Het was in 2016 een prachtig filmpje in een uitzending van RTL Late Night. Te zien was hoe de tachtigjarige bioloog Jan van Hooff een bezoek bracht aan Mama, een 59-jarige chimpanseematriarch die op haar sterfbed lag in Burgers’ Zoo in Arnhem. Veertig jaar lang hadden ze elkaar gekend, het onvermijdelijke afscheid viel Van Hooff uiteraard erg zwaar.
Heel bijzonder was hoe de sterk vermagerde aap op haar strobed in haar nachthok de emotionele mens leek te willen troosten. Mama liefkoosde als het ware Van Hooff door met haar vingers in een snel ritme zijn nek te bekloppen.
Kijkers lieten na afloop weten tot tranen te zijn geroerd door de omhelzing. Zij herkenden bij de aap een gebaar dat bij uitstek als menselijk wordt beschouwd.
Frans de Waal en de emotionele rijkdom van dieren
De bekendste student van Van Hooff beschreef het tafereel in Mama’s laatste omhelzing (2019). Voor Frans de Waal vormde de geste van de chimpansee een bevestiging van wat hij met zijn wereldvermaarde onderzoeken naar primaten had willen aantonen.
Mensapen zijn intelligente en emotionele wezens, wier gedrag veel sterker op dat van de mens lijkt dan vaak wordt gedacht. Ze kennen bijvoorbeeld empathie. Ze zijn gevoelig voor de emoties van anderen, ze kunnen zich enigszins verplaatsen in de mens. Voor de rijkdom aan emoties in de dierenwereld is altijd veel te weinig oog geweest, mopperde De Waal.
De vorig jaar overleden Nederlandse primatoloog leek een beetje te overdrijven. In de literatuur over gevoelens van dieren duikt René Descartes vaak op als bad guy.
De zeventiende-eeuwse Franse wiskundige en filosoof beschreef dieren als automaten, als een soort machines zonder ziel en zonder denkvermogen die louter functioneren op basis van mechanische reacties op prikkels van buiten.
Deze visie vormde vanzelfsprekend een legitimatie om dieren zonder enig mededogen te behandelen, als waren zij robotten. Maar sindsdien hebben veel filosofen en wetenschappers stelling genomen tegen deze visie.
Darwin over emoties bij mens en dier
Baanbrekend was The Expression of the Emotions in Man and Animals (1872) van Charles Darwin. De Engelse grondlegger van de evolutiebiologie betoogde op basis van observaties van onder meer honden, katten en vogels dat dieren zeker ook angst, verdriet, vreugde en andere gevoelens kennen die doorgaans slechts aan mensen worden toegeschreven.
Apen bijvoorbeeld, zo schreef Charles Darwin al lang voor Frans de Waal, tonen liefde en genegenheid door elkaar te knuffelen. Zulke emoties hadden volgens hem ook bij dieren een evolutionair voordeel, ook al waren ze aanmerkelijk minder complex dan bij mensen.
Populaire boeken en het morele appèl van dierenemoties
Voordat De Waal zijn boeken publiceerde, verschenen ook in de vorige eeuw al tal van min of meer populair-wetenschappelijke publicaties over het gevoelsleven van dieren. Lezenswaardig is onder meer When Elephants Weep (1994).
De bestseller van de hand van de Amerikanen Jeffrey Masson en Susan McCarthy bevat tal van anekdotes over emotionele dieren, van jaloerse honden tot, zoals de titel al aankondigt, huilende olifanten. Deze beschrijvingen leiden, zoals meestal in dit soort boeken, tot een moreel appèl. Als dieren gevoelens hebben, dan moet de mens daarmee beter rekening houden.
Voortrekkers en discussie over dierlijke emoties
De Waal stond dus niet alleen in zijn pleidooien voor meer aandacht voor de gevoelens van dieren. Saskia Arndt bewaart warme herinneringen aan hem.
De hoogleraar diergedrag aan de Universiteit Utrecht studeerde bij hem in de Verenigde Staten, raakte met hem bevriend en prijst zijn onvermoeibare inzet voor een beter begrip van dieren. Er is mede door zijn toedoen vooruitgang geboekt in het wetenschappelijk onderzoek.
Maar veel is nog onduidelijk en zelfs over basale begrippen zijn de geleerden het niet eens, vertelt Arndt (55) met een licht accent dat verraadt dat zij in Duitsland werd geboren. Zo plegen leken en zelfs wetenschappers emoties en gevoelens praktisch als synoniemen te gebruiken. Maar dat blijkt te simpel.
Emoties meten, gevoelens vermoeden
‘Ik moet meteen zeggen dat er geen wetenschappelijke consensus over bestaat, maar net als veel collega’s maak ik een duidelijk onderscheid tussen de twee. Emoties zijn objectief waarneembare fysieke reacties.’
‘Er bestaat geen enkele twijfel over dat dieren zulke emoties hebben. Je kunt ze observeren en meten. Door hun gedrag en gezichtsuitdrukking te bestuderen bijvoorbeeld. In combinatie met metingen van onder meer bloeddruk, hartslag of temperatuur kunnen wij zo conclusies over emoties trekken.’
‘En een gevoel is een subjectieve interpretatie van een emotie. Het gaat dan om een innerlijke ervaring. Om zaken als verdriet en empathie. Het ligt voor de hand dat dieren zulke gevoelens hebben. Maar het is lastig om daar betrouwbare uitspraken over te doen. We kunnen gevoelens niet meten.’
Prikkelende voorbeelden van rouw en verdriet in het dierenrijk
Tal van boeken verschijnen waarin de auteurs iets minder zorgvuldig omspringen met definities en onderzoeksmethoden dan professor Arndt. Ze zijn vaak wel boeiend en prikkelen de menselijke verbeelding.
Zoals de toegankelijke essaybundel Why Dogs Hump and Bees Get Depressed (2013). In navolging van Darwin wil de Amerikaanse etholoog Marc Bekoff laten zien dat dieren een rijk scala aan gevoelens hebben en daar ook evolutionair voordeel aan ontlenen. Zo voelen ze verdriet en troosten ze elkaar daarom.
Olifanten staan bijvoorbeeld stil bij het gebeente van een overleden soortgenoot en tonen, onder meer door het aanraken van de beenderen met hun slurf, rouwgedrag.
En als bijen lusteloos gedrag vertonen en geen voedsel meer zoeken (emoties dus), zou dat kunnen wijzen op depressieve gevoelens die mensen ook kennen.
Tussen antropomorfisme en erkenning van dierlijke gevoelens
Bekoff behandelt ook een verschijnsel waarvoor in de wetenschappelijke literatuur vaak wordt gewaarschuwd: antropomorfisme. Mensen hebben de neiging hun eigen gevoelens te projecteren op dieren. Zo praten ze met hun hond alsof het een kind is.
Dit belemmert een realistische communicatie en verstandhouding. Maar de erkenning van dit risico mag niet leiden tot de tegenovergestelde fout, waarschuwt Bekoff. We mogen niet uit het oog verliezen dat een niet-menselijk dier soortgelijke gevoelens kan koesteren als het menselijke dier.
Nieuwsgierigheid naar het gevoelsleven van dieren leeft niet alleen bij wetenschappers als De Waal, Bekoff en Arndt.
Volgens een peiling van Ipsos I&O telt Nederland zo’n 19 miljoen huisdieren. En de eigenaren willen doorgaans graag weten hoe hun beestje er geestelijk aan toe is. Dat wil zeggen: de baasjes van honden en katten snakken naar dergelijke informatie.
De maatschappelijke betekenis van dierenemoties
Mensen die bijvoorbeeld een aquarium in huis hebben, zijn in de regel een stuk onverschilliger. Met een poes voelt de mens nu eenmaal een sterkere band dan met een guppy. Alle dieren zijn gelijk, schreef George Orwell al in Animal Farm, maar sommige dieren zijn meer gelijk dan andere.
Kennis over het gevoelsleven van dieren speelt eveneens een rol in tal van maatschappelijke kwesties.
Bijvoorbeeld in het af en toe oplaaiende debat over de gewoonte van bepaalde religieuze groeperingen om dieren zonder verdoving te slachten. En de toenemende kritiek op dierentuinen is mede gebaseerd op de overtuiging dat leven in gevangenschap voor dieren fysiek en psychisch ongezond is.
Dieren in gevangenschap en de grenzen van ons begrip
Rainer Maria Rilke publiceerde in 1903 na een bezoek aan Jardin des Plantes in Parijs het mooie gedicht De panter, waarin de Duitstalige schrijver zich probeerde te verplaatsen in het gekooide roofdier.
‘Zijn blik is moe van ’t langs de tralies gaan,/ en zo mat wordt zijn zien, dat hij niets meer bevat./ Hem is alsof er duizend tralies staan/ en geen wereld daarbuiten bestaat.’ De vraag die steeds vaker wordt gesteld, is of we dieren wel een getralied bestaan mogen aandoen.
Bij het beantwoorden van zulke relevante vragen kan wetenschappelijk inzicht helpen. Althans enigszins, want veel is nog onduidelijk. Nader onderzoek is dan ook hard nodig, zo benadrukt de behulpzame Arndt graag bij vragen van een journalist die al snel dreigt te verdrinken in een oceaan van literatuur.
Het raadselachtige gevoelsleven van katten
Waarom spinnen katten is de titel van een boek uit 1986 van de hand van Desmond Morris, waarin de Britse zoöloog helderheid probeerde te verschaffen over het ‘fascinerende gedrag’ van deze ‘schepsels vol verrassingen’. Morris wist onder meer te melden dat katten aardbevingen kunnen voorspellen, hoewel hij helaas niet wist aan te geven hoe ze dit bijzondere talent hadden ontwikkeld.
Inmiddels is er een flink aantal publicaties op de markt die eigenaars – of nauwkeuriger gezegd: dienaren – van katten moeten helpen om hun mysterieuze huisgenoot te doorgronden.
Zo probeert de Zweedse hoogleraar fone- tiek Susanne Schötz in De geheime taal van katten (2018) aan te geven welke miauw-klanken op welke gemoedsstemming wijzen.
De dierenarts tussen dier en mens
Het doorgronden van dieren is een dagtaak voor Joyce Hofman. Zij publiceerde dit jaar het boek Komt een mens bij de dierenarts, waarin zij op boeiende wijze verhaalt over haar ervaringen in haar praktijk in Amsterdam.
Het werk van de dierenarts vereist tact en mensenkennis, mede omdat haar klanten soms bijzonder veel en soms bijzonder weinig voor een behandeling van hun dier willen uitgeven. Soms ontstaan er flinke discussies.
‘Katten laten zich moeilijker lezen dan honden. Ze zijn onder meer heel goed in het verbergen van pijn. Dat leidt af en toe tot frictie bij mij in de spreekkamer. Ik kan vrij objectief vaststellen dat een kat pijn lijdt, maar de verzorger – ik vind baasje of eigenaar geen fijne term – zegt dan dat hij daar niets van merkt en wil niets uitgeven voor een medische ingreep.
Honden, katten en de zoektocht naar begrip
‘Bij honden heb je eerder door dat er iets mis is. Ze piepen bijvoorbeeld of leggen een pootje op je arm om aandacht te vragen. Ze zijn ook al lang geleden gedomesticeerd. Ze hebben zich helemaal toegelegd op het samenleven met mensen. Katten zijn solitaire wezens.’
‘Ze kunnen zichzelf goed redden. In Amsterdam heb je dan ook veel wilde katten rondlopen. Voor hen zijn wij, mensen, maar een leuke bijkomstigheid, denk ik weleens.’
‘Ik heb wel trucjes geleerd om contact te maken met katten. Ze communiceren met jou als mens bijvoorbeeld door hun oogjes zachtjes dicht te knijpen. Het helpt dan als je dit ook doet en zelf met je ogen knippert. Zo vloeien je energieën als het ware samen. Het staat voor mij vast dat dieren gevoelens hebben. Maar het blijft lastig om ze te doorgronden.’
De harde lessen van een jonge dierenredder
Hofman (43) had al jong een redderssyndroom, zoals ze dat zelf noemt. Op haar achtste ontfermde ze zich over een eenzaam ronddobberende meerkoet. Nadat ze het zielige beestje een paar dagen had gevoed met eigeel, kreeg ze het advies van een dierenarts het terug te brengen naar de plek van herkomst.
Met fatale gevolgen. De vogel werd al snel aangevallen door een grote meerkoet en verdronk. Het was een harde les voor Hofman. Ze besefte dat mensen zich vaak met de beste bedoelingen mengen in zaken waar ze weinig van begrijpen, zodat ze soms meer kwaad dan goed doen.
De diepe band tussen mens en hond
Haar dierenliefde werd ook al jong gevoed door haar nauwe band met Arno. De golden retriever was haar eerste hond en lange tijd haar allerbeste vriend. Met haar huidige hond voelt Hofman zich ook sterk verbonden. ‘In mijn gezin moeten ze weleens om me lachen, maar ik heb echt het gevoel dat mijn hond verliefd op mij is. Als ik thuiskom, komt hij op me afrennen.’
‘Dan ga ik op de bank zitten en gaat hij mij heel diep in de ogen kijken. Een soort gelukzalig staren. Ik moet hem dan aaien en niemand mag in onze buurt komen. Dat doet hij alleen bij mij, niet bij mijn man en kinderen. Ik zou dat wel verliefdheid willen noemen.’
Zijn honden werkelijk verliefd?
Verliefde honden, bestaan die echt? Arndt geeft op deze intrigerende vraag vanzelfsprekend een genuanceerd antwoord.
‘Het staat vast dat honden emotionele banden hebben met mensen. Daar hebben ze ook voordeel bij. Ze zijn slim. Het is individueel bepaald, maar over het algemeen gaan ze in een huis het liefst naar iemand van wie ze weten dat ze van die persoon iets lekkers krijgen of die hun veel aandacht geeft. Ze hebben zeker bij de ene huisgenoot meer positieve gevoelens dan bij de andere.’
‘Ik hoor overigens vaak mensen zeggen: mijn hond is verliefd op mij. Ik sluit het niet uit, maar als wetenschapper zou ik zo’n bewering niet willen onderschrijven. Ik heb zelf een nogal problematische kat die ik al jarenlang verzorg. Ik observeer hem als etholoog nauwkeurig. Maar ik durf niet te zeggen dat hij mij dankbaar is voor mijn goede zorgen.’
Pratende honden en de grenzen van wetenschap
Arndt toont meer scepsis over iets wat Hofman met enthousiasme op YouTube heeft gezien. ‘De laatste jaren zie je van die filmpjes van honden die praatknoppen indrukken,’ zegt de dierenarts.
‘Sommige kunnen er wel honderd besturen. Ze drukken dan knoppen in met woorden als honger, dorst, pijn, verdriet. En vervolgens vertonen ze gedrag dat echt heel veel lijkt op die begrippen.’
De filmpjes van honden die met behulp van praatknoppen communiceren, zijn inderdaad populair. Sheepadoodle Bunny, die 92 woorden zou hebben geleerd, heeft bijvoorbeeld ruim 8 miljoen volgers op TikTok. Maar het geloof in pratende honden heeft geen enkele wetenschappelijke basis, legt Arndt uit.
‘De menselijke taal is waanzinnig complex. Het is erg onwaarschijnlijk dat honden die doorgronden en ook nog gebruiken. Ze zijn meesters in het herkennen van menselijk gedrag en kunnen leren woorden aan voorwerpen of gebeurtenissen te relateren. Maar dat is iets anders dan taal kunnen begrijpen. Het grappige is dat die dieren via de praatknoppen steeds laten weten dat ze van hun baasje houden. Maar ze zeggen nooit dingen als “Ik vind je niet aardig” of “Laat me met rust”.’
‘Ik begrijp de diepe wens met dieren te communiceren. Maar we moeten accepteren dat we van elkaar verschillen. De beste methode om dieren te begrijpen, blijft ze te observeren.’
Besmettelijke gevoelens tussen mens en dier
Observeren deed Arndt zeker tijdens de coronacrisis. Dieren moesten zich aanpassen aan baasjes die ineens een ander levensritme hadden, bijvoorbeeld doordat ze thuis werkten. Voor Joyce Hofman had die nare periode in elk geval een voordeel.
‘Dieren moesten worden afgegeven bij de ingang. Dat maakte mijn werk een stuk makkelijker. Gevoelens zijn besmettelijk. Dieren zijn vaak gestrest omdat hun verzorger dat is. Soms moet ik echt mensen uit mijn behandelkamer zetten omdat ze op de zenuwen werken. Van mij en hun eigen huisdier.’
Een bezoek aan het Dolfinarium in Harderwijk levert steeds minder plezier op. De aanzwellende kritiek op het houden van dolfijnen in gevangenschap heeft ertoe geleid dat de toeristische Gelderse attractie steeds meer het accent heeft gelegd op educatie in plaats van vermaak en bovendien acht dieren wil verschepen naar China zodat de rest meer ruimte heeft.
Dat is jammer voor al die bezoekers die een tamelijk fors bedrag hebben betaald voor een leuk uitje.
Dolfijnen tussen plezier, rouw en depressie
Dolfijnen zijn fascinerende dieren, ook voor wie niet is opgegroeid met de onderhoudende Amerikaanse serie Flipper. Hun schattige imago is de laatste jaren enigszins besmeurd door onderzoek waaruit bleek dat ze zich af en toe best agressief gedragen en de jongen van andere soorten aanvallen en doden.
Maar dankzij een groot en complex brein zijn ze in elk geval redelijk intelligent en communiceren op een ingenieuze manier met elkaar, onder meer door unieke ‘fluitjes’.
Deze cognitieve vermogens vormen een – extra – reden te denken dat dolfijnen gevoelens hebben. Het vrolijk surfen op golven zou wijzen op plezier, het langdurig zwemmen bij een overleden groepslid op rouw.
Terwijl het rondzwemmen in cirkeltjes in gevangenschap wel wordt uitgelegd als een teken van depressie en dus een argument vormt om ze weer het ruime sop te laten kiezen.
De ethiek van dolfijnen in gevangenschap
Het is een ingewikkelde kwestie. Onderzoek toont aan dat de levensverwachting van dolfijnen onder menselijke zorg aanmerkelijk hoger is dan die van dolfijnen in het wild. En de vraag is hoe de belangen van dieren, voor zover deze helder te omschrijven vallen, moeten worden afgewogen tegen die van mensen.
Je mag blijkbaar wel varkens en koeien doden om hun vlees op te eten, maar dolfijnen door een hoepeltje laten springen om de bezoekers van het Dolfinarium te plezieren, wordt ongepast geacht. Hoe denkt hoogleraar diergedrag Saskia Arndt hierover?
‘Ik vind dat het welzijn van niet-menselijke dieren – zoals ik ze liever noem, wij zijn ook dieren – voorop dient te staan. En naar dolfijnen is heel veel onderzoek verricht. Het is bekend dat zij grote territoria nodig hebben. Dus is het begrijpelijk dat er kritiek is op hun onnatuurlijke leefwijze in dolfinaria. Ik vind het ook altijd aanmatigend als mensen beweren dat een dier door hun zorg een goed leven heeft. Alsof wij dit kunnen bepalen.
Tussen wetenschap en giswerk
‘Maar ik geef toe: welzijn is lastig te meten. Bij mensen ontdekken we wat hun gevoelens zijn door ze vragen te stellen. Dat kan bij dieren niet. Het staat vast dat zij positieve en negatieve ervaringen hebben.’
‘Ze kunnen plezier hebben en ze kunnen lijden. Dit zou bepalend moeten zijn voor onze omgang met dieren. Maar over hoe het precies met die gevoelens zit, vallen weinig wetenschappelijk verantwoorde uitspraken te doen. Dat is misschien jammer voor uw artikel. Maar het is niet anders.’
Arndts leermeester, Frans de Waal, schreef het al in Mama’s laatste omhelzing: ‘Iemand die zegt te weten wat dieren voelen heeft de wetenschap niet aan zijn zijde. Het blijft giswerk.’








