Katholieke helden: de Nederlandse zoeaven

Zoeaaf Pieter Jong, de ‘reus uit Lutjebroek’, ging strijdend ten onder. Foto: Collectie Nederlands Zouavenmuseum. In bruikleen van het Catharijneconvent te Utrecht

In de negentiende eeuw dweepte rooms Nederland met de zoeaven. De vrome katholieken waren bereid hun leven te offeren voor de paus.

In de kleurrijke geschiedenis van EW neemt Wim Zaal (1935-2021) een bijzondere plaats in. Liefst 36 jaar vulde hij als literair redacteur met vlotte pen kolommen van dit weekblad. Hij hield naast deze inspanningen nog voldoende tijd over om gedichten en toespraken voor prins Bernhard te schrijven en een lange reeks boeken te publiceren.

Zaals voorkeur ging uit naar het beschrijven van aparte figuren, in de marge van de samenleving. Van fascisten tot sekteleiders, van oplichters tot heiligen. Zijn grote belangstelling voor en kennis van de geschiedenis van de Rooms-Katholieke Kerk bleek onder meer uit De vuist van de paus (1980), een levendig boek over strijdlustige katholieken die de wapens opnamen om de Heilige Vader te beschermen.

Later belichtte een andere productieve en veelzijdige journalist dezelfde groep. Kees Schaepman (1946-2022) publiceerde een jaar voor zijn dood de degelijke en informatieve studie Soldaten van God.

Paus Pius IX richtte in 1861 een eigen regiment op

Het is dus nogal overdreven om te stellen dat de zoeaven in de vergetelheid zijn geraakt, zoals Koen de Groot doet. Vermoedelijk was de historicus al druk bezig met het schrijven van Martelaren voor de paus toen hij Soldaten van God onder ogen kreeg. Maar hij biedt een waardevolle toevoeging aan de eerder verschenen studies. De Groot maakt namelijk uitgebreid gebruik van de brieven en dagboekaantekeningen die zich bevinden in het zoeavenmuseum in Oudenbosch. Met behulp van deze egodocumenten verschaft hij inzicht in hoe vrome Nederlandse katholieken het zelf ervoeren om hun leven op het spel te zetten voor de paus.

Het begon allemaal in 1861. Paus Pius IX voelde zich ernstig bedreigd door de Italiaanse koning Victor Emanuel II en diens nationalistische bondgenoot Giuseppe Garibaldi. Hij richtte een regiment op om zijn grondgebied te verdedigen. Tussen 1861 en 1870 meldden zo’n tienduizend vrijwilligers zich om de kerkvorst bij te staan. Deze zoeaven droegen een opvallend tenue, met pofbroek en rode buikband.

Uit Nederland kwamen 3.081 enthousiaste strijders

Aanvankelijk kwam de pauselijke bijstand vooral uit Frankrijk en België. Maar uiteindelijk leverden Nederlandse katholieken met 3.081 enthousiastelingen de belangrijkste bijdrage. Doorgaans wat naïeve jongemannen met een hang naar avontuur en een vurig geloof. De Groot volgt in zijn boek een viertal van hen op de voet, waardoor goed duidelijk wordt welke ontberingen en gevaren zij het hoofd moesten bieden.

Een van de katholieke krachtpatsers was Pieter Jong (1842-1867). De ‘reus uit Lutjebroek’ stierf een heldendood in een gevecht met een overmacht van aanhangers van Garibaldi. Hij velde, zo wil het verhaal, veertien vijanden voordat hij door bajonet- en dolksteken werd doorboord. ‘Zoo strijden en sneuvelen Nederlands zonen, voor de regten der kerk Gods!’ schreef de katholieke krant De Tijd een week later trots.

In eigen land werden de zoeaven soms als landverraders gezien

Niet overal was lof te horen voor de Nederlandse zoeaven. In het buitenland werden ze soms als primitieve huurlingen beschouwd, in eigen land als landverraders omdat ze voor een vreemde mogendheid streden. Maar het katholieke volksdeel dweepte enorm met ze, zeker als sprake was van een martelaarsdood.

De herinneringen aan het katholieke heldendom zijn vanzelf fletser geworden. Maar in zijn geboorteplaats Lutjebroek staat nog een standbeeld van Pieter Jong. En de plaatselijke voetbalvereniging heet VV De Zouaven.