerder bleek al uit onderzoek bij apen dat de antistoffen inderdaad effect hebben. En uit een ander Chinees onderzoek komen resultaten naar voren die wijzen op ‘de mogelijkheid’ dat plasma van gezonde patiënten kan helpen. Bij vijf ernstig zieke patiënten werd plasma van herstelde patiënten toegediend. Al snel werd de koorts minder en daalde ook de hoeveelheid virus in het bloed. Drie patiënten zijn inmiddels naar huis, twee liggen nog wel in het ziekenhuis, maar zijn stabiel. Voorzichtigheid is geboden bij het trekken van conclusies op basis van deze resultaten, schrijven de onderzoekers. Want het gaat om een kleine groep patiënten en er was geen controlegroep. De eerste resultaten van het Rotterdamse onderzoek worden de komende weken verwacht.

4. Zijn er medicijnen die het risico op corona verlagen?

Informatie over potentiële medicijnen tegen het coronavirus wordt razendsnel gepubliceerd. En dat bereikt niet alleen de wetenschap, maar ook het grote publiek. Dat zorgt ervoor dat de resultaten nog wel eens een eigen leven gaan leiden. Zo is in China onderzoek gaande naar het effect van vitamine C bij coronapatiënten. De patiënten krijgen een hoge dosis vitamine C via een infuus. Of het werkt, moet nog blijken. Resultaten zijn er nog niet. Maar voor sommigen is het aanleiding om alvast preventief vitamine C-tabletten te gaan slikken.

Een langdurig tekort aan vitamine C kan weliswaar tot een verminderde weerstand leiden, net als stress en weinig slaap. Maar bewijs dat een infectie met het coronavirus is te voorkomen door meer vitamine C te gaan slikken, is er niet. Overigens is voor vitamine C geen pilletje nodig: het zit ook gewoon in groente en vruchten.

Ook kreeg de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) signalen binnen dat het oude malariamedicijn chloroquine preventief wordt voorgeschreven door artsen. Volgens de IGJ is ‘volstrekt onbewezen’ dat deze medicijnen corona helpen voorkomen. Terwijl het wel flinke bijwerkingen kan hebben, zoals hartproblemen. Bovendien kunnen de medicijnen, zeker bij langdurig gebruik, leiden tot beschadigingen van het netvlies met mogelijk blindheid tot gevolg. Reumapatiënten die de medicijnen chronisch gebruiken, moeten dan ook regelmatig ter controle naar de oogarts. Bovendien, zo schrijft de IGJ, zou onnodig gebruik ervoor kunnen zorgen dat er een tekort ontstaat ‘voor patiënten die daar echt baat bij kunnen hebben, zoals reumapatiënten’.

5. Hoe zit het met de ontwikkeling van een vaccin?

Volgens de website van de Wereldgezondheidsorganisatie worden twee vaccins al bij mensen getest. Toch zal het nog wel even duren voordat een vaccin breed beschikbaar is. Uitgebreide onderzoeken zijn nodig naar de effectiviteit en vooral ook naar de veiligheid, omdat het vaccin aan gezonde mensen wordt gegeven.

Bovendien moet zo’n vaccin op grote schaal worden geproduceerd, voor de hele wereld. Hoelang een vaccin nog op zich laat wachten? Het goede nieuws is dat er veel wordt samengewerkt, maar experts achten het hoe dan ook onmogelijk dat er binnen anderhalf jaar een vaccin is.