Het nieuws dat een meisje in Ecuador ernstig ziek werd door besmetting met het vogelgriepvirus, vergroot de zorgen over deze uitbraak. Hoe groot is het gevaar en waarom wordt er niet gevaccineerd?
Vogelgriep vormt al decennia een groot probleem: het virus gaat in golven over de wereld en veroorzaakt, het ene jaar meer dan het andere, massale sterfte onder trekvogels, vogels van hobbyboeren en onder vogels in grote pluimveehouderijen. De huidige epidemie begon al in oktober 2021, toen een ophokplicht van kracht werd nadat er steeds meer berichten uit het buitenland kwamen van lokale uitbraken van vogelgriep.
Het European Centre for Disease Prevention and Control merkt deze uitbraak inmiddels aan als verreweg de grootste ooit in Europa en bovendien een die lang aanhoudt. Eerder hielden uitbraken min of meer gelijke tred met de seizoenen en de vogeltrek. Zodra de grote stromen trekvogels voorbij waren, doofde ook het virus weer. Maar virologen zien nu dat het virus op zo’n grote schaal is verspreid, dat er nauwelijks nog adempauze zit tussen die periodes en het virus het hele jaar door kan rondgaan. Daarbij speelt klimaatverandering mogelijk een bijrol: doordat de routes en patronen van de vogeltrek veranderen, kan ook de verspreiding van het virus anders verlopen.
Zoals inmiddels bekend is van corona, manifesteert ook vogelgriep zich in elkaar opvolgende varianten. Die worden geclassificeerd als laagpathogeen, waarvan de dieren niet ziek worden, of hoogpathogeen, dat dieren wel ernstig ziek maakt. In beide gevallen worden pluimveebedrijven geruimd. De huidige variant H5N1 is hoogpathogeen. Deze wordt over de wereld verspreid door wilde vogels, maar is vermoedelijk ontstaan onder pluimvee in China.
Gevaar voor mensen
Het nieuws dat in Ecuador het vogelgriepvirus is overgesprongen op een mens, haalde wereldwijd het nieuws. Toch is het niet uniek dat een mens besmet raakt door contact met een vogel. Tijdens elke uitbraak worden gevallen gerapporteerd van mensen die veel in direct contact komen met pluimvee en besmet raakten, zoals boeren en dierenartsen.
Uitzonderlijk en zorgelijk was wel dat het negenjarige meisje erg ziek werd door de besmetting en zelfs naar de intensive care moest. Dat gebeurt niet zo vaak. In Nederland overleed in 2003 een dierenarts aan een longontsteking die vermoedelijk het gevolg was van besmetting met het vogelgriepvirus.
Die gevallen vormen het bewijs dat overspringen van dier op mens mogelijk is en waakzaamheid dus geboden. Maar er zijn ook geruststellende feiten: om te beginnen stelt het aantal gevallen niets voor als je het afzet tegen het aantal besmette dieren: het is en blijft een zeer uitzonderlijk fenomeen. Ten tweede betekent besmetting van mens op dier nog niet dat mensen ook elkaar besmetten met vogelgriep. Er zijn in het verleden enkele gevallen gemeld, maar ook dat vormen zeer hoge uitzonderingen.
Schade aan fauna en pluimveesector
De schade zit hem vooralsnog vooral bij wilde populaties vogels en pluimvee. Wie afgelopen zomer de Nederlandse stranden bezocht, kan het niet zijn ontgaan hoe onvoorstelbaar veel dode vogels in het zand lagen: meeuwen, jan-van-genten, strandlopers. Onder wilde (trek)vogels veroorzaakt het virus een slagveld.
Pluimveehouders kampen al sinds eind 2021 met besmettingen onder hun kippen, kalkoenen en ganzen. De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit meldt dat sinds oktober 2021 in Nederland al ruim honderd uitbraken zijn geteld, waarbij meldingen van locaties met minder dan vijftig dieren nog niet eens worden meegeteld. Daarbij zijn circa 6 miljoen dieren geruimd, ofwel gedood en vernietigd.
Daarvan werden 4,7 miljoen dieren geruimd op bedrijven waar daadwerkelijk vogelgriep was vastgesteld, en nog eens 1,1 miljoen preventief op bedrijven die dicht bij besmettingslocaties lagen. De kosten van ruiming bedragen al gauw 100.000 euro per bedrijf, die uit een fonds worden betaald dat voor de helft door de sector en voor de helft door de overheid wordt gevuld. Maar aangezien de pot al leeg is, komt alles boven de 30 miljoen voor rekening van de overheid, meldde Omroep Brabant.
Waarom wordt er niet massaal gevaccineerd?
De oplossing lijkt voor het grijpen te liggen, want er zijn vaccins tegen vogelgriep. Maar helaas zijn er ook heel wat drempels waardoor vaccinatie, zeker op korte termijn, geen soelaas biedt.
Om te beginnen is decennia geleden al in Europees verband een koers ingezet die juist niet gericht was op vaccinatie als oplossing. Dat kwam voort uit verschillende wetenschappelijke visies op veterinair gebied. Het beleid bij uitbraken van vogelgriep bestond en bestaat uit monitoren, preventieve maatregelen en snel ingrijpen als het ergens misgaat.
Daar valt ook wel wat voor te zeggen. Lange tijd was het niet mogelijk onderscheid vast te stellen tussen een gevaccineerde kip en een kip die het virus had (gehad). Dat maakte dat de gevaccineerde kippen voor de export waardeloos zouden worden. Veel landen houden de deur onverbiddelijk dicht voor gevaccineerd vlees. Duitsland wil zelfs geen eieren van gevaccineerde kippen, ook al is er geen aantoonbaar risico voor de volksgezondheid. Aan de andere kant beletten veel landen sowieso de import van gevogelte uit een gebied waar vogelgriep is uitgebroken.
Europese Unie zit vast in non-vaccinatiebeleid
Er zit wel beweging in het non-vaccinatiebeleid van de Europese Unie. In diverse landen worden inmiddels hobbyvogels en ook pluimvee voor commerciële doeleinden gevaccineerd, met de afspraak dat andere landen de producten van dat pluimvee niet mogen weigeren. Maar dat betreft kleine experimenten. Er geldt nog steeds een handelsverbod in de Europese Unie op tegen vogelgriep ingeënte pluimveeproducten.
Het is een illusie om zelfs met massale vaccinatie een sluitende bescherming te krijgen, omdat het simpelweg onmogelijk is om wilde vogels te vaccineren. Daardoor zullen varianten van vogelgriep steeds opnieuw over de wereld worden verspreid. Maar het zou in elk geval pluimvee en hobbydieren beschermen.
Biedt technologie uitkomst?
Er is wel vooruitgang op technisch gebied. Diverse bezwaren tegen vaccineren worden weggenomen. Zo zijn er inmiddels vaccins uitgerust met een soort marker waardoor wel duidelijk verschil valt te maken tussen gevaccineerde en besmette dieren. Daarnaast kan vaccineren een stuk minder arbeidsintensief en kostbaar worden door het toedienen van vaccins in de vorm van poeder dat door het voer kan worden gemengd in plaats van injecties. Maar producenten van vaccins zijn terughoudend met onderzoek en ontwikkeling van deze vaccins, omdat onduidelijk is of er een markt voor is.
De vraag is of de lidstaten van de Europese Unie preventieve vaccinatie ooit zullen omarmen. Uit oogpunt van diervriendelijkheid zien linkse en groene partijen het probleem eerder in de manier waarop de pluimveesector werkt, met enorme aantallen vogels dicht op elkaar. Zij zien liever een einde aan de intensieve pluimveehouderij dan dat de sector met technologische lapmiddelen op de been wordt gehouden. De invloedrijke viroloog Thijs Kuiken van het Erasmus MC pleit voor een stevige mix van maatregelen, zowel vaccineren als nauwlettend monitoren, maar ook de dichtheid van pluimveebedrijven in Nederland omlaag brengen door bedrijven uit te kopen.