Hoe Nederlanders krenterigheid tot grootste deugd verheffen

Beeld: ANP

Nederlanders kunnen zich mateloos opwinden als een hotelovernachting van politieke ambtsdragers een paar honderd euro kost. Maar verontwaardiging over échte schandalen, zoals belastingontduiking, blijft stelselmatig uit. Het tekent de krenterige volksaard van Nederlanders, schrijft columnist Zihni Özdil.

Leest u mee? Het Algemeen Dagblad berichtte onlangs over een groot schandaal in de gemeente De Bilt. De burgemeester en wethouders hadden het lef om tijdens dienstreizen twee dagen te overnachten in hotels. De totale kosten: 4.400 euro. Het hoogtepunt van deze orgie van belastingverspilling? Een suite van 650 euro per nacht.

De journalist kon zijn gevoel voor understatement niet onder stoelen of banken steken en noteerde, vermoedelijk met trillende vingers, een beschrijving van deze decadente luxe.

Gouden kranen

Want de kamer beschikte over, en ik citeer, ‘een zitgedeelte, een koffiezetapparaat, een waterkoker en een ligbad.’ Het werd nog erger: ‘De inrichting is modern, met veel spiegels, lichtkleurig hout en gouden kranen.’

Gouden kranen! U leest het goed. Niet het gebruikelijke chroom, nee, goud. Alsof de burgemeester persoonlijk belastinggoud kwam storten in de afvoer van dat bad.

Nu doet de journalist in kwestie gewoon zijn werk. En zijn werk, zo blijkt maar weer, is meegaan in een diepgewortelde Nederlandse volksaard: het verheffen van krenterigheid tot hoogste deugd. Zo bezien geeft de krant het volk wat het wil.

Wij zijn het land van premiers die voor de camera gewoon lopend of fietsend naar hun baantje gaan

Het is zeg maar een economie van morele verontwaardiging. En in Nederland is de vraag naar verontwaardiging over een hotelrekening van een paar honderd euro nu eenmaal groter dan de vraag naar verontwaardiging over miljarden aan, zeg, belastingontwijking.

Wie ‘normaal doet’, krijgt de macht

Dit stukje in het AD is geen op zichzelf staand incident. Het is een hoofdstuk in ons nationale epos. Wij zijn het land van premiers die voor de camera ‘gewoon’ lopend of fietsend naar ‘hun baantje’ gaan. Noem ze maar op. Van Ruud Lubbers tot Wim Kok tot Mark Rutte.

Laatstgenoemde beheerste deze kunst van het ‘normaal doen’ tot in de perfectie. Het is een briljante politieke strategie. Wie zich in Nederland voordoet als de zuinigste kruidenier van de buurt, die om tien cent korting een half uur staat te onderhandelen, krijgt van het volk de macht.

Wegkijken van systematisch graaien

En daar wringt, naar mijn bescheiden en zuinige mening, nu precies de schoen. De gemiddelde Nederlander is zijn eigen grootste vijand. Hij wordt razend als hij leest dat een volksvertegenwoordiger in een hotelkamer met een waterkoker en – stel je voor – lichtkleurig hout heeft geslapen.

De Nederlander zal op zijn sterfbed, terwijl de dood aanklopt, nog mopperen over de prijs van de ziekenhuislakens

Hij foetert over een reepje zeep te veel, een diner van tachtig euro of een tweede plakje kaas op de boterham. Ondertussen kijkt hij weg van het echte, systematische graaien.

Nederlandse krenterigheid zit diep

De vriendjes-kapitaalconstructies, de winstverschuivingen van multinationals, de bonussen aan de top die genoeg zijn om een heel gemeentebestuur een eeuw lang in suites met gouden kranen te laten baden. Dat is voor de Nederlander blijkbaar te abstract, te groot of te complex. Maar een hotelbonnetje? Dat is iets om boos over te worden.

Ik weet het, ik weet het. Dit betoog is water naar de zee dragen. Het is net zo nuttig als een windmachine in een orkaan. Want deze culturele eigenheid zit zo diep, dat geen column daar verandering in zal brengen. De Nederlander zal op zijn sterfbed, terwijl de dood aanklopt, nog mopperen over de prijs van de ziekenhuislakens.

Waarom blijft het me dan zo dwars zitten dat ik er een column over schrijf? Ik heb oprecht geen idee.

Te lachwekkend voor woorden

Maar het is wel tijd voor verandering. Mijn ergernis ga ik hier niet meer aan besteden, daar wil ik zuinig in worden.

Mijn eerste strategie? Ervan gaan genieten! Omdat het te lachwekkend is voor woorden. Een volwassen natie die in de waan leeft dat de kwaliteit van het bestuur omgekeerd evenredig is aan de kwaliteit van het hotelzeepje. Schitterend toch?

Blijf dus vooral woedend over die gouden kraan. Terwijl de zeespiegel stijgt, de huizen onbetaalbaar zijn en de echte macht zich in stilte wentelt in miljarden aan fiscale voordelen, weten wij Nederlanders waar het echt om gaat: het lichtkleurige hout in de hotelkamer van de burgemeester van De Bilt.