Koloniale schedels bezorgen musea hoofdpijn

Menselijke schedels in Museum Boerhaave. Beeld: Koen Suyk/ANP XTRA

Het thema ‘roofkunst’ staat weer op de agenda, nu er steeds vaker verzoeken bij musea binnenkomen om collectiestukken terug te brengen naar voormalige kolonies.

🔴 DE FEITEN: MUSEA ZITTEN IN HUN MAAG MET KOLONIALE SCHEDELS

Vijf versierde menselijke schedels blijven voorlopig in het Missiemuseum in Steyl. De conservator van het Limburgse museum onderzocht de afgelopen maanden de herkomst van de veelbesproken collectiestukken die Limburgse missionarissen ruim honderd jaar geleden hebben meegenomen uit Papoea-Nieuw-Guinea, dat toen een Duitse kolonie was.

Een uitgebreide rondgang op het eiland leerde de afgelopen maanden dat de lokale bevolking geen behoefte heeft aan restitutie. Daarbij speelde mee dat de precieze oorsprong van de met klei en verf bewerkte schedels niet is vast te stellen. Door die onzekerheid vrezen dorpelingen onheil bij terugkeer van de schedels, die mogelijk hebben toebehoord aan vijanden. Ook is in de ogen van veel bewoners de spirituele betekenis van de objecten inmiddels vervaagd.

Niet langer veilen van menselijke resten

De kwestie staat niet op zichzelf. Zo besloot het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen eind vorig jaar een met mozaïekstenen versierde schedel uit de Rijkscollectie van het Rotterdamse Wereldmuseum terug te geven aan Mexico.

Eveneens vorig jaar willigde het Amsterdamse Museum Vrolik een verzoek in om vijftien Molukse schedels terug te brengen naar de eilandengroep van waaruit ze in de koloniale tijd werden meegenomen.

Net wat anders lag het bij een met een versierde schedel die vorige maand werd geveild bij het Amsterdamse veilinghuis De Zwaan. Protesten leidden ertoe dat De Zwaan voortaan geen menselijke resten meer zal veilen. Al zag het veilinghuis geen reden om de excuses te maken die een groep wetenschappers en activisten eiste.

🔴 EW’S VISIE WENSELIJKHEID TERUGGAVE IS EEN BELANGENAFWEGING

– Redacteur cultuur Joppe Gloerich

Bij dit soort kwesties spelen twee discussies door elkaar. De eerste gaat over de ethiek van het tentoonstellen van menselijke resten. Ook een uitbundig versierde schedel behoorde eens toe aan een levend mens. Het publiek toegankelijk maken van zo’n object kan pijnlijk zijn voor nazaten van het volk waartoe de dode behoorde.

Daar staat tegenover dat de voorwerpen veelal afkomstig zijn uit culturen waarin aan de overblijfselen van overledenen bijzondere betekenis werd toegekend. Daarmee zijn de objecten, zeker in hun gedecoreerde vorm, meer een uiting van een cultuur dan het restant van een mensenleven. Ze kunnen dus best op hun plek zijn in een museum.

Onzorgvuldig gebruik van de term ‘roofkunst’

Los daarvan staat de vraag of sprake is van ‘roofkunst’. Blijkt uit onderzoek dat de koloniale machthebber destijds met (of onder dreiging van) geweld artefacten heeft afgenomen van de oorspronkelijke eigenaren die er waarde aan hechtten? Dan ligt teruggave voor de hand. Ook in die tijd was stelen stelen.

Maar lang niet altijd dekt ‘roofkunst’ de lading. Onzorgvuldig omspringen met die term brengt een gezamenlijke omgang met het verleden in elk geval niet dichterbij. Bij voorwerpen die in het verleden door de lokale bevolking zijn achtergelaten en via smokkel in het Westen zijn beland, kun je moeilijk spreken van roofkunst.

En wat te denken van de botresten die westerse archeologen in de koloniën uit de grond peuterden en die nu in Europese musea of depots liggen? Zonder de aandacht van die wetenschappers waren deze objecten überhaupt verloren gegaan.

Teruggave is altijd een belangenafweging

De wenselijkheid van teruggave is altijd een belangenafweging, die pas valt te maken na deugdelijk onderzoek. Vaak zal die uitvallen in het voordeel van nazaten van de gemeenschappen van herkomst. Terecht, aangezien de betekenis voor die gemeenschap groter is dan het belang van Nederland.

Soms zal blijken dat de objecten in een lokaal museum thuishoren. In weer andere gevallen kan worden vastgesteld dat ze het beste tot hun recht komen in de museumcollectie waartoe ze nu behoren. Maar ook dan is het in ieders belang dat het publiek weet waarom ze liggen waar ze liggen.

🔴 Het tegenargument: ‘Meegenomen in koloniale context‘

Op artefacten die tijdens de koloniale tijd naar westerse musea zijn verscheept, wordt tegenwoordig dus snel het etiket ‘roofkunst’ geplakt. Hanteer je die kwalificatie, dan ligt ruimhartige teruggave voor de hand.

Zo bepleit Jos van Beurden, specialist in ‘ongemakkelijk erfgoed’, dat musea niet terughoudend moeten zijn met restitutie. ‘Als objecten significant belangrijker zijn voor het land van herkomst dan voor de eigenaar, moeten ze terug. Desnoods tegen compensatie, als het gaat om kunst in handen van particulieren,’ zei Van Beurden in 2023 tegen Het Parool.

Dat kan volgens hem ook het geval zijn bij objecten die niet zijn gestolen, maar die zijn geschonken of verhandeld. Het herkomstland kan de voorwerpen nodig hebben om ‘hun verhaal te vertellen’.

Geen roofkunst maar ‘onvrijwillig bezitsverlies’

Volgens diverse deskundigen is de term ‘roofkunst’ soms een inadequate versimpeling van een ingewikkelde kwestie. De omschrijving ‘onvrijwillig bezitsverlies’ dekt de lading dan beter.

Voorstanders van teruggave wijzen erop dat er ook voorwerpen zijn die wellicht niet zijn geroofd, maar wel zijn meegenomen in ‘een koloniale context’. Ook die objecten moeten volgens hen terug. Dat zou dan dus ook gelden voor de botresten van Homo erectus uit de Dubois-collectie in Naturalis.

Die oermensresten in het Leidse museum zijn voor de wetenschap uiterst waardevol. Dat geldt bijvoorbeeld voor het schedelkapje dat een half miljoen jaar in de Javaanse grond lag voordat de Nederlander Eugène Dubois het in de negentiende eeuw opgroef en meenam. Erfgoed ja, maar roofkunst? En aan wie zouden ze moeten worden teruggegeven?

Edwin van Huis, directeur van dat Leidse museum, wijst in dat verband op de wetenschapshistorische waarde van de fossielen. Voor ‘naturalia’ zouden bovendien niet dezelfde regels over teruggave moeten gelden als voor cultuurschatten. Zijn museum besteedt overigens ruime aandacht aan de koloniale context van Dubois’ opgravingen.

Westerse musea beter in conservering museumstukken?

Weer een andere opvatting houdt bijvoorbeeld PVV’er Martin Bosma erop na. De huidige voorzitter van de Tweede Kamer had anderhalf jaar geleden als Kamerlid felle kritiek op toenmalig staatssecretaris Gunay Uslu (D66, Cultuur). Die zou in Bosma’s ogen veel te makkelijk denken over restitutie van roofkunst.

Een veelgehoord argument tegen restitutie, ten slotte, is dat westerse musea beter toegerust zijn om oude voorwerpen te conserveren. Volgens de meeste deskundigen heeft die redenering haar beste tijd gehad. Ook in de voormalige koloniën staan musea met geavanceerde klimaatbeheersing.

🔻VERDERE VERDIEPING

Gevoeligheden over de restitutie van roofkunst (2023): De opschepperige bescheidenheid in de verhouding tot Indonesië

Geerten Waling (2023): Kunst teruggeven aan Indonesië kan best zonder morele en juridische claims

Roofkunst in Wereldmuseum Leiden (2019): Hoe belandde het bronzen hoofd RV-1164-4 in Leiden?