De plantaardige opmars stokt. Is hybride of kweekvlees een alternatief?

Het bedrijf Olijck investeert in hybride vlees: hamburgers en worsten waarin vlees wordt aangevuld met plantaardige producten als zeewier. Foto: ANP

Producenten van vleesvervangers hebben de wind tegen. Valt meer succes te verwachten van hybride vlees of van de duurzame 100 procent vleesproducten die Albert Heijn aankondigt?

Nog niet zo lang geleden was het Amerikaanse Beyond Meat de grote veganistische belofte. Het bedrijf betrad in 2009 de markt met burgers op basis van plantaardige eiwitten (onder meer uit erwten). Met die productiemethode verlaagde Beyond Meat enorm het watergebruik en de CO2-uitstoot per kilo ‘vlees’.

Dat beroemdheden als Bill Gates en Leonardo DiCaprio enthousiast waren en miljoenen investeerden in het bedrijf, droeg bij aan de hoge verwachtingen. De beursgang in 2019 was aanvankelijk dan ook een groot succes: het aandeel begon op 25 dollar en steeg in enkele maanden naar rond de 240 dollar. Maar na flinke koersschommelingen in de jaren daarna, zette halverwege 2021 een daling in. Inmiddels is het aandeel Beyond Meat nog geen 7 euro waard.

Topman Ethan Brown heeft allerlei op zich plausibele verklaringen voor de tegenvallende resultaten, zoals personeelstekort en inflatie. Maar het onderliggende, structurele probleem is toch dat Beyond Meat te weinig burgers verkoopt.

Ook andere vega-producenten hebben het lastig

Beyond Meat is geen uitzondering. Ook andere producenten van plantaardige voedingsmiddelen hebben het lastig. Kenmerkend voorbeeld is Oatly. De Zweedse producent van havermelk is erg zichtbaar in het straatbeeld en op sociale media, met grote billboards en in video’s van influencers. Maar ook dit bedrijf heeft het lastig op de beurs: sinds zijn introductie in 2021 verloor het 95 procent van zijn waarde.

Ook de Nederlandse producent van plantaardige vleesvervangers, Ojah in het Gelderse Ochten, merkt de stagnerende vraag naar vega-vleesproducten. Vorige maand moest het bedrijf, na jaren van onstuimige groei, ineens mensen ontslaan.

Groeipijnen of signalen van definitieve neergang?

Halverwege 2023 signaleerde Rabobank in een marktrapport al dat vleesvervangers minder in trek leken te raken bij consumenten, al stegen de prijzen minder snel dan die van traditionele voedingsmiddelen. Deskundigen vermoedden dat het ging om gebruikelijke correcties in een jonge markt die wat boven zijn stand had geleefd.

Maar sommige deskundigen zagen een groter probleem: consumenten zijn lang niet altijd tevreden over de kwaliteit van de producten. Met het oog op dierenleed en impact op milieu en klimaat zijn ze best bereid om vleesvervangers te proberen. Maar als die niet smaken zoals verwacht, haken ze net zo snel weer af. Voor veel consumenten is de stap van echte kip naar blokjes van sojabonen of tarwe simpelweg te groot.

Kansen voor producten die dichter bij echt vlees blijven?

En daar spelen sommige producenten op in, met zogenoemde hybride producten die wat dichter bij het origineel blijven. Zoals hybride auto’s de voordelen van een benzinemotor combineren met een elektrische hulpmotor, bestaat hybride vlees uit echt vlees gemengd met plantaardige bestanddelen.

Dat is niet nieuw. Jaren geleden waren op vakbeurzen al hybride vleesproducten te zien. Zoals Halv-om van producent Encko, een gehaktbal van 30 procent paddenstoel en (ongeveer) 70 procent echt vlees. Dat werd geen daverend succes, al was de smaak prima. Maar Encko houdt vertrouwen in hybride producten, getuige de productlijn Meat-You-Halfway van het merk Olijck: 50 procent vlees, 50 procent groenten (waarvan ongeveer de helft zeewier).

Kenmerkende eigenschappen van vlees, zoals beet, vetgehalte en bovenal smaak, blijven bij deze producten overeind. Terwijl 10 tot 50 procent toch echt uit niet-dierlijke ingrediënten bestaat.

Een andere vleesverwerker, de Jan Zandbergen Groep, bracht hybride vleesproducten op de markt onder de naam FiftyFifty, die voor minder dan de helft uit echt vlees bestonden en verder uit groenten en peulvruchten. Maar ook dat was geen doorslaand succes. De productie werd weer gestaakt.

Niet plantaardig, toch duurzamer

Albert Heijn gooit het over een andere boeg met zijn nieuwe half-om-gehakt: niet de traditionele mix van rund- en varkensvlees, maar van rund en kip. Dat levert een 37 procent lagere CO2-uitstoot op dan bij 100 procent rundvlees, beweert de supermarktketen.

Een tweede Albert Heijn-product dat beter moet scoren op het gebied van duurzaamheid, is vlees met toegevoegde rundereiwit. Het toevoegen van eiwit (ook wel: proteïnen) gebeurt bij veel producten, omdat consumenten op zoek zijn naar eiwitrijke producten. Maar in dit geval heeft het een ander doel.

Dat eiwit wordt gewonnen uit bloedplasma dat normaal gesproken in het slachtproces wordt weggegooid. Door dit eiwit toe te voegen, is voor een hamburger minder vlees nodig. Oftewel, de vleeskoe wordt efficiënter verwerkt. Dit zou 20 procent CO2-uitstoot per kilo vlees schelen.

Het blijft wachten op kweekvlees

In dezelfde week als Albert Heijn presenteerde het Leidse bedrijf Meatable ook een innovatie: het eerste worstje van gekweekt varkensvlees in de Europese Unie. De benodigde vergunning is alleen voor experimentele proeverijen. Net als bij andere kweekvlees-pioniers, zoals het Maastrichtse Mosa Meat, zal het vermoedelijk nog jaren duren voor de producten van Meatable ruim beschikbaar zijn op de Europese markt.

Alle gelegenheid voor de producenten van hybride vlees om in de tussentijd de consument te overtuigen van de gulden middenweg.

Intussen zitten uitvinders in het lab niet stil. Het bedrijf Moolec, bijvoorbeeld werkt aan Piggy Sooy, waarvoor ze met behulp van genetische manipulatie dierlijk eiwit in zaadjes van sojaplanten brengen. De plant brengt vervolgens sojabonen voort die voor een kwart uit dierlijk eiwit bestaan. Dat is nog eens hybride.

Schrijf u in voor onze middagnieuwsbrief

Met de gratis nieuwsbrief EW middag wordt u dagelijks bijgepraat met commentaren en achtergronden bij de belangrijkste nieuwsverhalen.