Feature

Te jong, te veel: de worsteling van ouders met hun drinkende kind

Het aantal tieners dat alcohol drinkt, blijft hoog. Ouders vinden het lastig om regels te stellen en worstelen met hun voorbeeldrol.

‘Zagen jullie die gast nog in de sloot liggen gisteren?’ vraagt een van de jongens die rond het middaguur nog wat versuft naar beneden komen. Hij is met wat vrienden blijven slapen bij Niels (19), na een gezellig avondje bij iemand thuis in de omgeving van Utrecht. De bewuste ‘gast’ was ook op het feestje en is op de terugweg in benevelde toestand met zijn fiets van de weg geraakt en in het donker half bewusteloos blijven liggen. De jongens hebben hem overeind geholpen en mogelijk voorkomen dat hij ernstig onderkoeld raakte. De jongens gniffelen om het voorval.

Niels en zijn broer Floris (17) hebben even daarvoor ieder afzonderlijk verteld over de regels rond hun alcoholgebruik, samen met hun ouders Martijn (55) en Julia (52). Zij en twee andere gezinnen met kinderen tussen de dertien en achttien jaar vertellen in dit verhaal over hun omgang met alcohol.

Aanleiding: het is ruim tien jaar geleden dat de leeftijd waarop je alcohol mag kopen werd verhoogd van zestien naar achttien jaar. Het doel in 2014 was te voorkomen dat tieners al op zo jonge leeftijd beginnen met drinken.

Jongeren en drank

Jongeren en drank: wat zeggen de cijfers?

De cijfers zijn op het eerste gezicht ­bemoedigend. De leeftijd waarop jongeren voor het eerst alcohol drinken, daalt al sinds 2003, maar sinds de verhoogde leeftijdsgrens is hij vrij stabiel. Vijftien jaar geleden dronk circa 50 procent van de twaalf- tot zestienjarigen met regelmaat alcohol. Dat is gedaald naar 21,3 procent.

Toch maken veel deskundigen zich zorgen. Zoals kinderarts Nico van der Lely (61). Hij zette in 2006 de eerste polikliniek Jeugd & Alcohol op in het Reinier de Graaf Gasthuis in Delft. Inmiddels zijn er twaalf van dergelijke poli’s in Nederland.

Van der Lely strijdt al jaren voor strengere regels en betere handhaving en schreef diverse boeken over jongeren en alcohol. Onlangs verscheen zijn derde boek, met de dwingende titel: Stop met alcohol voor jongeren. Waarom dat moet en hoe het kan. Van der Lely klinkt getergd. ‘Ik probeer al jaren om dit probleem onder de aandacht te brengen en de cijfers gaan de goede kant op, maar het gaat me niet snel genoeg. Er drinken nog steeds veel te veel tieners. Bovendien verandert de drinkcultuur. Er wordt veel meer sterke drank gedronken dan tien jaar geleden en dat baart me zorgen.’

Jongeren en drank
Sterke drank is de laatste jaren erg populair geworden onder jongeren. Beeld: Marcel van den Bergh/ANP

Van der Lely is zich in de loop der tijd steeds meer gaan realiseren dat alcohol een ‘veelkoppig monster’ is dat je niet alleen als arts kunt bestrijden. Hij werkt dan ook samen met zoveel mogelijk mensen en organisaties die met het thema te maken hebben: sportbonden, studentenverenigingen, politiek. ‘Daarom heb ik ook veel verschillende mensen gevraagd een stuk voor het boek te schrijven, zodat duidelijk wordt dat we dit probleem op alle fronten moeten aanpakken. De schade is namelijk enorm.’

Overmatig drankgebruik jongeren kan 15 IQ-punten kosten

Maar iedereen weet toch wel dat alcohol schadelijk is? ‘Ik merk dagelijks dat ouders en kinderen niet goed op de hoogte zijn. Ze weten wel dat het slecht is voor je hersenen, maar realiseren zich niet hóe slecht. Jongeren die op jonge leeftijd overmatig alcohol gebruiken, kunnen een verlies van 10 tot 15 IQ-punten ervaren. Dit gebeurt vooral bij herhaalde gevallen van alcoholvergiftiging. We maken ons zorgen over China dat ons economisch inhaalt, maar intussen zuipt onze jeugd zich dom.’

We maken ons zorgen over China dat ons economisch inhaalt, maar intussen zuipt onze jeugd zich dom

Myrthe (14) weet inderdaad slechts in grote lijnen wat de gezondheidsrisico’s zijn van drinken op jonge leeftijd. ‘Ja, weet ik niet zo goed, iets met je hersenen, geloof ik.’ Veertien jaar lijkt ook erg jong om al na te denken over alcohol, maar experts benadrukken juist dat je er vroeg bij moet zijn met voorlichting.

Jacqueline Krouwel (42) leidt een jeugdpreventieteam bij Jellinek, een instelling voor verslavingszorg. ‘Een kind van zes heeft al een gevoel bij een merk bier door de omgeving waarin het opgroeit. Bijvoorbeeld als het met ouders naar het voetbalstadion te gaan of thuis ziet dat ouders regelmatig een biertje drinken. Het merk en de context worden dan vertrouwd en bekend, nog voordat het kind zelf alcohol heeft geproefd.’

Myrthe zegt nog helemaal geen behoefte te hebben aan drank, maar het wordt wel een thema, weet ze, als ze volgend jaar met vriendinnen voor een vakantie naar Knokke gaat. De naam van de Belgische badplaats is bijna codetaal voor zuipen. In België ligt de leeftijd waarop jongeren mogen drinken nog steeds op zestien. Dit tot grote ergernis van Van der Lely, die ook hoogleraar is aan de Universiteit Antwerpen. ‘Jongeren gaan niet voor niets op die leeftijd met vakantie naar België.’

Jongeren en drank

Voorlichting over gevaren drank(misbruik) vaak oppervlakkig

De tieners die EW spreekt, hebben op school geen voorlichting gehad, of hebben er slechts vage herinneringen aan. Floris (17): ‘Nou, voorlichting is er wel, maar vaak is het oppervlakkig en veel te laat. Vóór die tijd wordt er nauwelijks iets gezegd over de risico’s of gevolgen, behalve dat het niet mag voor je achttiende. Maar dat helpt niet echt, want tegen die tijd hebben de meeste jongeren het allang geprobeerd.’

Hij was er zelf vroeg bij. Floris: ‘Ik was dertien jaar toen ik mijn eerste biertje dronk. Dat was met vrienden, en we vonden het toen vooral spannend en stoer. We konden zelf natuurlijk geen drank kopen, maar gingen altijd bij de Appie of de Jumbo voor de deur staan om te “posten”. Dan vraag je een student of ouder iemand of ze een fles wijn of een kratje bier voor je willen kopen. Dat lukt altijd. Soms kregen we de wijn zelfs gratis omdat zo iemand het wel grappig vond.’

Ouders halen vaak drank voor hun kinderen

Ouders faciliteren de drankvoorraad ook vaak zelf. Dorine (50) en haar man Maurits (51) wonen met hun zoon Fabian (16) en dochter Naomi (13) in Overijssel. Fabian en zijn vrienden hebben samen een keet, een oude 40-voet-container waar ramen uit zijn gezaagd en die vanbinnen gezellig is gemaakt. Sinds zijn vijftiende komen ze daar op vrijdag en zaterdag samen. Vader Maurits: ‘Daar drinken ze ook een biertje. Ze mogen dat zelf niet kopen, dus dat doet een van de ouders dan. Maar ze betalen het zelf.’

Moeder Dorine: ‘Vanaf de middelbare school heb je ineens bijna geen contact meer met de ouders van de vrienden van je kind, maar met deze ouders hebben we wel een appgroep. Dus we kunnen overleggen over wat er speelt en we hebben ook de afspraak dat die jongens ons altijd kunnen bellen als er iets mis is.’

Weten ze hoeveel er in de keet wordt gedronken? Maurits: ‘Wij kopen het, dus we weten hoeveel er de keet in gaat. Twee kratjes voor een man of tien.’ Dorine: ‘Maar er komen dan ook weer vriendinnen langs die geen bier drinken en hun eigen wijn en mixjes meenemen. Dus heel precies weet je het niet.’

Volgens Floris blijft het daarbij, want ze gaan zelden nog op pad na de keet. Maurits: ‘Ze hebben verder ook niks, hè. Tot achttien jaar komen ze nergens binnen.’ Dat is ook een van de redenen dat de ouders de drank kopen. ‘Liever zo dan stiekem. Dan hebben we er tenminste zicht op,’ zegt Dorine. ‘Dat werkt beter dan resoluut verbieden, denk ik.’

Jongeren nemen (veel) meer drank in dan ze zeggen

Kinderarts Nico van der Lely benadrukt dat ouders vaak naïef zijn over de hoeveelheid drank die jongeren innemen. ‘Wat jongeren zeggen dat ze drinken, is meestal slechts de helft van wat ze daadwerkelijk hebben gedronken. Tieners hebben vaak geen idee hoeveel alcohol er echt in hun lichaam zit.’

Floris: ‘Als we met zijn allen chillen en een drankje doen, dan drink ik denk ik wel negen of tien biertjes verspreid over een avond.’ Veel kunnen drinken geeft je zeker als jongen status, zegt Niels, die inmiddels in Groningen studeert en woont. ‘Een soort van prestatiedrang. Ik vond drinken in het begin helemaal niet lekker, maar je doet het omdat je vrienden het doen.’ Hij dronk als zestienjarige een paar biertjes, maar voerde de hoeveelheid gestaag op. ‘Ik dronk vaak met mijn team na een hockeywedstrijd op zaterdag, in de schuur bij een teamgenoot. Ik heb een keer of vier zo veel gedronken dat ik thuis moest overgeven en out ging.’

Zijn moeder Julia: ‘Dat vond ik echt zorgelijk en dat was ook de aanleiding om met Niels bij Jellinek langs te gaan voor een paar gesprekken. Dat heeft wel indruk gemaakt, geloof ik.’ Niels zegt dat hij niet meer zo ongecontroleerd drinkt als eerst, maar dat zijn alcoholinname nog altijd fors is. ‘In Groningen heb ik bijna elke avond wel iets te doen waarbij een biertje wordt gedronken. Op een leuke avond drink ik er toch wel twintig.’

Fabian zegt dat het meestal beperkt blijft tot vijf biertjes op een avond. Het gaat eigenlijk nooit mis. ‘Ik heb weleens meegemaakt dat een maat in aanraking kwam met de politie, omdat hij echt niet meer op zijn benen kon staan. Die had iets van zes bier op.’

Zijn moeder: ‘Ik denk wel wat meer.’

Jongeren en drank

‘Atten’ en ‘ge-iced’ worden

Vijf bier klinkt misschien niet als enorm veel, maar volgens de definitie is dit al te bestempelen als binge-drinken, het in korte tijd tot je nemen van een grote hoeveelheid alcohol. Het komt vaak voort uit drankspelletjes, die vroeger tot het domein van studentenverenigingen behoorden, maar inmiddels ook door ­tieners worden gespeeld. Zoals ‘een bak trekken’, waarbij een paar flesjes bier in een kom worden geschonken die vervolgens door een van de vrienden in één keer moet worden leeggedronken.

Linde (18), zus van Myrthe, weet nog dat ze zo’n drankspelletje moest doen toen ze haar zestiende verjaardag vierde met een dinertje met vriendinnen. Haar moeder Anna (50) had er gemengde gevoelens bij. ‘Linde wilde prosecco bij haar sweet sixteen-diner, maar dat vonden mijn ex en ik niet goed. Ik heb toen stad en land afgezocht naar een alcoholvrije prosecco in een mooie fles als alternatief. Dat vond ze dan okay, maar vervolgens werd ze wel “ge-iced”.’ Linde: ‘Dan moet je een fles Smirnoff Ice atten.’ ‘Atten’ is: in één teug leegdrinken. Het is weliswaar geen pure wodka, maar wel een mixdrank met 4 procent alcohol.

Jongeren gevoelig voor marketing drankfabrikanten

Krouwel van Jellinek wijst op de belangrijke rol die marketing speelt. ‘De branding speelt in op feestjes, gezelligheid en jong zijn. Kinderen krijgen zo aangeleerd dat in elk stukje vrije tijd wel een drankje past. Het lijkt of wij als gezondheidszorg een keuzevrijheid af willen pakken, terwijl ze juist onvrij gemaakt worden door de industrie en veel mensen de nadelen ondervinden van te veel drinken. Zie dat maar eens om te buigen naar echte eigen vrije wil.’

Ook Van der Lely is de marketing een doorn in het oog. ‘Dranken zoals Licor 43 zijn enorm aantrekkelijk vanwege hun zoete smaak en door hoe ze worden gepresenteerd. Ook in de supermarkt staan dranken speciaal gemaakt voor jongeren, met 14,9 procent alcohol. Dat wordt bewust zo gedaan: boven de 15 procent mag het niet in de supermarkt. Zo wordt de drempel met opzet laag gehouden. Jongeren realiseren zich niet hoeveel alcohol ze binnenkrijgen, omdat het geen sterke alcoholsmaak heeft. Door het hoge alcoholpercentage in Licor 43 en mixdranken, belanden jongeren sneller in het ziekenhuis met alcoholvergiftiging.’

Jongeren en drank
Tieners komen makkelijk aan drank door bij supermarkten te ‘posten’. Beeld: Mat Neidhardt/Kintzing

Het gaat overigens niet alleen om door de producenten en retail bewust ­opgezette reclame- en marketingactivi­teiten. Drank, veel drank, is een volledig genormaliseerd fenomeen geworden in de populaire cultuur. ‘Ik ga zwemmen in bacardi-lemon,’ zong Mart Hoogkamer in zijn hit uit 2021. Ook de ouders zien dat hun kinderen via allerlei kanalen met ­positieve beelden van alcohol in aanraking komen. Julia: ‘Ze luisteren naar de Bankzitters of Turfy Gang, die stoer zingen over drank. Dat gaat over het studentenleven, maar die zestienjarigen kijken het ook allemaal op YouTube.’

Twee regels uit het liedje ABC van Turfy Gang en Mr. Polska:

‘Ik heb hele liters bier achter de kiezen
Wordt het Anne-Fleur of Annemijn, ik kan er niet uit kiezen.’

In dat krachtenveld van marketing en sociale druk moeten ouders zien te manoeuvreren.

Ook onder ouders is er sprake van peer pressure

De ouders van Niels en Floris waren niet zo streng in de leer. Welke afspraken hadden zij met hun zoons? ­Julia (51): ‘We hebben bewust niet keihard nee gezegd tegen alcohol. We dachten dat we het met onze kin­deren wel in de gaten konden houden. Het idee was dat gecontroleerd drinken beter werkt dan alles verbieden. En dan liever thuis dan ergens in het park, zodat we zicht hadden op wat ze dronken. Dat ­gebeurde meestal hier. We hebben dat niet uitgebreid overlegd met andere ­ouders, maar die wisten het wel. En met die leeftijdsgrens van achttien of zestien jaar hebben we ons nooit zo beziggehouden.’

Martijn (55): ‘Achteraf gezien waren we misschien te naïef. We dachten dat we het konden controleren, maar de realiteit is anders. We kwamen er later achter dat ze stiekem veel meer dronken dan we dachten. En ik heb ook wel vaak het gevoel dat de grenzen ongemerkt weer werden opgerekt. Dan komt Floris binnen met wat vrienden en een kratje bier. Dan zeg ik okay, maar hoor ik ze even later ineens ook nog over een fles rosé. En dan is het best lastig om je zoon ten overstaan van zijn vrienden terecht te wijzen.’

Borrelcultuur is gemeengoed geworden onder Nederlandse tieners. Beeld: Dan Hall/Kintzing

Anna en haar toenmalige partner waren juist heel duidelijk. ‘We hebben altijd gezegd: geen alcohol voordat je achttien bent. Dat was onze basisregel. We wilden het niet in huis hebben, geen drank voor hen kopen en zeker niet toestaan dat er bij ons thuis werd gedronken. Maar door de sociale druk en de groepsdynamiek tussen die meiden is het best lastig om consequent te zijn.

‘Veel andere ouders waren een stuk soepeler. Ik weet nog wel dat ik een appje kreeg van een moeder die vroeg of het okay was dat ze bij een feestje vier flessen prosecco op tafel zou zetten. Linde was toen vijftien. Ik wilde dat echt niet, maar ik was de enige. Dan voel je je best eenzaam als ouder.’

Krouwel herkent het dilemma: ‘Onder ouders is er ook peer pressure. Je wil geen zeur zijn. Maar als je geen standpunt inneemt loop je het risico dat degene met de meest vrije moraal de norm gaat bepalen, terwijl de meeste ouders zich daar eigenlijk niet kunnen vinden. ’

Jongeren en drank

Linde (18) heeft de regels iets anders geïnterpreteerd, blijkt. ‘Mijn ouders vonden vooral dat ik niet thuis mocht drinken. Ik was vijftien toen ik begon. Eerst een beetje stiekem met vriendinnen in het park. Mijn ouders wisten dat echt niet. Sinds mijn zestiende drink ik regelmatig, vooral in het weekend. Dan zijn het meestal zo’n zes wijntjes op een avond. Eigenlijk drinken al mijn vriendinnen. Soms zegt iemand dat ze die avond even niet drinkt. Dat is okay, maar ze krijgt dan wel te horen dat ze saai is.’

Ontbijt op bed met een glas wijn

Nu hun kinderen al zeventien, achttien zijn en in alle openheid (flink) drinken, kijken sommige ouders terug op hun aanpak en het voorbeeld dat ze zelf hebben gegeven. Anna: ‘Voor mijn kinderen is het heel normaal dat wij in het weekend met vrienden een wijntje drinken. Dat is gewoon onderdeel van de gezelligheid bij ons thuis. Ik weet nog dat een van mijn dochters een keer voor Moederdag ontbijt op bed kwam brengen. Met aardbeien, croissantjes, en een glas wijn. Ik moest er natuurlijk om lachen, maar eigenlijk is het ernstig. Blijkbaar was het voor haar heel normaal.’

Dorine en Maurits drinken thuis zelden, zeggen ze. Dorine: ‘Wij drinken eigenlijk alleen als we op een feestje zijn of uit eten gaan.’ Als dochter Naomi bedenkelijk kijkt, voegt ze toe: ‘En, o ja, gisteren was er een vriendin op bezoek en dan drinken we wel een wijntje.’

Maurits: ‘De kinderen zien wel af en toe dat ik op een feestje een biertje te veel op heb. Maar ik word dan niet vervelend, eerder een beetje hangerig.’

Julia en Martijn kijken met enige ver­legenheid terug op hun eigen drankgebruik. Julia: ‘We hebben altijd een fles wijn open gehad, dat was gewoon normaal. Dat zien kinderen natuurlijk, en het wordt voor hen gekoppeld aan gezelligheid. Pas de laatste jaren zijn we ons bewuster geworden van hoe ons gedrag invloed heeft op wat zij normaal vinden.

Martijn: ‘Ik ben het zelf van huis uit ook gewend dat mijn ouders graag een wijntje dronken. Het is mij nu wel duidelijk dat ons gedrag onbedoeld een boodschap heeft afgegeven, namelijk dat alcohol bij het dagelijks leven hoort.’

Ouders worstelen met voorbeeldrol

Ninette van Hasselt (56), hoofd in het Expertisecentrum Alcohol van het Trimbos Instituut in Utrecht, denkt dat veel ouders onderschatten hoe belangrijk hun eigen gedrag is. ‘Ouders hebben vaak niet door hoeveel invloed ze hebben. Als een kind ziet dat er altijd wijn of bier op tafel staat, wordt dat de norm. Je moet als ouder bewust omgaan met wat je aan je kind laat zien. Ik drink ook graag af en toe een goed glas wijn, maar zorg dat je niet uitstraalt dat het alleen maar gezellig kan zijn met drank erbij.’

Vaak weten ouders ook niet wat de juiste aanpak is: streng zijn en alle drank verbieden of juist meebuigen en een middenweg zoeken? Krouwel: ‘Ouders denken vaak: als mijn kind thuis leert drinken, dan leert het dat veilig te doen. Maar dat is een grote misvatting. Onderzoek laat zien dat jongeren die thuis mogen drinken, juist eerder en vaker buitenshuis gaan drinken. Het is veel effectiever om duidelijk te zijn: tot je achttiende geen alcohol. Daarmee geef je een heldere grens en help je je kind om weerstand te bieden aan groepsdruk.’

Van Hasselt pleit voor een balans tussen regels en ruimte, waarbij ouders het belang van gezonde keuzes en de risico’s van alcoholgebruik actief bespreken met hun kinderen. ‘Een autoritaire opvoedstijl, waarbij je zegt: dit mag niet omdat ik het zeg, werkt meestal averechts.’

Het gevaar is dan dat kinderen het contact met hun ouders gaan mijden en stiekem gaan drinken. ‘Maar dat wil niet zeggen dat je geen regels zou moeten stellen,’ zegt Van Hasselt. ‘De meest effectieve opvoedstijl is autoritatief: duidelijke grenzen stellen, maar tegelijkertijd ruimte geven voor een open gesprek. Kinderen begrijpen dan niet alleen wát de regels zijn, maar ook waaróm ze er zijn. Het gaat niet om alles verbieden, maar om jongeren te begeleiden in het maken van gezonde keuzes en omgaan met lastige situaties. Dat vraagt om een combinatie van grenzen, uitleg en betrokkenheid.’

Cultuur van binge-drinken onder studenten

Zou het ook leuk zijn zonder alcohol? Fabian (16) denkt dat het best kan. ‘We hebben ook weleens in de keet gezeten met alleen cola, dat was net zo leuk.’ Linde (18) betwijfelt het. ‘Nou, als ik eerlijk ben, denk ik van niet. Ook omdat ik nu in mijn studententijd zit en het daar gewoon allemaal een beetje bij hoort.’

Jongeren en drank

Van Hasselt slaakt een zucht als het over studenten gaat. De cijfers over alcoholgebruik onder tieners mogen dan wel enigszins bemoedigend zijn, dat is wel anders bij studenten. ‘In die groep gaat het echt helemaal niet goed. Ze drinken vaak veel te veel, en binge-drinken is daar de norm. Het is een cultuur waarin je erbij moet horen, en al­cohol speelt daarin een centrale rol. Het zou al een hele hoop schelen als drank niet zo’n centraal en onlosmakelijk onderdeel zou zijn van allerlei introducties en activiteiten.’

Er is wel enige beweging. De meeste studentenverenigingen verbieden alcohol tijdens de kennismakingstijd voor eerstejaars. Maar vaak wordt dat dubbel en dwars ingehaald bij de minder officiële introducties van disputen en studentenhuizen.

Ook Van der Lely maakt zich druk over de gewoonten rond drank in het studentenleven. ‘Ik pleit ervoor dat verenigingen minder de nadruk leggen op alcohol. Als ze 0.0-bier op de tap hebben, wordt het makkelijker voor studenten om een keer nee te zeggen tegen alcohol zonder zich buitengesloten te voelen.’

Het is des te schrijnender als je bedenkt dat veel jongeren gaan studeren op hun achttiende. Ze zijn voor de wet dan weliswaar volwassen, mogen kopen en drinken wat ze willen. Maar, zegt Van Hasselt: ‘Je brein is tot je 25ste jaar volop in ontwikkeling, dus hoe minder alcohol, hoe beter het is voor dat brein.’