feature

Klimaat-expert Hannah Ritchie (32) weet het zeker: het klimaatprobleem aanpakken, is mogelijk

Vliegen naar de Schotse hoofdstad Edinburgh om een milieuwetenschapper en klimaat-expert te spreken over klimaatoptimisme. Het is eigenlijk not done.

De Schotse Hannah Ritchie reageert dan ook droog wanneer ze hoort dat haar gesprekspartner speciaal voor het interview het vliegtuig heeft genomen en komt met een milde terechtwijzing: ‘Je had de trein van Amsterdam naar Londen en dan naar Edinburgh kunnen nemen. De reis was langer, maar ook mooier geweest.’

Absoluut waar. Het ietwat ongemakkelijke moment past bij de boodschap die ze probeert te verspreiden. Vooruitgang gaat langzaam en verloopt zelden perfect, maar stap voor stap komen we er wel.

We spreken elkaar op een zonnige herfstdag – wanneer Edinburgh op zijn mooist is. De locatie is het café van het Centre for Carbon Innovation, de faculteit van de universiteit waaraan Ritchie haar masteropleiding volgde en later promotieonderzoek deed.

Hoe Hannah Ritchie haar klimaatoptimisme onderbouwt

Eenmaal aangekomen blijkt het café niet meer te bestaan. Het is nu een ietwat sober ingerichte studieruimte. Ritchie was er ook al jaren niet meer geweest, vertelt ze bij binnenkomst. De milieuwetenschapper is kleiner dan ze op de foto’s lijkt, heeft lang donkerblond haar, blauwe ogen en een vriendelijke blik.

Als ijsbreker krijgt ze een pak stroopwafels. ‘Wat grappig,’ zegt ze als ze de koeken aanneemt. ‘Laatst had ik een interview met een Nederlandse omroep en toen kreeg ik ook stroopwafels.’ Erg origineel was het presentje dus niet en goed uitgekozen evenmin: Ritchie blijkt veganist.

Gelukkig breken de stroopwafels wel het ijs, al praat de wetenschapper het liefst over haar werk. Naast milieu- en aardwetenschapper aan de Universiteit van Oxford is Ritchie onderzoeksleider bij Our World in Data. Deze statistiek-website, verbonden aan dezelfde Britse universiteit, richt zich op mondiale problemen zoals armoede, ziekte, honger, klimaatverandering en ongelijkheid.

Klimaatoptimisme begint bij feitelijke vooruitgang

Vorig jaar publiceerde ze haar eerste boek, Niet het einde van de wereld, waarin ze pleit voor meer klimaatoptimisme. De media besteden te weinig aandacht aan vooruitgang, vindt Ritchie, terwijl er zoveel dingen goed gaan.

‘Slechte dingen gebeuren snel, goede dingen gebeuren langzaam. Rampen, moorden en aanslagen zijn direct en emotioneel. Mensen reageren op emoties en verhalen, dus het is begrijpelijk dat juist die gebeurtenissen het nieuws domineren.’

Vooruitgang, daarentegen, is zelden nieuwswaardig, omdat die zich langzaam voltrekt. De kleine stapjes die op een dag of in een jaar worden gezet, halen de voorpagina niet.

‘Neem kindersterfte,’ zegt Ritchie. ‘Die is in de afgelopen decennia gehalveerd, maar je ziet nooit een krantenkop met “Kindersterfte daalde met 0,01 procent”. Dat klinkt niet spectaculair. Maar als je dat in de loop van de tijd optelt, vormt het precies de gestage vooruitgang die de wereld verandert.’

De grote klimaatwinst zit niet in kleine gewoontes

Er gaat nog veel meer goed. Ondersteund door cijfers, tabellen en grafieken van Our World in Data laat Ritchie zien dat er minder mensen dan ooit doodgaan door natuurgeweld, dat de lucht in grote delen van de wereld nog nooit zo schoon is geweest, dat steeds meer landen stoppen met de verbranding van steenkool en overstappen op duurzame energiebronnen – en ga zo maar door.

Als lezer ervaar je een soort opluchting. Er is niet alleen maar kommer en kwel in de wereld. Tegelijk kijkt Ritchie niet weg van de klimaatproblemen die er zijn en vragen om actie. Actie die niet alleen vanuit overheden moet komen.

Ritchie: ‘Vaak heerst het idee dat als een paar regeringen en een paar fossiele-energiebedrijven hun verantwoordelijkheid nemen, het probleem is opgelost — en dat als ze niets doen, we verloren zijn. Maar dat klopt niet, en het is bovendien totaal niet motiverend. Het haalt juist de macht weg bij de mensen.’

En dat terwijl er op individueel niveau veel winst te behalen is. Ritchie: ‘Ik denk dat het belangrijk is om te focussen op de grote dingen. Er is vaak te veel aandacht voor de kleine veranderingen, zoals stoppen met plastic tasjes en het licht uitdoen. Ik doe dat ook hoor, maar daar ligt de oplossing niet.’

Klimaatoplossingen voor koud én warm klimaat

Het gaat volgens Ritchie om drie hoofdzaken: voeding, vervoer en het energiegebruik thuis. ‘De grootste verandering als individu, is overstappen op een meer plantaardig dieet. Daarna komt vervoer. Ik ben hierheen gelopen, ik gebruik zo veel mogelijk het openbaar vervoer, en we hebben een elektrische auto.’

Dan is er het energieverbruik in huis. ‘In een koud klimaat zoals hier is verwarming de belangrijkste factor. De grootste stap die je daar kunt zetten, is je verwarmingsketel op gas vervangen door een warmtepomp. En als je in een warm land woont: kies een energiezuinige airco.’

Inderdaad, Ritchie vindt niet dat airco’s in de ban moeten worden gedaan, zoals veel milieu-activisten bepleiten. Op de website Our World in Data is te lezen dat airconditioning in 2022 verantwoordelijk was voor 2,7 procent van de totale CO2-uitstoot. Dat lijkt veel, maar verwarming is verantwoordelijk voor ongeveer vier keer zoveel uitstoot.

Ritchie: ‘Mensen klagen misschien over de toegenomen energiebehoefte van airconditioning, maar ik vind dat mensen in een warm klimaat net zoveel recht hebben op een comfortabel leven als mensen in een kouder klimaat.’

Hannah Ritchie, klimaat- en datawetenschapper
Ritchie: ‘In 2050 zien we dat dipje uit 2025 niet’

Het klimaatprobleem los je niet alleen op

Het is een kort lijstje, maar die drie zaken zijn goed voor 80 procent van de uitstoot van de meeste mensen. ‘Als je dáárop focust, bereik je veel meer dan met die kleine dingetjes.’ Natuurlijk kunnen burgers het klimaatprobleem niet in hun eentje oplossen, beaamt ze. Maar het is belangrijk dat ze van zich laten horen.

‘We hebben absoluut overheden nodig die goed beleid maken, bedrijven die alternatieven voor fossiele brandstoffen ontwikkelen, en investeerders die hun geld in de juiste richting sturen. Dat is allemaal waar. Maar het punt is: zij gaan dat niet doen als er geen signaal komt van het publiek dat dit is wat mensen wíllen. En dat mensen bereid zijn ook zelf stappen te zetten.’

Een goed voorbeeld geeft Ritchie in haar tweede boek, Nog niet te laat, dat dit najaar uitkwam. Hierin behandelt ze vijftig algemene bezwaren tegen de invoering van groenere technologie – om die vervolgens te weerleggen.

‘In dit boek geef ik het voorbeeld van benzineauto’s. Als we de uitstoot willen verminderen, moeten we daar vanaf. Natuurlijk is het aan overheden en bedrijven om goed openbaar vervoer te regelen, oplaadpunten te bouwen en beleid te maken dat elektrische auto’s betaalbaar en toegankelijk maakt.

Maar dat heeft weinig zin als wij, als individuen, koppig vasthouden aan onze benzineauto’s, weigeren de bus of trein te nemen en niet willen overstappen op elektrisch rijden. Het idee dat het óf individuele gedragsverandering óf systeemverandering moet zijn, is simpelweg verkeerd, en helpt niet.’

Ritchie houdt klimaatoptimisme levend

Ook in haar tweede boek zijn data leidend. ‘Juist met correcte cijfers kan ik een einde maken aan klimaatverwarring, want er worden veel onjuistheden de wereld in geslingerd.’ Die zaaien niet alleen twijfel, maar kunnen ook leiden tot verkeerde besluiten.

Van dat laatste geeft Ritchie een voorbeeld van Rowan Atkinson. De Britse acteur schreef in 2023 in The Guardian in een opiniestuk: ‘Ik houd van elektrische auto’s – en was een van de eerste kopers. Maar ik voel me steeds meer bedrogen.’ In het stuk beargumenteert hij vervolgens waarom je toch beter in een benzineauto kunt blijven rijden in plaats van een elektrische.

Later publiceerde de Britse krant een reactie waarin Atkinsons beweringen worden gefactcheckt en ontkracht, maar het was al te laat; dit artikel werd lang niet zo goed gelezen als het opiniestuk dat zelfs het Britse Hogerhuis had bereikt. Veel lords vonden Atkinsons argumenten overtuigend genoeg om te adviseren te wachten op betere alternatieven voor de benzineauto.

Dit maakt duidelijk hoe snel verkeerde cijfers greep kunnen krijgen op het publieke debat. Toch raakt Ritchie niet ontmoedigd. Waar haalt ze haar optimisme vandaan? ‘Oh, ik heb dagen waarop ik minder gemotiveerd ben hoor, als er nieuws komt dat voelt als een stap terug. Maar meestal weet ik mezelf daar vrij snel uit te trekken. Ik zie klimaatverandering als een marathon, een uitdaging die we in decennia moeten oplossen.

‘Wanneer ik me somber voel, komt dat vaak door één specifieke gebeurtenis — een beleidswijziging of beslissing die voelt als een stapje achteruit. Dan denk ik: dit vertraagt onze emissiereductie misschien een jaar of twee, en dat voelt frustrerend, omdat je snel vooruitgang wilt zien.’

Data als gids in de strijd tegen klimaatproblemen

Maar volgens Ritchie moeten we uitzoomen. ‘Als je straks terugkijkt in 2050 of 2060, zie je dat kleine dipje niet eens terug in de trend. Het heeft nauwelijks invloed op het resultaat, omdat de weg die we afleggen zo lang is en we zo volhardend moeten zijn.’

Net als Niet het einde van de wereld krijgt Nog niet te laat veel positieve kritieken – ook in de hogere regionen. Dat is volgens de milieuwetenschapper reden voor optimisme.

‘Ik hoor van veel bedrijven, investeerders en overheden dat ze écht het juiste willen doen — dat ze proberen uit te zoeken wat dat precies is, waar ze hun inspanningen op moeten richten en waar ze de grootste hefboom hebben om vooruitgang te boeken.’

Ritchie kijkt nuchter naar het klimaatprobleem. Geen wijzende vingertjes, geen verlammende doemscenario’s, wél een realistische blik op wat al werkt en wat beter kan.

Haar missie is goede data en bewijs gebruiken om de wereld te begrijpen én onze grote problemen aan te pakken. Wanneer die missie is voltooid? ‘Oh, nooit. We zullen altijd grote problemen hebben om op te lossen. Het gaat om grote uitdagingen aanpakken en ze stap voor stap kleiner maken.’