Wat is de Nederlandse langetermijnstrategie tegen corona?

Minister Ernst Kuipers kondigt einde coronamaatregelen aan. Foto: ANP SEM VAN DER WAL

Op 1 april verzond het kabinet eindelijk zijn langetermijnstrategie voor de corona-aanpak naar de Tweede Kamer. Wat zijn de doelen en hoe denkt het kabinet Nederland beter voor te bereiden op oplevingen van het virus?

1. Wat wil het kabinet bereiken?

Het kabinet stelt in zijn langetermijnstrategie twee hoofddoelen vast, namelijk 1) inzetten op sociaal-maatschappelijke en economische continuïteit/vitaliteit en 2) toegankelijkheid van de gehele zorgketen voor iedereen. En dat rekening houdend met een heropleving van het coronavirus in een of andere variant.

Een aantal zaken valt op aan die doelen. Ten eerste dat het beschermen van kwetsbaren niet meer wordt genoemd als expliciet doel. Dat uitgangspunt komt meer op de achtergrond en wordt vervangen door de nadrukkelijke wens om de samenleving zoveel mogelijk open te houden.

In de begeleidende brief aan de Tweede Kamer onderbouwt het kabinet dat als volgt:

‘Het kabinet is zich zeer bewust van het feit dat deze crisis en de maatregelen diep hebben ingegrepen in het leven van velen. Daarom kiest het kabinet expliciet voor een open samenleving als uitgangspunt voor de strategie.’

Dat is een opmerkelijke redenering. Iedereen was zich er al van bewust dat het virus en de maatregelen om het virus af te remmen zeer ingrijpend waren. Maar het gaat erom of ze op dat moment nuttig en nodig waren, iets waaraan het kabinet getuige deze passage zelf ook niet helemaal meer achter lijkt te staan.

Ook wordt er subtiel op gewezen dat als er toch maatregelen nodig mochten zijn, deze een ‘passend juridisch instrumentarium’ moeten krijgen. Waarmee het kabinet erkent dat de wettelijke basis voor allerlei vrijheidsbeperkende maatregelen in de afgelopen twee jaar nogal wankel was.

2. Hoe wil het kabinet die doelen verwezenlijken?

Het kabinet richt zich in de strategie op vier sporen, die erop gericht zijn beter voorbereid te zijn op een opleving van de pandemie: zicht houden op het virus, maatschappijbrede preventie, optimalisatie van de zorgketen en voorspelbaarheid bij eventuele interventies.

Het houdt bovendien rekening met uiteenlopende scenario’s die variëren van ‘corona wordt een virus als alle andere’ tot ‘er duikt een zeer besmettelijke en veel gevaarlijkere variant op’. In alle scenario’s denkt het kabinet met deze strategie het coronavirus aan te kunnen.

Abonnee worden?Dagelijks op de hoogte blijven van de laatste actualiteiten, achtergronden en commentaren van onze redactie? Bekijk ons aanbod en krijg onbeperkt toegang tot alle digitale artikelen en edities van EW.

Bekijk de mogelijkheden voor een (digitaal) abonnement hier

Het zicht houden op het virus gebeurt eigenlijk zoals het altijd al ging. Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) houdt via allerlei bronnen bij of zich iets zorgwekkends ontwikkelt. Het zal daarbij wel meer internationale samenwerking zoeken en wat meer bronnen gebruiken dan voor de coronacrisis het geval was. Het kabinet denkt niet dat het nodig is om bij elk vermoeden van besmetting te testen bij de gemeentelijke gezondheidsdienst (GGD) of een grootschalig bron- en contactonderzoek uit te voeren.

De preventie zal zich vooral richten op het verbeteren van de basisgezondheid van Nederlanders via het al langer bestaande Preventieakkoord. Het idee is dat COVID-19 minder hard toeslaat als de met het coronavirus besmette patiënten geen onderliggende aandoeningen hebben. Maar gezien de magere succesjes die afgelopen jaren zijn geboekt op het terrein van gezonder eten en overgewicht tegengaan, is het zeer de vraag of dat zal werken.

3. Wat gebeurt er met de zorg?

De draagkracht van de zorgketen bleek in Nederland een achilleshiel. De discussie over vooral de capaciteit op de intensive care (IC) beheerste lange tijd het debat. Minister van Volksgezondheid Ernst Kuipers (D66) kiest er met dit plan in elk geval niet voor om die capaciteit blijvend uit te breiden. Belangrijkste reden daarvoor is dat Kuipers inziet dat er simpelweg niet voldoende personeel te vinden of op te leiden is. Dat was voor de coronacrisis al zo, en de situatie is nauwelijks verbeterd.

Dus ook al drongen ziekenhuizen al jaren aan op enige uitbreiding van de IC-capaciteit, dat wordt niet de inzet. De oplossing wordt eerder gezocht in de organisatie van de gehele zorgketen, zonder dat er heel concrete plannen of doelen worden geformuleerd. Maar de gedachten gaan uit naar een snellere doorstroom van patiënten vanuit de ziekenhuizen en de inzet van meer en betere medicijnen bij COVID-19, plus meer behandelingen thuis met zuurstof. Alles met het doel om de ligtijd in de ziekenhuizen omlaag te brengen.

4. Wat gebeurt er met het OMT?

Het belangrijkste adviesorgaan van het kabinet tijdens de pandemie, het Outbreak Management Team (OMT) blijft gehandhaafd. Het bestond ook al voor de coronacrisis en zal weer functioneren in zijn gebruikelijke waakstand. Maar het kabinet wil er een tweede team naast, iets waarop deskundigen uit allerlei disciplines, zoals de psychologie, economie en communicatie, al de hele crisis lang hamerden.

Dit team wordt het Maatschappelijk Impact Team (MIT), dat als taak zal hebben te adviseren over het effect van eventuele maatregelen op economisch en sociaal-maatschappelijk vlak. Dit MIT zou net zoveel gewicht in de schaal moeten leggen als het OMT, maar welke deskundigen het team moeten gaan bemannen, is nog onduidelijk.