De aarde warmt sneller op dan eerder gedacht. Dat blijkt uit onderzoek van een groep klimaatonderzoekers in opdracht van de Verenigde Naties. Ook staat het ‘onmiskenbaar’ vast dat mensen voor die opwarming verantwoordelijk zijn. De roep om meer klimaatactie zal na het rapport luider klinken, maar wat kan Nederland nog doen?
Het zesde rapport van de klimaatonderzoekers die door de Verenigde Naties bijeen zijn gebracht, is het alarmistische tot nu toe. In het meest ongunstige scenario zou de temperatuur op aarde tegen het einde van deze eeuw zijn opgelopen met ruim 5 graden. Dat zou zorgen voor extreme weersomstandigheden zoals hitte, droogte of zware regenval, en het leven in diverse regio’s op aarde bedreigen.
Veranderingen van klimaat gaan extreem snel
Extreem weer was de afgelopen maanden geregeld in het nieuws. In Californië woedt de op een na grootste bosbrand in de geschiedenis van de Amerikaanse staat, in Griekenland en Turkije woeden ook grote branden en vorige maand werden delen van Nederland, België en Duitsland geteisterd door zware regenval met watersnood tot gevolg.
De veranderingen van het klimaat gaan extreem snel, zo schrijft het Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC) in het rapport. De klimaatdeskundigen zeggen dat het afgelopen decennium waarschijnlijk de warmste periode was in de afgelopen 125.000 jaar. Door een combinatie van uitstoot en ontbossing zit de hoeveelheid koolstofdioxide (CO2) in de atmosfeer op een niveau dat ongeveer twee miljoen jaar niet is gezien.
Ook gunstig scenario in klimaatrapport
Door de veranderingen is naast het extreme weer ook de stijging van de zeespiegel voorlopig onomkeerbaar volgens het rapport. Van 2006 tot 2018 is de zeespiegel met 3,7 millimeter per jaar gestegen. Van 1901 tot 1971 was dat 1,3 millimeter per jaar. Het tempo waarmee de stijging gepaard gaat, is afhankelijk van hoe hoog de temperatuur op aarde oploopt.
Sinds 1900 is de temperatuur met 1,1 graad Celsius gestegen. In het gunstigste scenario van het zesde IPCC-rapport loopt de temperatuur nog op tot maximaal 1,8 graad. Dat valt binnen de kaders van het Klimaatverdrag van Parijs dat in 2016 door diverse wereldleiders werd gesloten. Daar spraken zij af zich te zullen inzetten om de temperatuur op aarde niet hoger te laten stijgen dan 2 graden en het liefst 1,5 graad.
Europese landen verlagen uitstoot van broeikasgassen al aanzienlijk
Daarvoor moet de uitstoot van broeikasgassen rap worden verlaagd. Veel westerse landen zijn daar al mee bezig. Ten opzichte van 1990 stoot het Verenigd Koninkrijk bijvoorbeeld 40 procent minder CO2 uit, Frankrijk 20 procent en Nederland bijna 25 procent. In 2030 moet de uitstoot van Nederland ten opzichte van 1990 zijn gehalveerd.
In andere landen stijgt de uitstoot van broeikasgassen nog. Onder meer in India en China, de grootste uitstoter van broeikasgassen ter wereld, groeit de uitstoot nog elk jaar. Volgens internationaal onderzoek van het Planbureau voor de Leefomgeving was China in 2019 goed voor 27 procent van de uitgestoten broeikasgassen, de lidstaten van de Europese Unie 8 procent en India 7 procent.
Nederland wil grote vervuilers meekrijgen in klimaatbeleid
Naar verwachting neemt het aandeel van China de komende jaren nog verder toe. Pas na 2030 zal China minder broeikasgassen uitstoten. In 2060 wil het land klimaatneutraal zijn, tien jaar later dan de lidstaten van de Europese Unie.
In reactie op het rapport zegt Dilan Yeşilgöz-Zegerius (VVD) dat andere landen meer moeten doen. Volgens de demissionair staatssecretaris van Klimaat en Energie maakt het rapport ‘nog eens extra duidelijk dat we de komende decennia de uitstoot van broeikasgassen sterk moeten verminderen’. Tijdens de wereldwijde klimaatconferentie later dit jaar in Glasgow wil Nederland zich inzetten om andere landen scherpere doelen te laten stellen.