De tijd dat ‘cash’ ‘king’ was, is echt voorbij

cash geld

De invloed van Italië op de benamingen voor financiële transacties sneeft in tikkietijdperk, schrijft René van Rijckevorsel in zijn taalrubriek.

De tijd dat Italië de taal van geld domineerde, is voorbij. Betalen doen we met een app op onze mobiel en via ‘tikkies’. Contant geld heeft vrijwel niemand nog op zak, zeker niet de ­auteur van deze rubriek.

Contant geld ontlenen we in het Nederlands weliswaar aan het Franse comptant (tellend), maar dat voert weer terug op het Italiaanse contanti (contant geld). Het onderliggende werkwoord contare komt van het Latijnse computare – (be)rekenen. Juist, ook de oorsprong van ‘computer’.

Cash, in Nederland gebruikt Angelsaksisch synoniem voor ‘contant’

Cash, het in het Nederlands graag gebruikte Angelsaksische synoniem voor ‘contant’, komt eveneens uit de Italiaanse regionen. ‘Cash’ is afgeleid van het Franse caisse (spaarpot), dat weer komt van het oude Italiaanse cassa, en uiteindelijk van het Latijnse capsa (doos).

RancuneLees deze taalrubriek Comeback van het woord ‘rancune’

Het begrip ‘giro’ of ‘giraal’ loopt in het tikkietijdperk ook op zijn laatste benen. Voor de jonge lezer: een ‘(accept)giro’ was ooit het papieren middel waarmee je een bedrag kon overschijven naar een andere rekening,

De betekenis van ‘giro’ voor een ‘geldtransactie zonder contanten’, stamt uit het zestiende-eeuwse Venetië. Daar bestond een officio del giro delle biave: ‘kantoor voor de betaling van het graan’. Giro komt van het Latijnse gyrus of girus (rondgang). Het rondpompen van geld dus.