De discussie over verspreiding van het virus via aerosolen krijgt een nieuwe wending door een open brief van wetenschappers en eigen RIVM-onderzoek. Gaat het virus dan toch door de lucht?
Waar gaat de discussie over? De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO), en in haar kielzog het RIVM, is er vanaf het begin van de pandemie vanuit gegaan dat het virus zich vooral verspreidt via relatief grote druppels die besmette mensen verspreiden als ze hoesten of niezen. Groot betekent in dit verband groter dan 5 micron, ofwel 0,0005 millimeter.
Dergelijke druppels vallen als gevolg van de zwaartekracht binnen 0 tot 1, hooguit 2 meter, naar de grond. Vandaar het devies om altijd 1,5 meter afstand te houden. En waar dat niet kan, en het risico groot is, zoals in ziekenhuizen waar medisch personeel dicht bij patiënten komt, is het verstandig maskers en brillen te dragen.
Wolken van druppels
Druppels die kleiner zijn dan 5 micron vormen wolkjes die zo licht zijn dat ze niet direct naar de grond dalen en verder door de lucht kunnen zweven. Uit reconstructies die zijn weergegeven in animatiefilmpjes blijkt dat deze wolkjes zich meters ver kunnen verspreiden. Dat lijkt aan te sluiten bij meldingen van besmettingen die op het eerste gezicht niet kunnen zijn gebeurd door te weinig afstand of door handen te schudden.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."
De WHO en het RIVM hebben de kans dat besmetting op grote schaal plaatsheeft via de kleinste zwevende deeltjes altijd klein geacht. In de kantlijn van de achtergrondinformatie stond altijd wel een bijzinnetje over mogelijke verspreiding van SARS-CoV-2 via minuscule druppeltjes, maar het leek geen belangrijke besmettingsroute. Die visie is ook in lijn met wat bekend is over eerdere SARS-virussen. Bovendien: als aerosolen zo belangrijk zijn in de verspreiding, waarom zien we dan sinds de openstelling van horeca, bioscopen en scholen het aantal besmettingen niet sterk stijgen?
Voorzorg tegen elk risico, hoe klein ook
Maar meer en meer mensen, van wetenschappers op relevante terreinen tot leken die zich in de materie hebben vastgebeten, zijn ervan overtuigd dat verspreiding van het virus via deze kleinste zwevende deeltjes een belangrijke, zo niet de belangrijkste verspreidingsroute is. Ze wijzen daarbij op ‘superspreadevents’ als kerkdiensten of après-skifeesten in slecht geventileerde ruimtes. Maurice de Hond, bijvoorbeeld, vindt daarom dat de nadruk op de 1,5-meter afstand onzinnig is en dat er meer aandacht moet zijn voor ventilatiesystemen en mondkapjes. Hij pleit voor een ‘deltaplan ventilatie’ voordat in de herfst het virus mogelijk weer in kracht toeneemt.
Het aerosol-kamp liet afgelopen dagen opnieuw van zich horen. Een gezelschap van 239 wetenschappers riep in een open brief met als titel Het is tijd om verspreiding van COVID-19 door de lucht aan de orde te stellen aan de WHO op om meer aandacht te geven aan verspreiding via aerosolen.
Laden…
Al vanaf €15 per maand leest u onbeperkt alle edities en artikelen van EW. Bekijk onze abonnementen.
Bent u al abonnee en hebt u al een account? log dan hier in
U bent momenteel niet ingelogd of u hebt geen geldig abonnement.
Wilt u onbeperkt alle artikelen en edities van EW blijven lezen?
Wilt u opnieuw inloggen